Direct naar artikelinhoud
Strijd tegen IS

"Je weet niet wie de volgende zal zijn die de deur opent. Je weet enkel dat die verkrachting er komt"

Nadia Murad won vorig jaar een prestigieuze prijs voor de mensenrechten.Beeld EPA

Nadia Murad heeft als IS-slavin de hel doorstaan. Na haar ontsnapping maakte de yezidi-vrouw er haar persoonlijke missie van om dit thema - hoe pijnlijk ook - brandend actueel te houden. Ze gaf een beklijvende speech tijdens een hoorzitting van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, schopte het tot goodwillambassadrice en maakte zelfs kans op de Nobelprijs voor de Vrede. Nu komt daar nog eens een boek bovenop, "opdat de gruwel nooit vergeten zou worden".

"Het wordt nooit makkelijker om je verhaal te doen", klinkt het. "Telkens wanneer ik herinneringen ophaal, beleef ik alles opnieuw. Maar mijn verleden is mijn beste wapen tegen terrorisme. Ik zal er blijven gebruik van maken totdat die terroristen berecht worden."

In 'The Last Girl: My Story of Captivity and My Fight Against the Islamic State' beschrijft Murad haar bikkelharde leven als gevangene in Mosul. Ze wilde zo graag lerares geschiedenis worden of haar eigen schoonheidssalon openen, maar in één dag zouden al haar dromen bruusk weggevaagd worden.

"Je weet niet wie de volgende zal zijn die de deur opent. Je weet enkel dat die verkrachting er komt"
Beeld Rv

"Tranen vielen op zijn hand"
15 augustus 2014, de datum staat in haar geheugen gegrift. IS-strijders vielen haar dorp Kocho binnen en executeerden alle mannen die zich weigerden te bekeren tot de islam. Murad verloor bij die slachtpartij niet alleen zes broers, maar ook haar moeder. Zij bleek simpelweg "te oud om nog als seksslavin te dienen". Samen met 7.000 andere meisjes kwam de toen 21-jarige jongedame in het meedogenloze 'uitleencircuit' van IS terecht.

Nadia Murad en lotgenote Lamiya Aji kregen de mensenrechtenprijs van het Europees Parlement.Beeld REUTERS

Toen Murad op de bus stapte, werd ze al meteen bepoteld. "Die man greep naar mijn borsten, en dat terwijl ik nooit eerder op die manier aangeraakt was. Mijn tranen vielen op zijn hand, maar dat hield hem niet tegen."

Verraad
Dat de yezidi's er alleen voorstonden, voelt voor Murad aan als verraad. "Onze soennitische buren hadden ons kunnen helpen, maar dat is niet gebeurd. Ik belandde uiteindelijk bij een IS-rechter die Hajji Salma heette. 'Jij bent mijn vierde seksslavin', zei hij. 'De andere drie zijn nu moslima geworden. Yezidi's zijn ongelovigen, we doen dit om jullie te helpen'. Er werd ook een foto van mij genomen. Als ik trachtte te ontsnappen, zou die verspreid worden onder de IS-strijders. Ik moest me overal epileren, make-up dragen en een feestjurk aantrekken om aan de gasten thee te serveren."

Nadia Murad tijdens de hoorzitting van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.Beeld REUTERS

Een hartverscheurende passage uit het boek maakt duidelijk hoe uitzichtloos de situatie was. "Op een bepaald moment bestond mijn leven enkel nog uit verkrachting. Je weet niet wie de volgende zal zijn die de deur opent. Je weet enkel dat dat misbruik er sowieso komt en dat het de dag nadien misschien nog erger wordt."

"Bewustzijn verloren"
Een eerste ontsnappingspoging liep faliekant af. "Ik kreeg zweepslagen en werd verkracht door zes bewakers tegelijk, totdat ik uiteindelijk het bewustzijn verloor. De week nadien werd ik nog eens uitgeleend aan zes andere mannen, die me sloegen en op hun beurt misbruikten. Een IS-strijder wilde me daarop mee naar Syrië nemen."

Toen haar eigenaar vergat de deur op slot te doen, zag Murad haar kans schoon. In een abaya (een lange, losse jurk die tot op de grond reikt en ook de haren bedekt; nvdr) klom ze over de tuinmuur, haar vrijheid tegemoet. Op goed geluk klopte ze aan bij een huis en vroeg ze om hulp. De oudste zoon van die soennitische familie zou daarna zijn leven op het spel zetten om haar naar een veilige plek te smokkelen.

"Je weet niet wie de volgende zal zijn die de deur opent. Je weet enkel dat die verkrachting er komt"
Beeld EPA

"Toch deden ze niets"
Zo veel geluk was haar nicht niet gegund, zou Murad later vernemen. Zes keer had ze bij onbekenden gesmeekt om hulp, evenveel keer was ze weer in de klauwen van IS beland. En dat wringt, geeft de vrouw grif toe. "Die families in Irak en Syrië leidden in feite een normaal leven, terwijl wij gemarteld en verkracht werden. Ze zagen ons op straat lopen met onze eigenaars, ze hoorden ons geschreeuw op de slavinnenmarkt. En toch deden ze niets."

"Wat ik met dit boek wil bereiken? Dat yezidi-vrouwen die nog steeds gevangenzitten bevrijd worden, dat overlevenden geholpen worden, dat landmijnen in de regio van Sinjar onschadelijk gemaakt worden en dat Islamitische Staat vervolgd wordt. En dan nog het allerbelangrijkste: ik hoop het laatste meisje ter wereld te zijn dat zo'n verhaal moet vertellen."

UPDATE: De Nederlandstalige versie van het boek is intussen ook verschenen, met als titel ‘Ik zal de laatste zijn’ (Uitgeverij Ambo|Anthos, 20 euro).