Vier Limburgers over ‘hun’ onmisbare accessoire: “Als iets goed is, moet je het niet veranderen”

Sommige accessoires zijn onlosmakelijk verbonden met de persoon die ze draagt, soms even letterlijk als figuurlijk. En ze hoeven niet opzichtig te zijn om onmisbaar te zijn. Vier Limburgers met het accessoire waar ze niet zonder kunnen.

door Nele Reymen

Sien Huygen (34) uit Hasselt, liet een microdermal of huidsieraad inplanten in haar arm

Piercing: “Vier jaar geleden ging ik naar de piercingshop voor een gaatje in mijn oor en ik kwam thuis met een juweel in mijn arm, een microdermal. Ik had gehoord dat een piercing, op die plaats in mijn oor waar ik het wou, tot spraakstoornissen kon leiden en daar zou ik op mijn arm minder last van hebben. (lacht) Eigenlijk is er onderhuids een plaatje gezet met daaraan een schroefje, waarop ik het juweeltje zelf kan bevestigen.”

Pijn: “Meestal laat je een piercing zetten tijdens je zotte puberjaren. Ik heb ermee gewacht tot ik bijna dertig was. Waarschijnlijk omdat ik het als puber niet mocht. Toen mijn ouders het zagen vroegen ze of het pijn deed, om dan te besluiten dat het niet pijn genoeg kon doen. (lacht) Ik durf er eerlijk gezegd niet goed aankomen en mijn lief haat dat ding, omdat er altijd wel iets mee aan de hand is.”

Ontstoken: “De dag nadat ik het liet zetten moest ik door de metaal-detector op de luchthaven. Ik moest het verband eraf halen en nog diezelfde dag stond ik in Valencia bij de dokter omdat het ontstoken was. Ik blijf ook vaak haken achter dingen, dus het vergt verzorging. Ik moet regelmatig zalfjes smeren, toch wil ik het niet laten wegnemen. Normaal groeit zo’n microdermal vanzelf uit je huid, maar bij mij blijft hij langer zitten dan verwacht. Dat juweeltje hoort dus echt wel bij mij.”

Annelore (28) & Kathleen (24) Cleuren uit Herderen, koesteren de ring en het medaillon van hun oma

Annelore: “Onze bonne was een fiere vrouw. Ze kocht altijd nieuwe kleren voor een feest en ze ging wekelijks naar de kapper. Oma had ook juwelendoosjes waarin ze al haar juwelen bewaarde, van waardevolle oorbellen en kettingen tot goedkope prullen. Ze was een echt meisje en in die zin lijk ik heel hard op haar. Als ik aan mijn oma denk, zie ik haar zitten met die ring aan haar vinger. Ze heeft achttien jaar bij ons ingewoond en droeg hem altijd en overal. En dat doe ik ook sinds ik hem heb gekregen na haar overlijden. Zo heb ik het gevoel dat ze nog steeds een beetje bij ons is. Toen ik de ring kreeg moest ik hem wel laten verkleinen, een risico maar het is goed gelukt. Ik zou het erger gevonden hebben als ik die ring niet zou kunnen dragen.”

Kathleen: “In het medaillon van bonne zitten twee foto’s, van haar en van mijn opa. De foto’s zijn al wat verkleurd door de tand des tijds, maar ik herken haar er nog in. In elke herinnering aan mijn oma zie ik haar met dat medaillon. En ik ben heel blij dat ik die herinnering zo dicht bij mij kan dragen, letterlijk dag en nacht. (lacht) Ik doe hem enkel uit om te douchen en iedereen in mijn omgeving weet hoeveel dat juweel betekent voor mij. Het is zoals in het liedje van Ed Sheeran: You can fit me inside the necklace, you got when you were sixteen, next to your heatbeat where I should be.”

Albert Reyskens (101) uit Bilzen, gaat nooit buiten zonder zijn pet

Complimenten: “Ik heb altijd mijn best gedaan om er verzorgd bij te lopen. Een net hemd, een mooie debardeur, een passende pantalon. En die klak. Ik werkte bij Philips en daar kreeg ik wel eens een compliment van de vrouwen over mijn kledingstijl. (lacht) Toen ik jong was, droegen bijna alle mannen een hoofddeksel. Toen was het een gewoonte, nu is het een accessoire.”

Praktisch: “De laatste tijd zit ik veel binnen, zonder pet. Maar als ik buiten ga wandelen, dan moet die pet op mijn hoofd staan. Laat het maar regenen. Laat het maar waaien. En laat mijn haar zelfs maar uitvallen. Ik heb voor alles een praktische oplossing met die pet.”

Altijd en overal: “Die klak stond altijd op mijn hoofd, behalve als er foto’s genomen moesten worden. Dan moest ze uit, dat is maar beleefd. Op alle foto’s die ooit genomen zijn sta ik daarom zonder hoofddeksel, vreemd genoeg dus niet zoals de mensen mij kennen. Bij alles wat ik in mijn leven gedaan heb, overal waar ik ben geweest, tot in een werkkamp in Duitsland tijdens de oorlog: altijd was mijn metgezel erbij.”

Winning team: “Vroeger kocht ik mijn klakken zelf in Hasselt, in de hoedenwinkel. Nu kopen mijn kinderen mijn kleren. Hier ligt in de kast nog een reservepet. In dezelfde maat, dezelfde kleur. Ik ben nooit van dat blauw afgeweken. Als iets goed is, moet je het niet veranderen.”

Marietje Vanderspikken (34) uit Hasselt, zweert bij haar rode lippenstift en dito nagellak

Uit bed rollen: “Op mijn zeventiende ben ik beginnen te experimenteren met make-up. En al snel werd duidelijk dat rode lippenstift en nagellak blijvers waren voor elke dag. Ik draag meestal een zwarte of grijze outfit, dus met dat rood heb ik een leuk accentje. Op een of andere manier heb ik het gevoel dat ik meer straal met dat beetje extra. Ik zie er alleszins niet uit alsof ik pas uit mijn bed kom gerold, ook al is dat soms wel het geval.” (lacht)

Poppemieke: “Door mijn rode lippen en nagellak denken veel mensen dat ik een poppemieke ben. Maar ik ben eigenlijk een echt buitenmens. Ik ga kamperen, ik loop marathons en binnenkort start ik zelfs met een cursus pottenbakken. Ik durf mijn gelakte nagels dus vuil te maken, letterlijk en figuurlijk.”

Strepen: “Vandaag koop ik mijn lippenstift en nagellak gewoon online, maar vroeger reed ik nog speciaal naar Antwerpen of zelfs Amsterdam om mijn favoriete merk te gaan kopen. Laura Mercier voor de lippen en Kure of Hema voor de nagels. De prijs zegt eigenlijk niet veel over het product, in dit geval. Goede lippenstift is lippenstift die niet op je tanden of op je kopje koffie blijft hangen. Goede nagellak is nagellak die langer dan een dag blijft en die geen strepen achterlaat op witte muren.”

foto's Liesje Reyskens

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer