Direct naar artikelinhoud
Verslaggeverscolumn

Hoe tien jaar burgerwoede uiteindelijk leidt tot niets

Hoe tien jaar burgerwoede uiteindelijk leidt tot niets

Tien jaar verder en daar gaan ze weer: de vlaggen mee, de hoedjes van papier, de mondkappen, van alles om lawaai te maken; het protestmateriaal ligt gebruiksklaar thuis. Ze hoeven niets meer uit te leggen. Ze dragen een woede mee die nooit meer luwt, gestapeld onbegrip, onmacht en afkeer van inmiddels álle autoriteiten.

Tien jaar nu duurt de strijd tegen de afvaloven van Harlingen en de schoorsteen blijft maar roken, behalve vandaag want de stoompijpen zijn weer eens geknald. De demonstranten zijn gehard, die geven niet meer op. Het is een gestolde, granieten boosheid. Niemand hier is bereid nog argumenten aan te nemen. Dit geldt trouwens ook voor de tegenpartij.

Burgerprotest luwt niet: het is een splijtende ondertoon geworden van wantrouwen tegen hogere belangen. Hier in Harlingen, bij de afval­oven van Omrin, maar elders evengoed. De gele hesjes weten niet precies wat ze willen behalve: serieus genomen worden. Het is dus een gevoel dat tien jaar aan kan houden.

‘Maar eerlijk is eerlijk,’ zegt Hans, de actieleider: ‘het heeft gewoon niets opgeleverd’.

Hoedjes van papier.Beeld Toine Heijmans

De afvaloven van Harlingen is bedoeld als duurzaam toonbeeld van de circulaire economie – ‘omrin’ betekent kringloop in het Fries. De oven verbrandt restafval en maakt er stoom van en elektriciteit. Het is een constructie van blokkendozen aan de dijk met een vreemde, lage schoorsteen die rook verspreidt over het land en over het werelderfgoed Waddenzee.

Die schoorsteen, de angst voor dioxines, de wankele vergunningverlening – voor de bouw al kwamen de bezwaren. Het leidde tot twee bezorgde uitzendingen van Zembla en een van Nieuwsuur, tot Kamer­vragen en talloze inspraakronden en gemeenteraadsvergaderingen, tot verhuizende gezinnen, tot de oprichting van twee politieke partijen waarvan er een te gronde ging, tot Harlingers die hun bloed afstonden voor eigen medisch onderzoek naar de emissies, die zelf wetenschappelijk onderzoek betaalden naar dioxine-eieren. Tot de zoveelste demonstratie – vandaag.

‘Zodra we ons erin gingen verdiepen merkten we: het klopt gewoon niet’, vat Hans Gillissen het wantrouwen samen, ‘en omdat niemand luistert naar de burgers hou je een diepe emotie over.’ Inmiddels ligt de afval-oven regelmatig stil omdat de stoompijpen doorroesten – ‘we hebben gewoon al die tijd gelijk gehad.’

De vraag is hoe ze dat gelijk gaan krijgen.

De actieleider en de president-commissaris.Beeld Toine Heijmans

Uit angst voor het burgerprotest vergaderen de aandeelhouders van de afvaloven in Oudehaske, op een industrieterrein dat tot ‘ecopark’ is gedoopt. De president-commissaris, Janny Vlietstra, neemt vooraf even tijd voor Hans, die een petitie aanbiedt.

Janny is een ervaren bestuurder. Hans is een ervaren actievoerder. Ze wisselen standpunten uit die ze allang kennen. Innemende mensen met een muur ertussen – dat schiet niet op.

Een grote grief van de Harlingers is de gebrekkige communicatie van het bedrijf, dat inmiddels beschikt over drie communicatieprotocollen en live de emissiewaarden communiceert op de website. De communicatieman van Omrin, Jelmer Helmhout, vertelt me dat hij klem zit: iedereen wil transparantie, maar als je dat doet ‘krijg je het weer terug’ want dan gaan de mensen nieuwe vragen stellen. ‘Uiteindelijk’, zegt hij, ‘heeft het alles met vertrouwen en wantrouwen te maken.’

Maar waarom is Omrin dan ineens gestopt met het meten van de dioxine-uitstoot?

Hans heeft iemand meegenomen naar de president-commissaris:

Een vreemde lage schoorsteen.Beeld Toine Heijmans

Johan Wijnsma, een mediator in schipperstrui. Omdat protesteren geen zoden aan de dijk zet wil de actieleider het anders proberen. ‘Het is een dunne lijn’, zegt hij, tussen ‘tien jaar emotie’ van zijn achterban en de drang eindelijk iets te bereiken. ‘Meepraten werkt beter, het liefst over de brede vraag: hoe gaan we om met ons afval’, maar wil zijn achterban dat wel, en is het bedrijf wel te vertrouwen, met z’n onzichtbare belangen. Dioxine meten kost nu eenmaal geld.

De aandeelhouders zijn gemeenten trouwens, klem tussen burger- en bedrijfsbelang, ‘ik zit’, zegt Janny meteen, ‘de vergadering alleen maar technisch voor’.

Hans en Johan voeren na het aanbieden van de petitie een vertrouwelijk gesprek met Janny. Ze willen de loopgraven uit. Buiten vertelt Johan dat hij wethouder was in Kollumerland ten tijde van de moord op Marianne Vaatstra, ‘daar leer je wel wat emotie is en wat het doet met mensen’. Daarom ook is hij door Hans gevraagd ‘hem te helpen buiten de emotie te blijven’. Johan begrijpt bestuurders als Janny, ‘ik ben niet besmet’.

Daarna rijdt Hans naar de afval­oven, waar de demonstratie is begonnen. En spreekt er duidelijke taal door de megafoon.

Het is koud, het bedrijf heeft handig een koek-en-zopie geregeld voor de demonstranten, maar die maken daar liever geen gebruik van.