Direct naar artikelinhoud
Moord Khashoggi

Het laatste artikel van de vermoorde Jamal Khashoggi: “De Arabische wereld gaat schuil achter zijn eigen IJzeren Gordijn”

jamal khashoggiBeeld Gilles Vranckx

Jamal Khashoggi (1958-2018) was een Saudi-Arabische journalist en columnist voor The Washington Post.

Een toelichting van Karen Attiah, opinieredactrice bij ‘The Washington Post’:

Jamal Khashoggi’s vertaler en assistent heeft mij de dag na Jamals verdwijning in Istanbul dit opiniestuk bezorgd. We hebben gewacht om het te publiceren, in de hoop dat Jamal zou terugkeren en we het samen zouden kunnen redigeren. Nu moet ik aanvaarden dat we hem nooit zullen terugzien. Dit is zijn laatste stuk voor onze krant. Het is een perfecte weerspiegeling van zijn engagement en passie voor vrijheid in de Arabische wereld. Een vrijheid waar hij zijn leven voor heeft gegeven. Ik zal altijd dankbaar blijven dat Jamal een jaar geleden ‘The Washington Post’ als zijn laatste journalistieke basis koos en ons de kans gaf om samen te werken.

Toen ik onlangs ‘Freedom in the World 2018’ las, het rapport van Freedom House, kwam ik tot een schrikbarende conclusie: in heel de Arabische wereld is er maar één land dat als ‘vrij’ wordt bestempeld. Dat land is Tunesië. Jordanië, Marokko en Koeweit staan op de tweede plaats als ‘gedeeltelijk vrij’. Alle andere landen van de Arabische wereld vallen onder ‘niet vrij’.

Door dat gebrek aan vrijheid zijn de Arabieren die in deze landen leven niet of verkeerd geïnformeerd. Ze kunnen de problemen van de regio en van hun dagelijkse leven niet aan de orde stellen, laat staan ze openlijk bespreken. De staat bepaalt het publieke debat, en veel burgers geloven wat hen door de overheid wordt verteld. Jammer genoeg zal die situatie waarschijnlijk niet veranderen.

In het voorjaar van 2011 bloeide de hoop in de Arabische wereld. Journalisten, academici en het grote publiek hadden hooggespannen verwachtingen van een nieuwe Arabische wereld, waarin vrijheid centraal zou staan en censuur tot het verleden zou behoren. Ze verloren hun illusies snel. Hun samenlevingen hervielen in hun oude gewoontes of werden nog erger dan eerst.

De Saudische auteur Saleh al-Shehi, een goede vriend, schreef een van de beroemdste opiniestukken die ooit in de Saudische pers verschenen zijn. Helaas zit hij nu een onterechte gevangenisstraf van vijf jaar uit omdat hij het Saudische establishment in een kwaad daglicht zou hebben gesteld. Toen de Egyptische regering een volledige oplage van de krant Al-Masry al Youm in beslag nam, lokte dat geen verontwaardiging of reactie van de collega’s uit. Dergelijke ingrepen worden niet langer door de internationale gemeenschap gestraft. In het beste geval komt er wat kritiek en wordt het daarna heel snel stil.

Uit de internationale gemeenschap komt er in het beste geval wat kritiek en wordt het daarna heel snel stil. Zo komt het dat de Arabische regeringen ongestoord de media het zwijgen kunnen opleggen

Zo komt het dat de Arabische regeringen ongestoord de media het zwijgen kunnen opleggen. Ooit dachten de journalisten dat het internet de informatie zou bevrijden van het juk van censuur en controle waar de drukpers onder gebukt gaat. Maar deze regeringen, die voor hun voortbestaan afhankelijk zijn van de controle van de informatie, hebben het internet agressief geblokkeerd. Ze arresteren  plaatselijke reporters en zetten de adverteerders onder druk om bepaalde publicaties te boycotten.

Er zijn enkele oases waar de geest van de Arabische Lente nog rondwaart. De regering van Qatar blijft de internationale verslaggeving steunen, terwijl men in de buurlanden alles doet om de ‘oude Arabische orde’ te beschermen door de informatie te onderdrukken. Zelfs in Tunesië en Koeweit, met hun ‘gedeeltelijke vrije’ pers, focussen de media op binnenlandse aangelegenheden maar niet op de vraagstukken van de grotere Arabische wereld. Ze aarzelen om journalisten uit Saudi-Arabië, Egypte en Jemen een forum te geven. Zelfs Libanon, het kroonjuweel van de Arabische wereld als het op de persvrijheid aankomt, is het slachtoffer geworden van de polarisatie en de invloed van het pro-Iraanse Hezbollah.

Journalist uitte zijn zorgen over de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid in de Arabische wereld
Beeld RV

De Arabische wereld gaat schuil achter zijn eigen IJzeren Gordijn, niet opgelegd door machten van buitenaf, maar door machtsgeile binnenlandse krachten. Tijdens de Koude Oorlog putten mensen hoop uit Radio Free Europe. De Arabieren hebben iets soortgelijks nodig. In 1967 namen The New York Times en The Washington Post samen The International Herald Tribune over, een krant die een forum voor stemmen uit heel de wereld werd.

Forum nodig

Mijn krant, The Washington Post, heeft het initiatief genomen om veel van mijn stukken in het Arabisch te vertalen en te publiceren. Daar ben ik dankbaar voor. De Arabieren moeten in hun eigen taal kunnen lezen, zodat ze de verschillende aspecten en verwikkelingen van de democratie in de Verenigde Staten kunnen begrijpen. Als een Egyptenaar een artikel leest dat de werkelijke kostprijs van een bouwproject in Washington aan het licht brengt, zal hij of zij de implicaties van soortgelijke projecten in zijn of haar gemeenschap beter begrijpen.

De Arabische wereld heeft een moderne versie van de oude transnationale media nodig, zodat de burgers informatie krijgen over wat er in de wereld gebeurt. Nog belangrijker, Arabische stemmen moeten een forum krijgen. Wij lijden onder armoede, wanbeheer en ondermaats onderwijs. Een onafhankelijk internationaal forum, afgeschermd van de invloed van nationalistische regeringen die haatpropaganda verspreiden, zou de gewone mensen in de Arabische wereld in staat stellen de structurele problemen van hun maatschappijen onder ogen te zien.