Digitalisering maakt ons elektriciteitsnetwerk kwetsbaar
Den Haag
Het was donderdag even schrikken voor de verpleegkundigen op de afdeling Neonatologie van het Leids Universitair Medisch Centrum. Ineens lag de stroom eruit. Beate Brand, die op de afdeling werkt, beschrijft op haar LinkedIn-pagina wat er gebeurde. ‘Binnen enkele seconden staan alle collega’s op de NICU (de intensive care voor pasgeborenen). Allemaal zijn ze maar met één ding bezig: zijn onze patiëntjes oké?’
Gelukkig merkten de baby’s niets van de stroomstoring die Leiden donderdag trof, omdat in het ziekenhuis direct de noodstroom aanging. Maar vervelend is het wel, als computers uitvallen, het licht en het koffiezetapparaat het niet meer doen.
Vorige week vrijdag veroorzaakte een stroomstoring in Amsterdam ook al veel overlast. Het Rijksmuseum werd bijvoorbeeld compleet ontruimd, omdat de verlichting was uitgevallen. Maar vergeleken met de storing van januari 2017 viel het mee. Toen kon in het Slotervaartziekenhuis de hele dag niet worden geopereerd, was het auto- en treinverkeer een chaos en bleven de schappen in de supermarkten leeg.
afhankelijk
Bijna alle apparaten die we gebruiken, werken op stroom. Zonder stroom kunnen we ook niet bellen of internetten, want ook mobiele en wifi-netwerken zijn afhankelijk van servers en modems die op elektriciteit werken. Geen digitalisering zonder elektriciteit dus. Maar andersom gaat geldt dat ook: zonder digitale aansturing werkt ons elektriciteitsnet niet. De duurzame alternatieven voor fossiele brandstof – zonnepanelen, windmolens, warmtepompen – wekken bijvoorbeeld allemaal stroom op, maar worden ook steeds meer op afstand bestuurd door apparaten die op stroom werken.
De digitalisering van ons elektriciteitsnetwerk zorgt voor een aantal kwetsbaarheden. Er is veel aandacht voor het voorkomen van cybercriminaliteit, maar voor twee andere zwakke plekken is veel minder aandacht, stelt de Raad voor leefomgeving en infrastructuur (Rli), een onafhankelijke adviesraad voor de overheid, in een rapport dat donderdag naar de Tweede Kamer ging.
Softwarefouten bijvoorbeeld. ‘De meeste storingen in het digitale systeem van de afgelopen jaren, komen doordat onderdelen anders reageren op een update dan gedacht’, zegt Douwe Wielenga, projectleider bij de Rli. Een tweede risico is dat er steeds meer gebruik wordt gemaakt van zelfsturende systemen, die beslissingen nemen op basis van allerlei ingewikkelde algoritmes. Die systemen kunnen ‘onverwacht gedrag’ gaan vertonen. ‘We hebben bijvoorbeeld op beurzen al een paar keer gezien dat er ineens enorme pieken of dalen in de koersen zaten. Achteraf bleek dat daar een algoritme achter zat dat ineens alle aandelen aan het opkopen of verkopen was’, zegt Wielenga. ‘Er is geen enkele reden om aan te nemen dat dit in het elektriciteitsnetwerk niet ook kan gebeuren.’
De overheid zou volgens de Rli moeten investeren in meer kennis over de kwetsbaarheden van de digitalisering van het stroomnetwerk. Ook adviseert de raad structureel onderzoek te starten waarin wordt samengewerkt door zowel wetenschappers als de elektriciteitssector, de ICT-sector en telecommunicatie. Maar er zou ook op Europees niveau werk van deze kwetsbaarheden gemaakt moeten worden. Want een storing ergens anders in Europa, kan ook in Nederland gevolgen hebben.
Dat merkten we de afgelopen tijd bijvoorbeeld aan onze digitale klokken op ovens, magnetrons en wekkers. Die bleken een paar minuten achter te lopen als gevolg van een ruzie tussen Kosovo en Servië over stroomlevering.
‘Daardoor kwam mijn zoon bijvoorbeeld voor het eerst in zijn leven te laat op school. En de maandelijkse test van het alarm deed het bijvoorbeeld niet overal’, zegt Wielenga. ‘Dat zijn mooie voorbeelden, omdat we dat zelf kunnen waarnemen. Maar er zijn nog veel meer situaties denkbaar waarin we dat niet kunnen en we geen idee hebben wat de gevolgen daarvan kunnen zijn.’ <