‘Hogere rente studieschuld is in strijd met VN-verdrag’
Den Haag
Dat stellen het Landelijk Studenten Rechtsbureau (LSR) en het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) in een juridische inventarisatie. Op 4 juni stemt de Eerste Kamer over de renteverhoging die in het regeerakkoord is afgesproken. De studentenorganisaties roepen minister Ingrid van Engelshoven (D66) op het wetsvoorstel terug te trekken, zo niet dan overwegen ze juridische stappen.
De voorgenomen renteverhoging is al door de Tweede Kamer aangenomen, maar stuit op steeds meer weerstand. Op een partijcongres in maart namen D66-leden een motie aan waarin de Eerste Kamerfractie wordt opgeroepen tegen de die verhoging te stemmen. In de schriftelijke behandeling toonden de D66-senatoren zich ook al uitgesproken sceptisch over het wetsvoorstel.
GroenLinks is vorige week samen met studentenorganisaties een petitie begonnen om senatoren op te roepen tegen te stemmen. Studenten verzetten zich al langer tegen de maatregel omdat het de zoveelste versobering betekent. Eerder maakte de studiefinanciering plaats voor het leenstelsel. Ook daarvoor brokkelt de steun steeds verder af. Destijds ging de rente ook al omhoog.
Nu is de rente gebaseerd op de vijfjaarsrente. In het nieuwe wetsvoorstel wordt uitgegaan van de tienjaarsrente, die hoger ligt. Voor de gemiddelde oud-student betekent het een stijging van 12 euro per maand bij de terugbetaling. De maatregel moet de schatkist uiteindelijk jaarlijks 226 miljoen euro opleveren, volgens Van Engelshoven noodzakelijk voor de financiële houdbaarheid van het stelsel.
Het LSR en het ISO onderzochten hoe het wetsvoorstel zich verhoudt tot het VN-verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten dat Nederland geratificeerd heeft. Dat verdrag is bedoeld om de toegankelijkheid van het onderwijs te verhogen, zegt ISO-voorzitter Tom van den Brink. ‘Uit het toetsingskader, de uitleg van het verdrag, blijkt dat maatregelen die studeren duurder maken geïnvesteerd moet worden in kwaliteit van onderwijs. Dat gebeurt niet bij de renteverhoging.’
kosteloos hoger onderwijs
De studenten hebben een punt, zegt zowel Roel Schutgens, hoogleraar algemene rechtswetenschap aan de Radboud Universiteit, als Paul Zoontjens, hoogleraar onderwijsrecht aan de Universiteit Tilburg. Schutgens: ‘Je hoeft geen jurist te zijn om te zien dat het verhogen van de kosten van hoger onderwijs op zeer gespannen voet staat, zo niet in strijd is, met deze bepaling. Die verplicht Nederland namelijk tot geleidelijke invoering van kosteloos hoger onderwijs.’
Maar de juristen hebben grote twijfels of een stap naar de rechter zin heeft. De VN-bepaling heeft juridisch effect tussen staten, maar niet jegens burgers, zegt Schutgens. Toch zal de regering zich moeten verantwoorden, meent Zoontjens. ‘Nederland is gebonden aan het verdrag, ook al kan die binding niet door de rechter worden getoetst.’
Een woordvoerder van Van Engelshoven laat in een reactie weten de lezing van het ISO en LSR niet te delen. ‘Op basis van het verdrag is er geen directe verplichting om de extra inkomsten te investeren in het onderwijs.’ D66-senator Alexander Rinnooy Kan noemt de opvatting van de studentenorganisaties ‘interessant’. Zijn fractie heeft nog geen standpunt ingenomen. ‘Wij hebben kritische vragen gesteld.’ De D66-senatoren hebben het regeerakkoord niet getekend. ‘Formeel is er geen commitment, maar we houden er wel rekening mee. Dat maakt het ingewikkeld.’
Als het wetsvoorstel op 4 juni wordt aangenomen, is dat op de valreep. Een week na de stemming, op 11 juni, wordt de nieuwe Eerste Kamer geïnstalleerd. De huidige coalitie heeft dan geen meerderheid meer en zou dan naar verwachting onvoldoende steun vinden voor de renteverhoging. <