Direct naar artikelinhoud
Populisme

Europese populisten verdriedubbelden hun macht in twintig jaar

België is een atypisch land waar populisme werd teruggedrongen
Beeld ANP

De afgelopen twintig jaar verdriedubbelden Europese populistische partijen hun kiezersaanhang. In elf landen maken ze deel uit van regeringen. Dat blijkt uit een studie van de Britse krant The Guardian in 31 Europese landen.

Het onderzoek stond onder leiding van de politiek socioloog Matthijs Rooduijn (Universiteit Amsterdam) die samenwerkte met 35 andere onderzoekers. Belangrijkste conclusie is dat populistische partijen tussen 1998 en 2018 hun stemmenaantal in Europa zagen stijgen van 7 naar 25 procent. Volgens de studie kende deze evolutie twee versnellingen: de financiële crisis van 2008 en de vluchtelingenpiek van 2015.

In Centraal-, Noord- en West-Europa gaat het voornamelijk over extreemrechtse partijen die teren op antimigratiestandpunten, in Zuid-Europa maakten vooral links-populistische partijen als het Griekse Syriza en het Spaanse Podemos opgang na de financiële crisis en het onvermogen van mainstreampartijen om de hoge werkloosheid en dramatisch toenemende armoede terug te dringen.

In een begeleidend opiniestuk in The Guardian stelt hoofdonderzoeker Rooduijn dat een viertal factoren de populistische hausse verklaren. Onder andere het feit dat de verschillen tussen linkse en rechtse mainstreampartijen verdwijnen, zorgt bij kiezers voor verwarring en creëert ook een braakliggend terrein voor partijen met radicale standpunten. Rooduijn haalt hier Frankrijk als voorbeeld aan waar de socialistische PS en de liberale UMP steeds meer op elkaar begonnen te lijken, Front National-boegbeeld Marine Le Pen inspireerde om het in haar toespraken steevast over de ‘UMPS’ te hebben.

Het feit dat de verschillen tussen linkse en rechtse mainstreampartijen verdwijnen, zorgt bij kiezers voor verwarring

Ook crisismomenten maken volgens Rooduijn dat populisten de wind in de zeilen krijgen. De financiële crisis en het vluchtelingenprobleem versterkten volgens de onderzoeker de idee dat de machtselite incompetent was om belangrijke problemen het hoofd te bieden.

Corruptieschandalen bleken eveneens catastrofaal voor gevestigde partijen. Met name in Italië en Griekenland, waar corruptie lange tijd endemisch was, positioneerden voornamelijk linkse en libertaire politici zich als toonbeelden van ‘zuiverehandenbeleid’.

Deze factoren creëren misschien wel een vruchtbare grond voor populisten, maar om echt electoraal succes te boeken zijn er ook sterke politieke leiders en solide partijstructuren nodig die systematisch en met verbaal talent het ongenoegen bij de bevolking kunnen uitspelen.

Rol van de media

Tenslotte wijzen de onderzoekers op het belang van de media. Naarmate klassieke media hun sputterende verkoop- en advertentiecijfers proberen op te krikken met schandalen en politieke conflicten krijgen populisten meer argumenten in handen om klassieke politici af te kraken. In bepaalde landen kozen media zelfs expliciet de zijde van populisten: met name in Groot-Brittannië ontpopten kranten als The Sun, The Daily Mirror en The Daily Telegraph zich tot spreekbuizen van de brexiteers.

Opmerkelijk: België wordt in de studie omschreven als een atypisch land. “In België kent Vlaams Belang al tien jaar een achteruitgang.” En over de N-VA: “Populistische partijen die toetreden tot de regering hebben het moeilijk om vast te houden aan hun agenda omdat ze gedwongen worden om compromissen te sluiten.”