Direct naar artikelinhoud

Leegloop bij Korps Mariniers: militairen zien verhuizing van Doorn naar Vlissingen niet zitten

Het Korps Mariniers kampt met een ongekende leegloop doordat de kazerne tegen de zin van de militairen in 2022 gaat verhuizen van Doorn naar Vlissingen.

Mariniers tijdens een oefening op het Vlissingse Badstrand.Beeld anp

Als de leegloop van het eerste kwartaal doorzet, dan is de elite-gevechtseenheid aan het eind van dit jaar 10 procent van zijn personeel kwijt.

'Dit tast de Nederlandse gevechtscapaciteit ernstig aan', zegt voorzitter Bert van de Wakker van de medezeggenschapscommissie van het Korps Mariniers. 'Als dit zo doorgaat, is er straks geen korps meer om te verhuizen.' Ook de militaire vakbond VBM heeft 'ernstige zorgen over het voortbestaan van het korps', aldus voorzitter Jean Debie.

Als dit zo doorgaat, is er straks geen korps meer om te verhuizen
Bert van de Wakker

De Koninklijke Marine erkent dat de organisatie te maken heeft 'met een verhoogde irreguliere uitstroom van mariniers'. Volgens de woordvoerder heeft dit 'nog geen invloed op de gevechtskracht of operaties'. Wel is een eenheid van de mariniers tijdelijk opgeheven 'vanuit het oogpunt: beter twee goed gevulde squadrons, dan drie deels gevulde'.

Uit cijfers die later deze week naar de Tweede Kamer worden gestuurd blijkt dat in het eerste kwartaal van dit jaar al 73 mariniers, onderofficieren en officieren onvoorzien zijn vertrokken. Sinds 2010 vertrokken er gemiddeld 23 per kwartaal, dus het gaat nu om ongeveer drie keer zoveel. Als het vertrek doorzet, verliest het korps dit jaar bijna 300 militairen op een totaal van 3.000 mariniers in Nederland.

Lees verder onder de grafiek

De pijn voor de mariniers zit vooral in de verhuizing vanuit het midden van het land naar Zeeland. Hun partners vrezen dat er voor hen geen werk is in Vlissingen en dat een koophuis daar nooit meer verkocht kan worden. Op de nieuwe kazerneplek komen bovendien te weinig schietbanen en mag er door geluidshinder te weinig geschoten en gevlogen worden, vrezen de mariniers. Daardoor moeten zij doordeweeks alsnog naar de andere kant van het land om te oefenen. Mariniers die al zes maanden per jaar van huis zijn omdat ze op uitzending of oefening zijn, zitten niet te wachten op nog meer overnachtingen elders.

Volgens De Wakker zijn de mariniers door de politiek en de militaire top lang niet serieus genomen in hun bezwaren. 'Bij de exit interviews geven vrijwel alle personen aan dat Vlissingen de doorslaggevende reden is geweest om op zoek te gaan naar iets anders. Vlissingen is het sluitstuk in een niet kloppende organisatie. De huidige overspannen arbeidsmarkt maakt het ze vervolgens heel makkelijk om te switchen van baan', aldus De Wakker. De officiële woordvoerder van de Marine erkent dat 'Vlissingen vaak een laatste zetje in de rug is om te kiezen voor een andere baan. In hoeverre dit de hoofdreden is, wordt nu onderzocht.'

De kazerne in Doorn moet volgens Defensie sluiten omdat die te klein is geworden. Maar volgens anonieme mariniers was uitbreiding op de huidige locatie ook mogelijk geweest. De burgemeester van Utrechtse Heuvelrug, Frits Naafs, heeft destijds aan Defensie gevraagd wat nodig was om de kazerne te behouden. 'Op die vraag is nooit antwoord gekomen', zegt Naafs.

Veel betrokkenen denken dat het een politiek besluit is geweest van toenmalig Defensieminister Hans Hillen (CDA) en Commissaris van Koning Carla Peijs om de kazerne te verplaatsen naar Zeeland, zodat in die provincie meer werkgelegenheid zou komen. Volgens Hillen horen mariniers thuis in Vlissingen waar het standbeeld van zeeheld Michiel de Ruyter staat.

De Algemene Rekenkamer noemde het verhuisbesluit in 2012 al 'risicovol': 'Het besluit voor nieuwbouw is onder grote tijdsdruk tot stand gekomen, naar alternatieven is niet lang gezocht. Nieuwbouw vraagt een investering van 100 tot 200 miljoen euro. Of met deze keuze op lange termijn geld wordt bespaard, is onzeker', aldus de Rekenkamer.

Van de Wakker benadrukt dat vooral onderofficieren vertrekken en die zijn niet snel te vervangen. 'Het duurt 5 tot 10 jaar vanaf het moment dat iemand instroomt bij het korps voordat hij of zij onderofficier wordt. Je kunt je dus voorstellen dat de ruggegraat van ons korps langzaamaan verdwijnt.'

Je kunt je voorstellen dat de ruggegraat van ons korps langzaamaan verdwijnt
Bert van de Wakker

De gevolgen van de leegloop kunnen groot zijn. De elitetroepen van de marine vormen samen met het Korps Commandotroepen de special forces van Nederland. Zij opereren in crisisgebieden als Afghanistan en Mali. Zij zijn getraind voor de zwaarste gevechtsoperaties en worden soms achter vijandelijke linies gedropt. Ook leiden zij in andere landen gevechtsmilitairen op, die vervolgens zelf de vijand uitschakelen. In Irak hebben de mariniers bijvoorbeeld Koerdische strijders getraind tegen IS.

'De mariniers zijn bovendien samen met de Dienst Speciale Operaties de aangewezen eenheid om op te treden na een eventuele terreuraanslag in Nederland', zegt Jean Debie van VBM. 'Zo'n groep moet je behouden.'

Het PVV-Kamerlid Gabriëlle Popken stelde vorige week Kamervragen nadat was uitgelekt dat het korps mariniers en de landmacht tijdelijk gevechtseenheden hebben moeten samenvoegen omdat er niet genoeg personeel is. Later deze week wordt ook meer bekend over de leegloop bij de commando's.