Direct naar artikelinhoud
kernkabinet

Laila ben Allal: "Al die militairen op straat, dat is weggegooid geld"

Militairen op straat in Brussel, een alledaags beeld. Laila Ben Allal: "Ze zouden die defensie-uitgaven beter ­investeren in een ­hervorming en een betere opleiding van de politie in Brussel."Beeld Tim Dirven

De kans dat het terreurniveau zakt van 3 naar 2 is zeer groot. ‘Maar het is de vraag of dat verstandig is’, zegt CNN-journaliste Laila ben Allal. ‘Anderzijds hebben de terreurmaatregelen in België het wantrouwen en de frustraties in de samenleving enkel maar doen toenemen.’

Maandag komt de Nationale Veiligheidsraad samen en de kans is groot dat het OCAD, het orgaan voor de terreuranalyse, de regering zal voorstellen om het dreigingsniveau te laten zaken van 3 naar 2. Dat betekent dat er weldra minder militairen zullen patrouilleren en dat steden en gemeenten minder voorzorgen moeten nemen bij grote evenementen. Belanrijkste argument van het OCAD: in Irak en Syrië is Islamitische Staat vernietigd waardoor ook de bevelstructuur voor terreuraanslagen implodeerde. CNN-journaliste en Midden-Oosten-kenner Laila ben Allal waarschuwt voor overdreven optimisme, maar ook voor de ­hardnekkige waanvoorstelling dat je terreur in westerse steden kunt bestrijden met meer ­militaire repressie op straat.

'De enige echte waarheid van Islamitische Staat is dat je nog niet kunt inschatten hoe de restanten van IS zich zullen gedragen'
Laila Ben Allal

“Eerst over de analyse van het OCAD. Die zegt dat het over and out is met IS en dat de bevelstructuur voor internationale terreur is verdwenen. Ik ben het daarmee niet eens. OCAD steunt vooral op inlichtingen en informatie, maar wie zegt dat de staatsveiligheid genoeg informatie uitwisselt en accuraat is? De enige echte waarheid is dat je nog niet kunt inschatten hoe de restanten van IS zich zullen gedragen.”

Het feit dat IS in Syrië en Irak militair is verslagen, is toch een zwaarwegend element, niet?

Laila Ben Allal: “We kunnen gerust stellen dat IS voor 98 procent van de kaart is geveegd. In Syrië en Irak heeft de internationale coalitie zijn militair doel bereikt. IS kan de wereld niet meer op dezelfde schaal bedreigen als enkele jaren geleden. Hun vermogen om uit te breiden en meer territorium te veroveren is weg. Daardoor is ook hun ideologie en aantrekkingsvermogen verzwakt: de idee dat IS-aanhangers over een eigen land konden regeren is compleet weg en dat verklaart ook waarom er vorig jaar zo weinig Syriëgangers vertrokken.

“Maar verder weten we heel weinig over wat de resterende IS-strijders van plan zijn. Zijn ze volledig vernietigd? Zijn ze ondergedoken? Zullen ze zich hergroeperen? Willen ze muteren tot een soort guerrillabeweging? En wat gaat er gebeuren met al die gefrustreerde jongeren die tot voor kort naar Syrië en Irak wilden gaan? Hoogst onvoorspelbaar, allemaal.”

“Ook zie ik dat er nog altijd IS-propaganda op het internet circuleert. Minder dan voorheen, maar het is er wel degelijk. Het is niet omdat het militaire ­apparaat van IS is gebroken, dat ook de ideologie zomaar zal verdwijnen. We mogen zeggen dat de internationale coalitie een kleine oorlog heeft gewonnen, maar niet de grote oorlog die al meer dan zeven jaar woedt.”

Wat bedoelt u daarmee precies?

“Er zijn nog steeds enorme spanningen in het Midden-Oosten, de regio blijft erg instabiel waardoor je niets kunt uitsluiten. Kijk naar al-Qaida. Door het wegvallen van IS ontstaat er weer een gat in de markt en je ziet dat al-Qaida daarvan gebruikmaakt: niet met een gestructureerd leger, maar als een netwerk dat overal terreurgroepen en filialen heeft. Net dat maakt hen onvoorspelbaar en het stelt hen in staat nieuwe schokgolven te creëren.”

Maar wat is dan volgens u de echte reden voor het verlagen van het terreurniveau?

“Ik denk dat het eerder te maken heeft met budgettaire factoren. Al die militairen op straat, de vele veiligheidsmaatregelen: dat kost handenvol geld. Bovendien is er nooit een aanwijzing geweest dat de aanwezigheid van al die militairen onze veiligheid heeft verhoogd. Zelfs bij die zogenaamd verijdelde aanslag in het Centraal Station van eind juni speelden de militairen geen rol van betekenis. Je hoort nog altijd dat de militairen de dader overmeesterden en zo de aanslag konden verhinderen. Maar dat is niet zo: de dader is gewoon het station binnengestapt, maar slaagde er niet in om zijn explosieven tot ontploffing te brengen. Pas daarna werd hij overmeesterd. Dat laatste had trouwens evengoed door goed getrainde politieagenten kunnen gebeuren”

'Brussel is echt een extreme stad geworden, ook mijn buitenlandse collega’s van CNN ondervinden dat. Zelfs Parijs is minder extreem. We zijn heel diep gezakt'
Laila Ben Allal

Zegt u nu, die militairen op straat, dat was ­volledig verkwanseld belastingeld?

“Je kunt toch niet tot een andere conclusie komen? Vergeet niet dat de beslissing om militairen tegen terreuraanvallen in te zetten dateert van net na de aanslag op Charlie Hebdo in Parijs, januari 2015. Hebben die militairen de aanslagen in Brussel kunnen verijdelen? Neen dus.

“Weet u wat het belangrijkste resultaat is van de inzet van onze militairen? We hebben in België en vooral in Brussel een groot angst­klimaat gecreëerd: een repressief oorlogsfront waaruit vooral angst en polarisatie zijn gegroeid. In Brussel is ook het wantrouwen van veel burgers ten aanzien van de overheid enorm toegenomen. Het ware veel beter geweest om al die defensie-uitgaven te investeren in een hervorming en een betere opleiding van de politie-eenheden in Brussel. Maar wat zie je nu? In Brussel is het wantrouwen van veel burgers ten aanzien van de overheid enorm toegenomen en dat heeft ook al geleid tot een aantal tegenreacties.”

U doelt waarschijnlijk op de recente rellen ­tussen Brusselse jongeren en de politie. Hoe moeten we die tegenreactie dan lezen?

“Ook agressie is een vorm van communicatie. Volgens mij waren die kapotgeslagen etalages een vorm van wraak die te maken heeft met de totaal verzuurde relatie tussen vele Brusselse jongeren en de politie. Die jongeren zijn de repressie, het botte gedrag en het regelmatige racisme van de politie beu en dan kom je tot situaties waarbij die frustraties naar boven kolken en waarbij ­jongeren op zoek gaan naar een uitlaatklep.

“Brussel is echt wel een extreme stad geworden, ook mijn buitenlandse collega’s van CNN die hier op reportage zijn, ondervinden dat. Zij vergelijken met andere steden als Amsterdam en Londen waar de frustraties bij jongeren veel ­minder zijn. Zelfs Parijs is momenteel minder extreem dan Brussel. We zijn heel diep gezakt.”

Zou een verlaging naar terreurniveau 2 dan niet kunnen zorgen voor een meer ontspannen sfeer op straat?

“Dat zou kunnen: de spierballen van de overheid verdwijnen en dat maakt het voor iedereen aangenamer. Ook voor de militairen, die volgens mij erg misnoegd zijn over hun saaie patrouilles en eigenlijk thuishoren in de kazernes.

“Maar het is niet door de militairen terug te trekken dat de voedingsbodem voor radicalisering zal verdwijnen. Dat is wellicht het meest frustrerende aan heel deze kwestie: we investeerden veel geld in allerhande repressiemaatregelen, maar bijna niets in de strijd tegen radicalisering. Op dat vlak staan we nog nergens. Ik zou daarom durven voorstellen om het geld dat door de verlaging van het terreurniveau vrijkomt te investeren in een fonds voor de-radicalisering: wetenschappelijk onderzoek, efficiënte programma’s én de hoogdringende opleiding en hervorming van de Brusselse politie.”

'Veel mensen willen niets meer met de politie of de overheid te maken hebben. De relatie tussen veel burgers en de overheid is compleet verstoord'

De hervorming van de Brusselse politie: u lijkt het niet voldoende te kunnen benadrukken. Is dit voor u de belangrijkste beleidsprioriteit?

“Het staat toch wel in de top 3 en dat is logisch. Ten eerste is het aan de politie en de inlichtingendiensten om terreuraanslagen te verijdelen. Dat is niet gelukt en ik wil even herinneren aan de Mechelse politie-inspecteur Hamid A. die al in november 2015 informatie over de schuilplaats van Salah Abdeslam aan zijn oversten doorgaf. Hoewel die tip klopte, werd er niets mee gedaan.

“Maar even belangrijk is dat de politie voor een vertrouwensklimaat zorgt en dat gebeurt nu helemaal niet. Integendeel: de politie besmet de samenleving met wantrouwen. Ik kom in Brussel mensen tegen die na een ongeval of een geweldincident zeggen dat ze de politie er liever niet bijhalen omdat dat de situatie enkel maar verergert. ‘Dan loopt het weer uit de hand’, vertellen zij me, ‘en dan krijgen we ook nog eens de media over ons dak. Laat maar zitten.’ Pas op: ik zie in Brussel ook heel positieve zaken hoor. Er is een constructieve tegenbeweging op gang gekomen en ik maak kennis met mensen die speciaal in Molenbeek en Brussel komen wonen omdat ze het klimaat van wantrouwen willen helpen keren. Maar ik kom ook veel mensen tegen die niets meer met de politie of de overheid te maken willen hebben. Dat is nefast, de relatie tussen veel burgers en de overheid is compleet verstoord.”