Opinie: Goede rechtspraak vraagt om begrip voor de betrokken partijen
Eerder dit jaar stelde voormalig president van het gerechtshof Den Haag Leendert Verheij dat er meer rechters moeten komen die andere culturen begrijpen. Zij kunnen reacties beter duiden en sommige antwoorden beter begrijpen, zo was de ervaring van een van zijn collega’s. Kamerlid en voormalig officier van justitie Maarten Groothuizen (D66) voegde hier later aan toe dat een migratieachtergrond ‘kan helpen om een verdachte of een zaak beter te begrijpen als het verband houdt met, of speelt in een cultuur die anders is dan hun eigen achtergrond’.
Los van de vraag of het aantal rechters met een migratieachtergrond omhoog moet, wijst het bovenstaande op iets fundamentelers. Zowel Verheij als Groothuizen erkent namelijk dat de persoonlijke achtergrond van rechters een belangrijke rol kan spelen. Leidt dit tot partijdigheid en rechtsonzekerheid of kan dit juist waardevol zijn?
papier
Van toekomstige magistraten wordt gevraagd dat zij zich bewust zijn van hun omgeving en van maatschappelijke ontwikkelingen. Maatschappelijke ervaring is eveneens vereist. Aan een wereldvreemde rechter heeft immers niemand iets. Een brede maatschappelijke betrokkenheid is van belang bij het behandelen van de grote verscheidenheid aan geschillen die de rechter krijgt voorgelegd.
Dat begint al bij het lezen van het dossier voorafgaand aan de zitting. De rechter ziet op dat moment een papieren werkelijkheid door de bril van zijn maatschappelijke bewustzijn, zijn persoonlijke ervaringen en overtuigingen. Dat daarbij al bepaalde indrukken ontstaan ten aanzien van de feiten is onvermijdelijk. Waar echter voor moet worden gewaakt, is dat die indrukken blijk geven van enige overtuiging van bijvoorbeeld schuld of onschuld. De rechter gaat dan namelijk vooringenomen het proces in. Om met de woorden van Rinus Otte, voormalig rechter en thans lid van het college van procureurs-generaal te spreken: ‘Indrukken vestigen is juist, die indrukken transformeren in een overtuiging is onjuist.’
rechtsonzekerheid
Betekent dit dat sprake kan zijn van willekeur? Is de rechtszekerheid in gevaar als blijkt dat geen enkele rechter op exact dezelfde wijze naar dezelfde zaak kijkt? Ik denk het niet. Onderlinge verschillen en enige mate van rechtsonzekerheid zijn onontkoombaar. Die onzekerheid kan worden verkleind door (informeel) overleg met andere juridische professionals, intervisie door collega’s en te werken met diverse rechters in verschillende combinaties.Daarnaast kan de rechter zelf maatregelen nemen om zijn oordeel niet te veel van zijn eigen, per definitie begrensde, referentiekader te laten afhangen. Hij moet zich er allereerst bewust van zijn dat zijn eigen persoonlijke achtergrond een rol speelt en dat die achtergrond beperkingen kent. Daarnaast zijn er ten minste twee ‘instrumenten’ die de rechter kan hanteren en die men op het eerste gezicht niet snel met zijn ambt in verband zal brengen: empathie en compassie.
Empathie stelt de rechter in staat om zich te verplaatsen in de positie van de andere partijen. Hij kan zodoende het eigen referentiekader verruimen in een poging de standpunten van anderen beter te begrijpen. Empathie tonen is niet altijd even makkelijk en hangt deels af van de eigen achtergrond. Voor mensen met wie men veel gemeen heeft, verloopt het tonen van empathie vaak moeiteloos en zal men het niet als zodanig herkennen. Het is echter beduidend lastiger om je in te leven in iemand met wie je weinig gemeenschappelijk hebt. Gelet op het belang van zijn werk mag men van de rechter die extra inspanning wel verwachten.
Empathie duidt overigens niet op partijdigheid. Het dient er enkel toe inzicht te krijgen in de positie van de partijen in het proces en is in principe een waardevrije activiteit.
compassie
Dit geldt niet voor compassie. Compassie omvat namelijk het gevoel dat ontstaat bij het zien van andermans ellende, al dan niet in combinatie met het verlangen het lijden te willen verlichten. Het impliceert in veel gevallen toch dat het lijden onterecht of onverdiend is. Daarom is compassie geen geschikt middel om een geschil te beslechten. Compassie dient dan ook niet als zodanig de uiteindelijk beslissing te bepalen. Compassie kan wél een belangrijke rol spelen bij het inzichtelijk maken van andermans standpunten. De emotie die daarmee wordt opgeroepen, verrijkt wat in de literatuur ‘de perspectivische verbeelding’ wordt genoemd: het actief construeren van de behoeften, belangen en waarden van de ander in een bepaalde situatie. In dit opzicht gaat compassie een stap verder dan empathie. Het laat de rechter de situatie van de ander intenser beleven met een beter begrip tot gevolg.
Goede rechtspraak vraagt om begrip voor de betrokken partijen. Compassie en empathie kunnen daarbij helpen. Daarmee zijn uiteindelijk zowel de partijen, de samenleving als de rechter zelf gediend. <