Zo herinneren onze lezers zich recordzomer van ‘76: “Mijn man leren kennen in snikhete dancing”

België kreunt onder de hitte en de droogte. Maar dat was niets in vergelijking met de zomer van 1976, horen we dan wel eens zeggen. Ook onze lezers herinneren zich de verschroeiende hitte van toen nog levendig. Een bloemlezing van de opvallendste

nadb

OPROEP. Heb jij nog herinneringen aan de zomer van 1976? Laat het ons hier weten via mail

Colette: “Ik herinner mij die zomer nog heel goed. Hij begon vroeg en duurde lang. Op 26 juni 1976 heb ik mijn man leren kennen in een snikhete dancing in Blankenberge. Men kon de drankjes niet meer koud krijgen. Er was een tekort aan ijsblokken. En ja, er was ook een verbod op sproeien en de auto wassen.”

Jeurissen-Maris: “Het kleine landelijke dorpje Mopertingen haalde het avondnieuws op de toenmalige BRT met beelden van waterbedeling door de brandweer na dagen zonder stromend water.”

Danny: “Ik was zeven jaar toen we het verbod kregen om met water te spelen. Om de haverklap vloog een Alouette van de Rijkswacht over onze huizen om te controleren of iemand de auto aan het wassen was of de tuin aan het bewateren was. Van zwembadjes was geen sprake, maar we hadden wel een waskuip die dan met water uit de regenput gevuld werd.”

Ria: “Er waren mensen die dachten dat de wereld echt ging vergaan. Het was het gespreksonderwerp van de dag. Het verontrustte de mensen, want dat was toch allemaal niet meer normaal, zeiden ze. Blijkbaar konden ze zich niets gelijkaardigs herinneren.”

Lucia: “Het was juni 1976. We verwachtten ons adoptiekindje uit Korea. Ik probeerde de suikerbonen in te pakken, maar het was zo warm in de living dat de suiker aan mijn vingers plakte en ik de grootste moeite had om ze in de kleine glazen potjes te krijgen.”

Ivo: “Wat mij - maar vooral mijn vrouw - is bijgebleven, is het volgende: halfweg juli brak haar vruchtwater na zes maanden zwangerschap. Drie maanden moest ze plat blijven liggen in zulke temperaturen. Al die tijd geen terrasje, geen uitstapje naar zee... Tot onze zoon van 3,45 kilogram geboren werd.”

Viviane: “Tijdens de hittegolf van ‘76 was ik zwanger en uitgerekend voor 11 juli. Ik zat meer in de douche om verkoeling te zoeken dan ergens anders. Toen ik uiteindelijk op 30 juli de bevalling moest laten inleiden omdat de baby maar niet kwam, was de vroedvrouw van dienst stomverbaasd dat ik het zo lang volgehouden had. Gelukkig verliep de geboorte heel vlot en was alle leed van de warmte snel vergeten.”

Irene: “Wij gingen iedere middag gepakt en gezakt naar het strand. Mijn zoontje was zes jaar en mijn dochtertje één jaar en zeven maanden. We hadden een zalige tijd, want op het strand was er altijd een klein beetje wind. ’s Avonds werd er in de tuin met al onze vrienden gegeten en iets gedronken. Alle kinderen speelden buiten. Er was heel veel plezier en er werd heel veel gelachen. In de appartementen waren er geen televisies om bijvoorbeeld series te volgen. We deden spelletjes en iedere avond was een feest.”

Marc: “In 1976 was ik lid van motorclub Seagull in Gent. Ik herinner me nog dat we toen iets hebben uitgeprobeerd om te zien of dit wel echt kon. Een ei bakken in de zon op een auto. En ja, het was zo warm dat dit dus echt lukte.”

Rudi: “Wij zijn getrouwd op 9 juli 1976 en het was ontzettend warm. Mijn vrouw had een mooi lang kleed aan en ik een kostuum in velours. Allebei veel te warm natuurlijk, maar we hadden alles maanden op voorhand besteld. De fotoreportage na de kerkdienst was niet te doen. Veel te warm en alle bomen zagen er bruin en verdord uit. Een huwelijk om nooit te vergeten dat nog altijd standhoudt!”

Greet: “Dat jaar moest ik mijn eindexamen voor verpleegkunde doen. Het was heet vanaf mei tot juli. Ik was geslaagd, maar had steeds binnen gestudeerd. Iedereen had dus een mooi bruin kleurtje, maar ik was bleek en zag er moe uit.”

Freddy: “Als arbeider op het toenmalige Cockerill Yards was ik tewerkgesteld aan dek van een in aanbouw zijnde zeeschip. ’s Morgens was het aan dek reeds een plaatwarmte van om en bij de 40 graden. Na anderhalf uur te hebben gewerkt, werd alles afgeblazen. We zijn toen drie weken werkloos geweest.”

Patricia: “We waren op vakantie in het Zwarte Woud. Alles was er mooi groen. Het was warm, maar niet drukkend. Bij thuiskomst in ons land vielen de bruine grasperken en stoffige straten ons op. In de supermarkten waren de drankrekken leeg. We wilden voor de kinderen een zwembadje kopen, maar ze waren overal uitverkocht. Ons landje leek uitgedroogd en iedereen zat binnen te puffen.”

Marc: “Ik was vijftien jaar in die hete zomer. Wij mochten toen in een tent slapen in de buurt. Ons groepje bestond uit zeven personen, waarvan de meeste meisjes waren. Rond 23 uur kwam een oudere vriend ons ophalen met de auto om naar een discotheek te gaan. Als we om 6 uur ’s ochtends terugkwamen, moesten we ongemerkt in onze tent geraken. Niet evident bij klaarlichte dag. We hebben dit een paar dagen kunnen volhouden, maar zijn dan tegen de lamp gelopen. Mijn ouders waren bezig met verbouwingen achteraan het huis. Aangezien onze tent in een hogergelegen weide stond, konden ze alles gadeslaan. Zo viel het hen op dat de rits van de tent in de namiddag nog steeds dicht was en dat bij zo’n hitte... En zo gebeurde het onvermijdelijke: op een ochtend stonden onze ouders ons op te wachten aan de tent. Nu ben ik 56, maar de mooie hete zomer van 1976 blijft onvergetelijk. Voor mij steekt die er nog altijd bovenuit.”