Belgische boogjagers pleiten voor erkenning: “Pijl en boog ideaal om populatie everzwijnen te beheren”

Over enkele weken trekt Luc Krols, gepassioneerd boogjager, naar de Franse Bourgognestreek om er met pijl en boog op reeën te gaan jagen. In Frankrijk is boogjagen met 25.000 jagers goed ingeburgerd, net zoals in de VS, die drie miljoen boogjagers tellen. In België zijn er slechts 750: 500 in Wallonië en 250 in Vlaanderen. In Wallonië is jagen met pijl en boog toegestaan, in Vlaanderen niet. En dat vindt de Belgische federatie BFF jammer.

“Wij zijn ervan overtuigd dat jagen met pijl en boog een plaats heeft binnen het moderne wildbeheer”, zegt Luc Krols uit Brasschaat. Hij is behalve boogjager ook consultant in de farmaceutische industrie. “Om de groeiende populatie everzwijnen te reguleren, zou boogjagen zijn rol als extra bestrijdingsmiddel zeker kunnen vervullen. Niet alleen tuinen van villa’s en ­maïsvelden worden omgewoeld, ik heb recentelijk foto’s gezien van everzwijnen in de buurt van een speeltuin. Het blijven wilde dieren, we moeten voorkomen dat er ongelukken gebeuren. Daarom pleiten wij voor de erkenning van pijl en boog als jacht- én bestrijdingsmiddel.”

Manier van leven

Boogjagen is voor Luc Krols geen hobby of sport, het is een manier van leven, zegt hij. “Ik zou willen dat ik elke dag met pijl en boog zou kunnen gaan jagen. Dan heb ik het vlees op mijn bord tenminste verdiend. Ik vind de manier waarop onze vleesindustrie werkt verwerpelijk. Behalve het dierenleed is zulk vlees eten ecologisch niet verantwoord. Met boogjagen verstoor je de harmonie van de natuur op geen enkele manier.”

“Los van die ethische overwegingen pleit ik voor het toelaten van jagen met pijl en boog omdat het bijvoorbeeld veiliger is om in te zetten tegen everzwijnen. In dichtbevolkte wijken geweren gebruiken, is not done. De actieradius van een boog is amper 25 meter, die van een vuurwapen kan kilometers zijn. In Madrid loopt er al enkele jaren met succes een project om de populatie everzwijnen onder controle te houden met pijl en boog.”

Diervriendelijker

Behalve veiliger en stiller is boogjagen ook diervriendelijker, zegt Luc Krols. “Een dier dat met pijl en boog wordt neergeschoten, heeft een minder pijnlijke dood dan wanneer het met een kogel wordt gedood. Eerst en vooral raken wij het dier vanop veel kortere afstand, soms tot vijf meter. Met een karabijn doe je dat vanop 300 meter, wat het juist mikken uiteraard bemoeilijkt.”

Bovendien sterft het dier sneller wanneer het door een pijl wordt geraakt, zegt Krols. “De dood treedt op wanneer een dier meer dan een derde van zijn bloed heeft verloren. Een pijl, waarmee je los door een everzwijn schiet, snijdt de bloedvaten open. Hierdoor daalt de bloeddruk snel, verliest het dier het bewustzijn en sterft het vervolgens in twee tot drie seconden. Een kogel daarentegen rijt het spierweefsel open, waardoor de bloeddrukval minder is en de fysiologische dood later intreedt.”

De Belgische en ook Vlaamse federatie van boogjagers, waarvan Luc Krols ook voorzitter is, hebben eerder al contacten gehad met het kabinet Leefmilieu van toenmalig minister Joke Schauvliege (CD&V). “Daar hadden ze er vooral problemen mee dat wij tijdens de jacht camouflagekleding dragen, wat nochtans een must is om de natuur niet te verstoren. Maar door die kleding worden we blijkbaar geassocieerd met snipers of met een paramilitaire organisatie.”

“Als ik in Dijon in camouflagekleding bij de bakker verschijn, wensen ze me une bonne chasse, een goede jacht. Dat zou ik hier niet moeten proberen. Met andere woorden, het maatschappelijke draagvlak voor boogjagen ontbreekt. We proberen hierin verandering te brengen door opleidingen in te richten en seminaries te organiseren. Voorts lobbyen we binnen de milieu- en natuurraad, een adviesorgaan van de Vlaamse overheid, in de hoop dat de meerwaarde van het boogjagen snel zal worden erkend.”

Toegankelijke sport

De BFF organiseert vierdaagse opleidingen boogjagen (150 euro). “Onze instructeurs zijn opgeleid volgens de International Bowhunting Education Program, de hoogste standaard voor boogjagen. Voor ons is dit erg belangrijk, ook in het erkenningsproces van de boog als jachtmiddel. Boogjagen is een heel toegankelijke sport, zowel voor vrouwen als mannen. Een boog kost 700 tot 1.000 euro, een pijlpunt 15 euro, een pijl 35 euro. Voor een jacht heb je doorgaans drie tot vijf pijlen nodig”, besluit Krols.

“Wij zijn ervan overtuigd dat jagen met pijl en boog een plaats heeft binnen het moderne wildbeheer”, zegt Luc Krols uit Brasschaat. Hij is behalve boogjager ook consultant in de farmaceutische industrie. “Om de groeiende populatie everzwijnen te reguleren, zou boogjagen zijn rol als extra bestrijdingsmiddel zeker kunnen vervullen. Niet alleen tuinen van villa’s en maïsvelden worden omgewoeld, ik heb recentelijk foto’s gezien van everzwijnen in de buurt van een speeltuin. Het blijven wilde dieren, we moeten voorkomen dat er ongelukken gebeuren. Daarom pleiten wij voor de erkenning van pijl en boog als jacht- én bestrijdingsmiddel.”

Manier van leven

Boogjagen is voor Luc Krols geen hobby of sport, het is een manier van leven, zegt hij. “Ik zou willen dat ik elke dag met pijl en boog zou kunnen gaan jagen. Dan heb ik het vlees op mijn bord tenminste verdiend. Ik vind de manier waarop onze vleesindustrie werkt verwerpelijk. Behalve het dierenleed is zulk vlees eten ecologisch niet verantwoord. Met boogjagen verstoor je de harmonie van de natuur op geen enkele manier.”

“Los van die ethische overwegingen pleit ik voor het toelaten van jagen met pijl en boog omdat het bijvoorbeeld veiliger is om in te zetten tegen everzwijnen. In dichtbevolkte wijken geweren gebruiken, is not done. De actieradius van een boog is amper 25 meter, die van een vuurwapen kan kilometers zijn. In Madrid loopt er al enkele jaren met succes een project om de populatie everzwijnen onder controle te houden met pijl en boog.”

Diervriendelijker

Behalve veiliger en stiller is boogjagen ook diervriendelijker, zegt Luc Krols. “Een dier dat met pijl en boog wordt neergeschoten, heeft een minder pijnlijke dood dan wanneer het met een kogel wordt gedood. Eerst en vooral raken wij het dier vanop veel kortere afstand, soms tot vijf meter. Met een karabijn doe je dat vanop 300 meter, wat het juist mikken uiteraard bemoeilijkt.”

Bovendien sterft het dier sneller wanneer het door een pijl wordt geraakt, zegt Krols. “De dood treedt op wanneer een dier meer dan een derde van zijn bloed heeft verloren. Een pijl, waarmee je los door een everzwijn schiet, snijdt de bloedvaten open. Hierdoor daalt de bloeddruk snel, verliest het dier het bewustzijn en sterft het vervolgens in twee tot drie seconden. Een kogel daarentegen rijt het spierweefsel open, waardoor de dood soms pas uren later intreedt.”

Camouflagekleding

De Belgische en ook Vlaamse federatie van boogjagers, waarvan Luc Krols ook voorzitter is, hebben eerder al contacten gehad met het kabinet Leefmilieu van toenmalig minister Joke Schauvliege (CD&V). “Daar hadden ze er vooral problemen mee dat wij tijdens de jacht camouflagekleding dragen, wat nochtans een must is om de natuur niet te verstoren. Maar door die kleding worden we blijkbaar geassocieerd met snipers of met een paramilitaire organisatie.”

“Als ik in Dijon in camouflagekleding bij de bakker verschijn, wensen ze me une bonne chasse, een goede jacht. Dat zou ik hier niet moeten proberen. Met andere woorden, het maatschappelijke draagvlak voor boogjagen ontbreekt. We proberen hierin verandering te brengen door opleidingen in te richten en seminaries te organiseren. Voorts lobbyen we binnen de milieu- en natuurraad, een adviesorgaan van de Vlaamse overheid, in de hoop dat de meerwaarde van het boogjagen snel zal worden erkend.”

Toegankelijke sport

De BFF organiseert vierdaagse opleidingen boogjagen (150 euro). “Onze instructeurs zijn opgeleid volgens de International Bowhunting Education Program, de hoogste standaard voor boogjagen. Voor ons is dit erg belangrijk, ook in het erkenningsproces van de boog als jachtmiddel. Boogjagen is een heel toegankelijke sport, zowel voor vrouwen als mannen. Een boog kost 700 tot 1.000 euro, een pijlpunt 15 euro, een pijl 35 euro. Voor een jacht heb je doorgaans drie tot vijf pijlen nodig”, zegt Luc Krols.