Hoe Wouter Vandenhaute in tien jaar tijd het wielervoorjaar revolutionair veranderde: tv-maker koopt Ronde

© BELGA

In 2008 koopt Wouter Vandenhaute de Ronde van Vlaanderen. De televisiemaker is voortaan hét gezicht van de Vlaamse koers. Met grote gevolgen. Tien jaar later is niets nog wat het was in het Vlaamse voorjaar.

Door Wim Vos

Aan de Alfons Gossetlaan in Groot-Bijgaarden kennen ze het jaarlijks weerkerende ritueel. De dag voor de Ronde van Vlaanderen stapt de financieel manager van Het Nieuwsblad in zijn gezinswagen en rijdt in de vroege ochtend, vanaf de Molenberg, het parcours van de Ronde van Vlaanderen op. Zijn boterhammen in zilverpapier naast hem. Behoedzaam slingerend tussen de wielertoeristen – “af en toe kreeg je een klop op het dak van je auto” – speurt hij eigenhandig naar de hamburgerkramen, naar de kleine en grote tentjes en naar de geïmproviseerde bierverkopers langs het parcours. Of ze in de toekomst ook een percentje aan de organisator kunnen geven?

Dit is de commerciële werking van de Ronde van Vlaanderen anno 2005. Niet dat het slecht gaat met de wedstrijd. Integendeel. Na de eeuwwisseling is de populariteit van de Ronde alleen maar gegroeid. Meer volk, meer kijkers, meer enthousiasme. Maar ook: meer kosten. Enkele lucratieve sponsors en de eerste viptenten aan de aankomst brengen enig soelaas voor de organisator. Maar dat is maar een halve oplossing. En vooral: het brengt ook anderen op ideeën.

Met de kasteelheer die op eigen houtje makkelijk 1.500 vips ontvangt in zijn tent aan de Muur van Geraardsbergen is na heel veel moeite en nog meer smeekbedes een overeenkomst gesloten. Hij betaalt Het Nieuwsblad zo’n 5.000 euro om aan de rand van het parcours zijn tent te mogen plaatsen. Een peulschil, beseft de krant, op het ridicule af. Het verhaal gaat dat de man door zijn inkomsten op de dag van de Ronde de rest van het jaar niet meer hoeft te werken.

Maar bij de krant zijn ze allang blij dat ze iéts krijgen. Vandaar ook de bedeltocht van de financieel manager. Een rotbaan. Het Nieuwsblad heeft veel lezers. Die wil je niet bruuskeren door als een bijbelse tollenaar geld te innen bij iedereen die een graantje meepikt van de Ronde van Vlaanderen. Maar ook de krant heeft begrepen dat niet iedereen zo maar kan blijven meesurfen op de golven van haar mooie Ronde. Dat er iets moet veranderen.

Rode cijfers

Opgericht door Sportwereld is de wedstrijd altijd in het bezit van de krant geweest. Lange tijd was dat geen bezwaar. Het leverde de krant tonnen publiciteit op en de centen en energie die de Ronde elk jaar vroegen, waren best verteerbaar. Maar op het hoofdkantoor in Groot-Bijgaarden slaat de twijfel toe. Door die toenemende kosten. Maar ook door dat andere ritueel. Ergens eind maart kan je zien hoe de personeelsleden van de marketingafdeling worden opgetrommeld en samentroepen. Niet rond moeilijke commerciële deals, wel rond stapeltjes rugnummers, toegangstickets, badges van journalisten en wegenkaarten van de Vlaamse Ardennen. Tussen hun dagelijkse beslommeringen door nemen ze er de praktische organisatie van de Ronde van Vlaanderen bij. Met veel vakmanschap en nog meer enthousiasme.

Maar zelfs voor wedstrijddirecteur Wim Van Herreweghe is de Ronde geen fulltime baan. Doordeweeks ontfermt hij zich over alle sponsordeals van Het Nieuwsblad. En hij is niet de enige: het hoofd van de boekhouding zal ook nu wel weer de publiciteitskaravaan aanvoeren.

© © Jan De Meuleneir/ PHOTONEWS

Maar hoelang is dat nog vol te houden? En al loopt de vergelijking met de drie weken durende Tour de France een beetje mank, daar heeft de organisatie allang een rist mensen vast in dienst. Fulltime, alleen voor de Tour. De Ronde van Vlaanderen heeft niemand vast in dienst. En er is het steeds zwaarder wegende prijskaartje. Nog meer nu uitgever Corelio sinds de overname van de krant Het Volk in 1994 er met de Omloop Het Volk een wedstrijd heeft bijgekregen. Nog zo’n zorg: die wedstrijd is flink verlieslatend. Elk jaar moet de put met de inkomsten van de Ronde van Vlaanderen gedicht worden. Wat lukt, zij het met moeite. Maar niemand die de personeelskosten in rekening durft te brengen. Dan zouden er alleen maar rode cijfers overblijven.

Al die vaststellingen sijpelen zo rond 2007 ook door tot in de bestuurskamer van Corelio. Hoe dierbaar de Ronde van Vlaanderen de krant ook is, dit is niet langer houdbaar. Maatregelen dringen zich op. Piste één: er moet, in managerstaal, snel een aparte business unit komen. Een afdeling die zich exclusief met de Ronde bezighoudt.

Maar misschien moest ook piste twee maar voorzichtig bewandeld worden. Andere kranten hebben hun wedstrijd al langer verpatst. L’Equipe en de Tour, de Giro en La Gazzetta dello Sport: de historische banden zijn doorgeknipt. Moet een krantenuitgever, die het in deze digitale tijden toch al niet onder de markt heeft, nog wel zelf wielerwedstrijden willen organiseren? De gedachte rijpt al langer in het hoofd van Thomas Leysen, topman van Corelio. En hij heeft zelfs al een concrete naam in zijn gedachten. Iemand die dan al enkele jaren grote wielerplannen koestert en die hij heel regelmatig ziet in de raad van bestuur van Corelio.

Geboren in voetbalnest

Wouter Vandenhaute is niet in de koers geboren. Hij herinnert zich uit zijn jaren in korte broek nog wel de krantjes van Het Volkske tijdens de Tour. En als kleuter heeft hij de Ronde van Vlaanderen zien passeren op de Hundelgemsesteenweg toen ze nog aankwam in Gentbrugge. “Ik hoor nog het gekletter van de kettingen. Dat gezoef, die meute die voorbij vloog. Ik was er doodsbang van.”

Maar verder is het toch vooral een voetbalnest waaruit Vandenhaute komt. Antwerp, Beerschot, de Gantoise en Anderlecht zijn hem veel meer vertrouwd dan Merckx of De Vlaeminck. De interesse voor de koers komt er pas als hij midden jaren 80 grote interviews voor Humo gaat schrijven. “Het was de tijd van Eric Vanderaerden, Eddy Planckaert, Greg LeMond, Sean Kelly”, knikt Vandenhaute. “Wielrenners waren heel benaderbaar en ze hadden goede verhalen.”

De interesse wordt een passie als hij op de sportredactie van de toenmalige BRT belandt en daar Mark Uytterhoeven leert kennen. Vandenhaute wordt de ‘derde wielerman’, na Mark Vanlombeek en Uytterhoeven, en hij gaat ook zelf steeds vaker fietsen. Een passie die blijft.

Ook als hij uit de wielerjournalistiek stapt, met Uytterhoeven het legendarische Huis van Wantrouwen presenteert, als voetbalcommentator de overstap naar Filmnet maakt en het succesvolle Woestijnvis opricht. “Maar ik bleef het wielrennen opzoeken. Ik ging naar de Ronde van de Middellandse Zee, naar die van Zwitserland, de Dauphiné... De koers is een kleine wereld. Soigneurs, ploegleiders: ik sprak met iedereen.”

Het is daar dat de ondernemer in Vandenhaute de twee gezichten van het wielrennen leert kennen. Enerzijds het toegankelijke, historische, prettig ouderwetse. Anderzijds, zegt Vandenhaute: “Heel conservatief, oubollig en niet mee met de tijd. Als ik dat vergeleek met de Formule 1, het tennis, de Champions League in het voetbal: die hadden wel aansluiting gevonden met de moderne tijden. Grote budgetten, goed in beeld gebracht, de prachtigste infrastructuur. Het wielrennen bleef achter. Was blijven steken in tradities.”

Dat de passie voor de koers de ondernemer in Vandenhaute heeft aangesproken, merkt ook Tom Van Damme in 2000. De huidige voorzitter van de Belgische wielerbond is er dan nog secretaris. “Voordien had ik Vandenhaute alleen maar vluchtig ontmoet. Ik kende hem als tv-persoonlijkheid. Dat jaar bestond de UCI honderd jaar en om dat te vieren fietsten we van Parijs naar het hoofdkantoor van de UCI in Zwitserland. Een tocht van vier dagen. Elk stichtend lid, ook België, mocht vijf ‘vedetten’ meebrengen. De Vlaeminck was daarbij voor ons, net als Uytterhoeven en dus ook Wouter. Daar heb ik gevoeld: die heeft plannen met de koers.”

© pma

Het plan ontstaat in 2006 en Vandenhaute zal er twee jaar mee rondzeulen. Het is een groot en ambitieus ontwerp dat het hele wielrennen op de schop neemt. De grote krachtlijnen: er moeten veel minder koersdagen komen – 90 moet volstaan – de wedstrijdorganisaties moeten zich verenigen en hun commerciële rechten naar het voorbeeld van de Champions League gezamenlijk exploiteren; en de toppers moeten elkaar het hele jaar ontmoeten. Voor het eerst duikt de slagzin op die Vandenhaute vandaag nog altijd in elk interview herhaalt: The best riders in the best races.

Patrick Lefevere, de grote baas van Quick Step Floors, moet er vandaag om glimlachen. “Als Wouter een plan in zijn hoofd heeft, zal hij dat altijd bij een paar mensen aftoetsen.” Net als Bruyneel hoort Lefevere bij dat kringetje. Want: “Wij gaan al samen eten van toen het Hof van Cleve nog geen ster had”, zegt hij. Dat is vóór 1994, leert Michelin. Lefevere kon het grote hervormingsplan wel smaken. “Ik was pro. Alles wat de koers sterker kan maken, vond en vind ik nog steeds een goed idee.”

Maar, merkt hij tegelijk op, Vandenhaute ziet het in die dagen wel erg groot. “We hebben misschien wel honderden plannen ontworpen”, lacht hij. “Met een paar flessen wijn en whisky op tafel wilden we de hele wereld verbeteren. We hebben in onze gedachten zelfs de Tour overgenomen. Echt waar. Via Jean-Marie Leblanc was de familie Amaury (eigenaar van Tour-organisator ASO, nvdr.) gecontacteerd. Wouter is toen met investeerders naar Parijs getrokken met een concreet voorstel. En dat ging niet om kleine jongens. Met CVC had hij een investeringsfonds in de arm genomen dat eerder de Formule 1 had overgenomen. Maar de Tour in buitenlandse handen? Ik vrees dat de Franse president dan moet aftreden. Aan de Tour raak je niet in Frankrijk.”

Bom gooien

Vandaag nuanceert Vandenhaute dat verhaal. “Ik heb nooit de intentie gehad om de Tour op te kopen.” Maar hij wilde de Tour wel betrekken bij zijn grotere plan. De Tour moet de locomotief worden die de kleine sport die het wielrennen is op mondiaal vlak laat uitgroeien tot een grote sport. Zes maanden werkt hij met CVC keihard aan zijn plan. Vervolgens praat hij met ploegen, met ASO en met de UCI. Maar ook daar stoot hij op tegenkanting.

“Mijn eerste indruk van Vandenhaute?”, wroet Pat McQuaid, van 2005 tot 2013 voorzitter van de UCI, in zijn geheugen. “Dat hij bijzonder gepassioneerd was door het wielrennen. Hij kende zijn dossiers. En hij leek mij oprecht bezorgd over de toekomst van de sport en van de Vlaamse koersen. Alleen: hij holde zichzelf voorbij. Hij was zeer ambitieus. Té. Hij ging wedstrijden overnemen, hij ging de kalender door mekaar gooien. Hij dicteerde, wij hadden maar uit te voeren. He had to slow down a bit.”

“Dat heb ik hem toen ook gezegd. Je helpt je sport niet vooruit door er een bom op te gooien. En: hij was een out­sider. Hij kwam uit de tv-wereld, het entertainment, niet uit de koers. Dat maakte het moeilijk.” Dat beaamt ook Tom Van Damme. “Goede ideeën genoeg, maar als je geen verantwoordelijkheid draagt, heb je geen recht van spreken. Dat was het probleem. Wouter had op dat moment geen functie in de koers.”

Dat daagt in de loop van 2007 ook bij Vandenhaute zelf. Bij gebrek aan steun steekt hij zijn hervormingsplan in de koelkast. “Ik merkte dat het totaal naïef en zinloos was om als buitenstaander iets ten gronde te proberen te veranderen. Men begreep zelfs niet wat ik wilde. De geesten waren totaal niet gerijpt. Maar vooral: ik begreep dat ik het anders moest aanpakken. Wilde ik impact hebben, dan moest ik zorgen dat ik geen buitenstaander bleef.”

In die dagen spreekt Thomas Leysen Wouter Vandenhaute aan. Of hij misschien...? Op 24 december 2008, één dag voor Kerst, raakt bekend dat ‘Televisiemaker Wouter Vandenhaute de nieuwe hoofdaandeelhouder van de Ronde van Vlaanderen is’. “Ik zal er Thomas Leysen eeuwig dankbaar voor zijn”, zegt hij vandaag.

De Vlaamse koers is een nieuw tijdperk ingetreden.

Meer over De koers van Wouter

MEER WIELERNIEUWS

Keuze van de redactie

Video