Pieter (links) en Barbara (rechts) van het Vlaamse Jongerenpastoraal (IJD) hebben een open brief geschreven aan aartsbisschop Luc Terlinden.

Katholieke jongeren schrijven open brief aan aartsbisschop Terlinden: "Nieuws over daders op kieslijst was opnieuw een steek te veel"

Teleurgesteld en boos. Zo voelen de katholieke jongeren van het Vlaamse Jongerenpastoraal (IJD) zich na het nieuws dat er op de kieslijst van de priesterraad van aartsbisschop Luc Terlinden 3 gekende daders van seksueel misbruik staan. Als reactie schreven 7 jongeren een open brief aan de aartsbisschop. "Dit is niet onze Kerk, het is belangrijk dat de jongeren - de toekomst van de Kerk - zich in deze kwestie laten horen", zegt co-auteur Pieter Anseeuw.

Het nieuws dat er op de kieslijst van de priesterraad van aartsbisschop Luc Terlinden 3 daders van seksueel misbruik staan, kwam hard binnen bij Pieter Anseeuw. "Mijn eerste reactie was verontwaardiging, dan boosheid. Hoe kan dit nu toch gebeuren", vraagt hij zich af.

De twintiger is vrijwilliger bij het IJD, het Vlaamse Jongerenpastoraal, waar hij activiteiten mee begeleidt voor katholieke jongeren in Vlaanderen. Samen met zijn vrienden binnen het IJD besloot hij om een open brief te schrijven gericht aan aartsbisschop Luc Terlinden. "Dit is niet onze Kerk. Dat voelden mijn vrienden bij het IJD ook. Hiermee willen we een duidelijk signaal geven." 

Beleidsmakers in de Kerk wakker schudden

De jongeren hopen dat de brief extra stimulans tot verandering kan zijn. "Met deze brief willen we de beleidsmakers van de Kerk wakker schudden. We dachten dat dat al gebeurd was na 'Godvergeten' en het parlementair onderzoek naar seksueel misbruik in de Kerk. Maar het lijkt erop dat ze weer ingedommeld zijn", zegt Anseeuw.

De jongeren hopen vooral dat de Kerk erkent dat er zaken mislopen en rechtgezet moeten worden, zegt Anseeuw. "Het is duidelijk dat grondige structurele verandering nodig is."

Ik twijfel niet aan de intenties van de Kerk, maar in deze kwestie kunnen we als jongeren binnen de Kerk niet zwijgen en moeten we onze verontwaardiging en boosheid laten horen

Pieter Anseeuw, vrijwilliger IJD

"Als jongeren in de Kerk zijn we pioniers op het vlak van inclusie en mentale gezondheid. We dachten dat we de mensen boven ons hadden meegekregen, maar ze laten nog steken vallen die eigenlijk niet zouden mogen vallen. Ze staan niet op scherp. Daar moet verandering in komen."

"Ik twijfel niet aan de intenties van de Kerk, maar in deze kwestie kunnen we als jongeren binnen de Kerk niet zwijgen en moeten we onze verontwaardiging en boosheid laten horen", aldus Anseeuw. 

De open brief werd ondertekend door 7 jongeren. Sofi Van Ussel, directeur van het IJD, liet weten dat ze de boodschap ondersteunt. 

Beste mgr. Terlinden,

‘Daders van misbruik op kieslijst van priesterraad van aartsbisschop Terlinden’. Met deze krantenkop werden wij gisteren wakker. We zuchten. Teleurgesteld en boos. Opnieuw.

Het misbruik in de Kerk blijft actueel. Wij lezen ook dat er vorige week nog een dading plaatsvond over een dader die een halve eeuw geleden twee jaar lang een kind van elf misbruikte.

‘Wij’ zijn jonge mensen, jongeren die zich – op de een of andere manier – met de katholieke Kerk verbonden weten. Jonge mensen met liefde voor de Kerk en voor mensen binnen die Kerk. Terwijl we een jaar geleden nog maar weinig wisten over de trieste, ellenlange geschiedenis van misbruik, zijn we er ons nu meer dan ooit van bewust dat het om een zaak van extreem pijnlijke omvang en enorm grote impact gaat, op talloze levens. Dankzij Godvergeten, dankzij de moedige getuigen en dankzij het parlementair onderzoek.

Tegelijk horen we dat er vandaag volop wordt ingezet op preventie, dat meldingen zorgvuldig worden aangepakt en dat er naar slachtoffers wordt geluisterd. Dat alles is hoogst noodzakelijk en dat juichen we toe. Maar die kop van gisterenochtend, die vertelt ons dat spijtig genoeg dat het nog stééds niet volledig doorgedrongen is.

De reactie van de Kerk geeft de indruk dat het om een ‘klein’ administratief incident zou gaan, om een onhandige vergissing. Maar voor ons voelt het groot, heel groot. Bovendien toont het eigenlijk ook aan dat die zaken, die de kerkleiding geregeld verweten worden, effectief ook – minstens gedeeltelijk – kloppen.

Want hoe kan het eigenlijk dat dit alles geen absolute, dubbel onderlijnde prioriteit is? Om bij alles, maar dan ook àlles, wat het instituut onderneemt de problematiek van het misbruik in het achterhoofd te houden en zo te tonen dat het leed van de slachtoffers serieus genomen wordt? Om te voorkomen dat de pijn van slachtoffers toeneemt, door onzorgvuldigheden? Om rechtlijnig met daders om te gaan? Hoe kan het dat mensen keer op keer gekwetst worden? Hoe kan het dat de Kerk nog altijd niet echt scherp staat, wat dit onderwerp betreft?

Dit is niet onze kerk.

Want uit jullie uitleg blijkt dat de communicatie tussen diensten en leidinggevenden in de Kerk tekortschiet. Maar in de Kerk van morgen, degene waar wij van dromen, staat professionele, zorgvuldige en zorgzame communicatie absoluut centraal. Communicatie tussen alle partijen: gelovigen, kerkleiders én met slachtoffers van misbruik. Ook communicatie met daders, op zo’n manier dat ze gevraagd en ondersteund worden om verantwoordelijkheid op te nemen voor de verregaande schade die ze hebben toegebracht en waarbij ook zij aan de weg van herstel kunnen werken.

In die gedroomde Kerk zijn het trouwens ook niet altijd mannen die het woord voeren en de leiding nemen. Dat komt steeds meer ongeloofwaardig over, want het strookt niet met de diversiteit die onze samenleving en Kerk kenmerkt. Een meer divers bestuur, met bijvoorbeeld meer vrouwen, zou de Kerk bovendien vanzelf een meer open en zorgzame blik geven.

We denken positief. We willen geloven dat het instituut bereid is om zich keer op keer wakker te laten schudden. We weten ook dat er bij jonge mensen in de Kerk een groot bewustzijn leeft van onze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, dat daar ten volle op preventie wordt ingezet. En dat er ook gepionierd wordt op het vlak van inclusie en mentale gezondheid. Maar we hopen dat de ‘grote mensen’ boven ons, ons daarin niet alleen laten. Dat ze het vaste voornemen hebben om geen steken meer te laten vallen. Want de krantenkop van gisteren was, opnieuw, een steek te veel.

Pieter, Femke, Bart, Esther, Barbara, Cédric en Jozefien; jongeren met een katholiek hart

Meest gelezen