Direct naar artikelinhoud
Lust & Liefde

"Ik merkte ineens hoe moe ze eruitzag; ons dubbelleven had haar uitgehold"

Corine Koole interviewt over de raadselen van passie en affectie
Beeld ©jef boes @ initials la

Jarenlang had hij een verhouding met een geweldige vrouw, maar Tommy (44) was nooit van plan zijn gezin voor haar in de steek te laten. Toen hij uiteindelijk toch die stap wilde zetten, was het te laat.

Ik houd van de vrouw met wie ik getrouwd ben, maar toen ik tien jaar geleden Devi leerde kennen, kwam er ineens een parallelle wereld bij. Ik werd verliefd, zonder overigens uitgekeken te raken op mijn vrouw. Mijn vrouw en Devi hadden niets met elkaar te maken, kenden elkaar niet en zouden elkaar nooit ontmoeten. Als ze elkaar al in de weg zaten, was dat louter in mijn hoofd, dat langzamerhand steeds meer uitgeput raakte van het heen en weer switchen, van het verlangen, van het al mijn beslissingen toetsen – zelfs de kleinste – aan de vrouw die ik maar eens in de paar weken zag. Zij en ik reden vaak naar de kust, dat waren de mooiste momenten. Als het slecht weer was nam ik een tentje mee, maar in mijn herinnering schijnt altijd de zon. Het besef acht uur lang samen met haar te kunnen doorbrengen, zonder gestoord te worden, zonder betrapt te kunnen worden, was een groot lichtend feest.

“In de stad pikte ik haar op met de auto. Zodra ze naast me op de passagiersstoel gleed, legde ik mijn vlakke hand even tegen haar wang en zij legde haar hand op mijn knie en zo reden we naar het strand. Onder aan de duinen parkeerden we de auto en liepen het duinpad af naar de plek waar we zouden gaan liggen. Tijdens die korte wandeling hing er altijd een soort spanning, ­vergelijkbaar met wat je voelt als je op vakantie gaat. Een blije opwinding over wat komen gaat. Van tevoren ­spraken we af wie wat meenam. In mijn tas zaten broodjes, kruidenkaas, gerookt vlees en een donkerblauw dekentje dat als geliefd aandenken nog steeds op mijn achterbank ligt.

“Het zand, het weer, de meeuwen: alles droeg bij aan een mildheid, een natuurlijkheid die je in het gewone leven zelden zo zuiver aantreft. Op het blauwe dekentje vreeën we, dan rookten we een jointje en renden we in onze blote kont de zee in. En als we eruit kwamen, zeiden we tegen elkaar: schiet jij wat te eten, dan maak ik het vuurtje. Ik zie haar nog voor me, zoals ze druipend terugliep uit zee. Haar ogen die oplichtten in de zon, de lange natte haren, hoe ze lachte naar me en de kleine druppels op haar huid. Op het dekentje vreeën we opnieuw. Maar die tweede keer was alweer net iets anders dan de eerste keer, onmiskenbaar gekleurd door het naderende moment van afscheid. Tot de middag leek de tijd eindeloos te duren, daarna ging het ineens razendsnel. Ik stond mezelf nooit toe in slaap te vallen, want dan zouden er zomaar ineens kostbare minuten weglekken. Een enkele keer gingen we naar een terras om een pintje te drinken, maar een omgeving met andere mensen was een dimensie te veel. Samen in ons blootje was alles zo mooi en zo simpel. Om een uur of vijf liepen we naar een zoetwaterpoel en spoelden het zout van onze lichamen en liepen hetzelfde pad naar de auto weer terug.

Op een dag spraken we af in het bos waar we wel vaker wandelden. Ik zei haar dat ik liefst samen met haar verder wilde, ook al wist ik hoeveel pijn ik mijn naasten daarmee zou doen

“Tegen die tijd was de zon gedraaid en de opwinding van de heenweg definitief veranderd in weemoed. Het einde van de middag was als de flipside van de ochtend. Ik keek naar haar, naar het zacht katoenen T-shirtje van American Vintage dun om haar lichaam, de spijkerbroek eronder. Hoe mooi ze was, een diertje. En ook al wist ik dat dit telkens repeterende afscheid de afspraak was die hoorde bij het parallelle karakter van onze liefde, dat Devi nooit de plaats in mocht nemen van mijn vrouw en mijn gezin; als we dan bij de auto stonden, huilden we allebei.

“Thuis stapte ik van het ene op het andere moment in mijn gezin, zonder mijn twee levens met elkaar te vergelijken en aanvankelijk diep gelukkig over wat ik zojuist allemaal had meegemaakt. Maar na een paar dagen zette het gemis wreed in. Shit, zonder haar ben ik gewoon niet compleet, besefte ik. Zij, die me veranderd heeft, die zo op me lijkt in haar liefde voor water en ­duinen en bomen, die me met haar aandacht meer ­zelf­liefde heeft gegeven dan ik ooit heb gehad, zonder haar wilde ik uiteindelijk niet meer.

“Er zijn onverklaarbare dingen gebeurd in die tien jaar, alsof we voorbestemd waren. Zo kwam ik haar tijdens een vakantie met mijn gezin in Spanje plotseling op een ochtend joggend tegen op een verlaten landweg. Bizar, ze is een deel van mij geworden. Er waren duizenden redenen om niet voor haar te kiezen, maar toen ik uiteindelijk alles afpelde, bleef alleen het verlangen haar te voelen over. Een besef van onvermijdelijkheid.

“Op een dag, een paar maanden geleden, spraken we af in het bos waar we wel vaker wandelden. Ik zei haar dat ik tot de slotsom was gekomen het liefst samen met haar verder te gaan, ook al wist ik hoeveel pijn ik mijn naasten daarmee zou doen. Ze schrok. ‘Dit heb je nog niet eerder gezegd.’ Toen vielen we stil, beiden perplex over de woorden die nu hardop waren uitgesproken. In de jaren ervoor waren er vergelijkbare momenten geweest waarop zij juist voor mij wilde kiezen, maar ik was altijd heel duidelijk geweest in mijn keuze voor mijn gezin. Daar had ze zich bij neergelegd, en nu ik zelf voorstelde de grote stap te nemen met alle verwoestingen van dien en de rest van ons leven te delen was het te laat. ‘Ik kan het niet,’ zei ze, ‘ik kan geen ja tegen je zeggen.’

“En dat was het einde. Ik merkte ineens hoe moe ze eruitzag; ons dubbelleven had haar uitgehold. Bij de auto huilden we opnieuw en daarna hebben we elkaar nooit meer gezien. Maar elke avond als ik naar bed ga, neem ik de tijd om mijn herinneringen een voor een te laten passeren. Dan zie ik haar voor me, op dat strand, dat leuke loopje van haar, en vrees het moment dat mijn innerlijke film zo vervaagt dat ik haar voorgoed kwijt ben.”