Direct naar artikelinhoud
column

Na de zomermercato zal 65 procent van de voetballers in Belgische loondienst niet de Belgische nationaliteit hebben

Hans Vandeweghe.Beeld Bob Van Mol

Hans Vandeweghe is sportjournalist bij De Morgen.

In het seizoen 1982-'83 verdienden 69 buitenlandse spelers hun boterham op Belgische voetbalvelden, geen 20 procent. Twintig jaar later zaten al 188 niet-Belgen in de kernen van de achttien eersteklassers of 43 procent. Vandaag, tel daar zestien jaar bij, bestaan de kernen van de inmiddels zestien Belgische clubs uit nog minder dan 37 procent Belgen.

Als de zomermercato voorbij is, en de clubs hun laatste gaten in de kernen met vooral buitenlanders hebben aangevuld, zal 65 procent van de voetballers in Belgische loondienst niet de Belgische nationaliteit hebben.

De tsunami aan buitenlandse werkkrachten in ons voetbal heeft niks vandoen met solidariteit

Het is niet te hopen dat verdedigers van de superdiversiteit dit toejuichen want de tsunami aan buitenlandse werkkrachten in ons voetbal heeft niks vandoen met solidariteit, opvang van kansarme wereldburgers, een nieuwe wereldorde of welk ander wereldbeeld. Dit is puur en simpel mensenhandel. Ooit zal in voetbalmusea over de hele wereld een deel van de opstelling worden gewijd aan de tijd dat voetbaltalent werd verhandeld. De parallel met de slavernij is minder vergezocht dan men denkt.

Omgekeerd effect

Het behoort tot het takenpakket van de overheid om met corrigerende maatregelen te anticiperen op maatschappelijke evoluties. Het is vervolgens de plicht van diezelfde overheid om te checken of de maatregelen wel het gewenste effect hebben. De laatste vijftig jaar zijn in de betaalde sport in België maatregelen genomen die steeds weer het tegenovergestelde effect hadden dan wat ze beoogden.

Keeper Parfait Mandanda schreeuwt zijn verdediger instructies toe. Bij Charleroi spelen veel buitenlanders.Beeld Photo News

Het begon in de jaren 70 met de verlaagde sociale lasten, in navolging van het wielrennen. Het voetbal profiteerde en fraudeerde tegelijk als nooit tevoren, zoals bewezen door de omkoopaffaire Standard-Waterschei en het hele zwartgeldcircuit dat daarna is blootgelegd. Wat was de reactie van de overheid? De voetballers kregen – als enige topsporters – een gunstige groepsverzekering: meer wegstorten dan wie ook en cashen op 35 of bij einde carrière.

Daarna kregen de clubs nog eens vrijstelling van lasten en bedrijfsvoorheffing voor hun vrijwilligers. Gevolg: nog meer creatie van zwart geld, want veel vrijwilligers kregen niks betaald, maar de club schreef hen wel in. Ten slotte werd tien jaar geleden een de facto bestaande regeling in wet omgezet. Sindsdien betalen Belgische voetbalteams minder belasting (bedrijfsvoorheffing) dan hun concurrenten in de omringende landen.

Alle maatregelen die ooit zijn genomen om de opleiding van talent van eigen bodem te bevorderen, hebben een tegenovergesteld effect gehad

Aan die gunstmaatregel was één voorwaarde gekoppeld: de teruggestorte bedrijfsvoorheffing moest worden aangewend om de jeugdwerking te bevorderen, maar daar werd niet of nauwelijks op gecontroleerd. 

Samengevat: alle maatregelen die ooit zijn genomen om de opleiding van talent van eigen bodem te bevorderen, hebben een tegenovergesteld effect gehad. Alle belastingtechnische en andere gunsten die het voetbal voor zichzelf regelde, zijn aangewend om goedkope buitenlandse werkkrachten te halen in de hoop die door te verkopen.

144 miljoen belastingen

Laat ons deze gunsten, zegt het voetbal, want wij brengen de economie iets bij. Het persbericht was lachwekkend: het profvoetbal zou 700 miljoen euro opbrengen en 3.000 jobs creëren. Drieduizend, dat is minder dan het aantal jobs in het onderwijs in het Maasland, een van vijf regio’s in het Limburgse, aldus cijfers van de VDAB. Niet verwaarloosbaar, maar ook niet de moeite van een persbericht waard.

Het einddoel van het Belgisch voetbal is meerwaarde creëren op goedkope buitenlandse werkkrachten

Werd ook nog triomfantelijk gemeld: "De Belgische clubs betaalden vorig jaar 63 miljoen euro belastingen aan de fiscus, aangevuld met 81 miljoen aan indirecte belastingen." Die 144 miljoen aan belastingen is ongeveer het bedrag dat de Belgische staat jaarlijks aan bedrijfsvoorheffing en sociale lasten schenkt aan het Belgisch profvoetbal. Jammer maar helaas, de veiligheidskosten – de massale inzet van politie en dergelijke meer – konden om mysterieuze redenen niet worden opgenomen in de studie.

Finaliteit van sport

In wezen is het probleem vrij simpel. Wat is de finaliteit van een sport, ook al is het een economie? Een gelijkwaardige nationale competitie organiseren, kansen bieden aan jeugd van eigen bodem, ongeacht kleur, religie of afkomst en de nationale ploeg promoten en voeden.

Wat is de finaliteit na al die jaren van het Belgisch voetbal? Alvast niet kansen bieden aan jeugd van eigen bodem. Het einddoel van het Belgisch voetbal is meerwaarde creëren op goedkope buitenlandse werkkrachten, in de hoop die met een zo groot mogelijke marge aan een ander buitenland te kunnen verkopen. 

Gevraagd: een overheid met de moed om daar paal en perk aan te stellen. Als dat ten koste gaat van het concurrentieniveau van de Belgische ploegen in Europa, het zij zo. Als dat ten koste gaat van de mensenhandelaars: dóén.