Direct naar artikelinhoud
Podium

De grens tussen film en theater wordt steeds dunner. Hoe komt dat?

Tijdens ‘JR’ van FC Bergman, dat zich afspeelt op verschillende verdiepingen, werden alle personages gevolgd door twee cameralui, en leek er live een film gemonteerd te worden.Beeld RV © kurt van der elst | kvde.be

Een van de regisseurs van de nieuwe Malpertuis-voorstelling Beginners is filmmaker Nathalie Teirlinck. Eerder lieten ook FC Bergman en SKaGen zich inspireren door de zevende kunst, en ondertussen wordt Stefaan van Brabandts toneelstuk Hechten een film. Vanwaar die kruisbestuiving tussen theater en cinema?

“In theater kan er steeds van alles gebeuren dat niet te voorzien is. Je kunt nooit streven naar volledige controle. Maar het is net dat wat me aantrekt. Misschien ben ik gewoon een tikkeltje masochistisch.”

Aan het woord is Nathalie Teirlinck, filmmaker van beroep: ze studeerde in 2007 af aan het Gentse KASK en twee jaar geleden maakte ze het goed onthaalde Le passé devant nous, waarmee ze de Ensor voor beste debuut won. Maar Teirlinck maakt ook theater. Beginners, de nieuwe voorstelling van Malpertuis die Teirlinck samen met theatermaker Piet Arfeuille regisseerde, gaat donderdag in première. Het is niet de eerste keer dat de twee samenwerken. In 2011 maakten ze Yesterday (or How We Felt About the Rumour). “Filmisch theater, zonder ook maar één camera te gebruiken”, volgens Malpertuis.

Zes verhalen van de Amerikaanse auteur Raymond Carver vormen de inspiratie voor Beginners. “Carvers verhalen draaien rond alledaagsheid, rond de banaliteit van het dagelijks leven. Die banaliteit kun je het best vatten in filmisch realisme. Eigenlijk zouden zijn verhalen beter verfilmd worden, in plaats van op het theater te worden gebracht.” Als Teirlinck de voorstelling omschrijft, haalt ze niet toevallig twee filmvoorbeelden aan. “Het zijn zes verhaallijnen, door elkaar gemonteerd. Een beetje zoals Magnolia of Short Cuts.”

Alomtegenwoordig

Wie de laatste jaren al eens in een theaterzaal doorbracht, zal soms weleens vermoed hebben dat ze een bioscoopzaal zijn binnengelopen. De kruisbestuiving tussen theater en film is alomtegenwoordig. Tijdens JR van FC Bergman werden alle personages gevolgd door twee cameralui, en leek er live een film gemonteerd te worden. In Closer van SKaGeN filmden de personages elkaar, en kregen de toeschouwers de beelden meteen op hun telefoon of tablet te zien. En destijds omschreef deze krant Yesterday als “een David Lynch-film in theatervorm”.

De beweging gaat overigens ook in de andere richting: half februari komt Trio uit, de filmbewerking van het toneelstuk Hechten van Stefaan van Brabandt. Een film volgens de wetten van het theater: drie personages die met elkaar praten, zonder noemenswaardige actie, zonder special effects. Trio werd overigens gemaakt door een collectief dat elkaar leerde kennen op de planken: Bruno Vanden Broecke, Matteo Simoni en Ruth Beeckmans namen scenario, regie én de rollen op zich.

Film- en theatermaakster Nathalie Teirlinck.Beeld RV FRED DEBROCK

Commercialisering

De wisselwerking tussen theater en film is niet nieuw: regisseurs als Ingmar Bergman en John Cassavetes switchten vlot van het ene medium naar het andere. En toneelvernieuwers als Erwin Piscator en Bertolt Brecht lieten zich in de jaren 30 al inspireren door de zevende kunst. Maar film heeft wel meer dan ooit zijn weg gevonden naar de bühne, ziet ook theaterwetenschapper Kurt Vanhoutte (Universiteit Antwerpen). “In de vroege jaren 80 stonden theatermakers vooral weigerachtig tegenover film: dat werd toen vooral gezien als commercialisering, en het theater wilde zich daartegen beschermen. Maar makers als Guy Cassiers, die acteurs live op scène zetten en confronteerden met hun gefilmd evenbeeld, en Meg Stuart, die met videokunstenaars werkte, zijn pioniers geweest. Nu is het alomtegenwoordig: de theatergroep Berlin maakt bijvoorbeeld documentair theater dat bijna integraal uit film bestaat.”

Eenvoudig is het nochtans niet, theater en film combineren. Film is, zo zegt Teirlinck, een medium waarmee je de realiteit bijna één-op-één kunt weergeven. In het theater is dat veel moeilijker. “In theater zit er altijd een spanning tussen realisme en abstractie. Een zonsondergang kun je in een theatervoorstelling nooit letterlijk laten zien. Ik werk heel graag met landschappen, maar de theatrale ruimte is heel beperkt.”

Wat ook moeilijker is, zo stelt Teirlinck vast, is de blik van je publiek sturen. “In film is wat je niet toont in je beeld, even belangrijk als wat je wél toont”, aldus Teirlinck. “Maar hoe vertaal je dat naar het theater? Daar heeft het publiek een blik die steeds op de hele scène is gericht.” In Yesterday omzeilden Arfeuille en Teirlinck die beperking door het publiek door een gang te laten lopen. “Een deel van de vertelling speelde zich dan af achter de muren.” Eenzelfde methode hanteren de twee makers ook in Beginners. Een camera komt er niet aan te pas, in tegenstelling tot eerdere voorstellingen die Teirlinck maakte voor Zonzo Compagnie. “Toen bracht ik het medium film letterlijk op het theater. Maar ik wil het ene medium niet gebruiken om het andere op te vullen: daarvoor heb ik te veel respect voor film en voor theater.”

‘In film is wat je niet toont in je beeld, even belangrijk als wat je wél toont. Maar hoe vertaal je dat naar het theater?’
Nathalie Teirlinck, film- en theatermaker
De nieuwe Malpertuis-voorstelling ‘Beginners’ wordt geregisseerd door filmmaakster Nathalie Teirlinck. “Filmisch theater, zonder ook maar één camera te gebruiken”, klinkt de omschrijving.Beeld RV Gregory Crewdson

Controle

Toch creëert film niet alleen moeilijkheden voor theatermakers, maar ook mogelijkheden. Met close-ups kun je je toeschouwers veel gerichter naar de personages laten kijken, en met vooraf opgenomen beelden kun je de beperkingen van een theaterzaal omzeilen. “Je kunt extra lagen toevoegen”, ziet Vanhoutte. “Je kunt het onderbewuste of de dromen van personages tonen, scènes die in het theater zelf niet vanzelfsprekend zijn.”

Toen film nog in zijn kinderschoenen stond, pikte het technieken van het theater. Maar vandaag is het omgekeerd: film bepaalt hoe we naar de werkelijkheid kijken. “Film is vandaag alomtegenwoordig, terwijl theater meer een niche is geworden”, merkt Vanhoutte op. “Film is overal, en we kijken met zijn allen overal, op elk moment, naar film. We hebben vandaag een filmisch oog gekregen, en iedereen denkt in beelden.” Dat stelt ook Stef Aerts, theatermaker bij FC Bergman vast. “Mensen zijn verwend door film en tv. Ze zijn het gewoon om dicht op de huid van de hoofdpersonages te zitten.”

In Bergman-voorstellingen als 300 el x 50 el x 30 el, Van den Vos en JR speelde de camera een heel grote rol. Voor dat laatste stuk bestond het decor uit een toren van vier verdiepingen, waar het publiek aan vier zijden rond zat, waardoor ze steeds maar een deel van de voorstelling te zien kregen: de centrale verhaallijn werd ondertussen gefilmd en geprojecteerd. “Op die manier konden de cameramannen ook de blik van het publiek focussen. Mochten we in JR geen camera’s gebruiken, zou het publiek weinig aan de voorstelling hebben. Zonder de beelden mis je een ontzettend groot deel.” Bovendien las het boek waarop JR werd gebaseerd, als een filmscenario. “Dankzij de camera konden de acteurs ook heel realistisch en natuurlijk die dialogen brengen.”

Maar artistieke noodzaak is belangrijk, benadrukt Aerts. “Camera’s worden te vaak ingezet om wat er al is vast te leggen.” Bij 300 el boden de beelden een inkijk achter het decor; bij Van den vos volgde de camera het hoofdpersonage Ysengrim, zodat het publiek zijn standpunt volgde, en werden ook vooraf opgenomen beelden gebruikt. 

‘Ik ben een ongelooflijke controlefreak. En in het theater moet je die controle loslaten. Het is een veel grilliger medium’

Film en theater combineren biedt dus heel wat mogelijkheden. Maar ook heel wat uitdagingen en moeilijkheden, stelt Teirlinck vast. “En soms ook frustraties. Ik blijf in de eerste plaats filmmaker. En als je een film maakt, heb je ongelooflijk veel controle: je kunt alle details tot in de puntjes uitdenken. Ik ben een ongelooflijke controlefreak. En in het theater moet je die controle loslaten. Het is een veel grilliger medium, het is onvoorspelbaar. Je moet accepteren dat elke voorstelling anders is. Daar ben ik nog altijd een beetje bang voor.”

Beginners gaat donderdag in première in de Grote Post, Oostende. Tot 25 mei op tournee.