Braziliaanse gebedsgenezer verdacht van misbruik
Abadiãna
De zaak kwam aan het rollen door het getuigenis van een Nederlandse vrouw, de choreograaf Zahira Lieneke Mous. Zij verklaarde in mei op haar Facebookpagina dat ze misbruikt was door het medium. Inmiddels heeft ook zijn dochter verklaard dat ze door haar vader misbruikt is, en is door zo’n tweehonderd andere vrouwen aangifte gedaan.
Teixeira de Faria (76) is een beroemdheid in zijn land, dankzij een uitzending van Oprah Winfrey in 2012. Zijn bijnaam is João de Deus – Jan van God. ‘Ik genees niemand’, schrijft hij op zijn website, ‘God geneest. [...] Ik ben slechts een instrument in de goddelijke handen van de HEER.’
Eind jaren zeventig streek de spiritist neer in Abadiãnia, een dorp in het binnenland van Brazilië. Elke week komen daar duizenden cliënten naar zijn spiritueel centrum. De man claimt dat de geesten van meer dan dertig overleden mensen bezit nemen van zijn lichaam. Daaronder zijn volgens Teixeira de Faria artsen, maar bijvoorbeeld ook de geest van de bijbelse koning Salomo en die van Ignatius van Loyola, stichter van de orde van de jezuïeten. Naar die laatste heilige heeft hij zijn ‘spiritueel centrum’ vernoemd. Hij claimt dat hij onder invloed van zijn geesten spirituele chirurgische ingrepen kan doen, waarmee hij onder meer kankerpatiënten geneest.
ervaringen
Naar aanleiding van het verhaal van de Nederlandse Zahira Lieneke Mous spoorde de Braziliaanse tv-zender Globo nog tien vrouwen op die soortgelijke ervaringen meldden. Het tv-item leverde een harde ontkenning op door woordvoerders van Teixeira de Faria, maar ook nieuwe aanklachten van meer dan tweehonderd vrouwen, waarop de politie de spiritist sommeerde om zich uiterlijk zaterdag te melden op het bureau. Dat deed hij op zondagmiddag.
Als de aanklachten waar zijn, is volgens NOS-correspondent Mark Bessems sprake van de grootste misbruikzaak in Brazilië ooit. Volgens Bessems speelde de Nederlandse aangeefster Mous een sleutelrol. ‘Zij is de enige die met naam en toenaam durfde praten. En dat is wat nodig is in misbruikzaken: er moet ergens iemand opstaan. En in Brazilië moet je echt wel lef hebben om op te staan tegen zo iemand.’
Mous zelf zegt dat ze beseft dat Teixeira de Faria zo rijk is dat hij mensen kan omkopen. Volgens Bessems is Brazilië bovendien zo vatbaar voor religieuze extremiteiten, dat er nog steeds een harde kern van gelovigen is die ‘João de Deus’ verdedigt. Dat de ‘kliniek’ van Teixeira de Faria financieel in zwaar weer zal komen door de terugval van bezoekers, zal tijdelijk zijn. ‘De spirituele cultuur in Brazilië is zo groot. Dit schandaal zal effect hebben op De Faria, maar of het ertoe leidt dat ook andere gebedsgenezers minder geraadpleegd worden? Nee.’ <