Column: kom maar door met de kerstpreek
Het klinkt dramatischer dan het is, maar ik lig overhoop met het kerkelijk jaar. Waar de viering van Pinksteren nog logisch en vertrouwd was, bevreemdt me dat kerkelijke jaar nu op een rare manier.
De reden is een simpel maar doeltreffend experiment waaraan ik me nu al een halve maand blootstel: sinds het begin van deze maand beluister ik bijna dagelijks een christelijke kerst-cd.
Kerst in juni, of beter gezegd, het opwekken van een kerstgevoel in juni, het blijkt mogelijk. Mijn wereld is niet vergaan en ik droom evenmin ’s nachts van gebraden kalkoen of sneeuwbuien die de omgeving wit doen uitslaan.
Sterker, de diepe impact van Kerst komt via dit muzikale spoor scherper aan de oppervlakte omdat verder alle ruis ontbreekt. Best fijn, het gezongen kerstevangelie zonder de combinatie van dik aangezette supermarktreclames, lichtjes in de bomen en de zucht naar gezelligheid en warmte.
Het fenomeen doet me denken aan de anekdote van een dominee die ooit vertelde dat hij ergens in de zomer, als passend bij de preek, het ‘Ere zij God’ had laten zingen. Het orgel had nog niet ingezet, of de gemeente ging als één man staan, vertelde hij, en zong uit volle borst mee. Ik vond het een meesterzet: als je de boodschap wilt laten landen, moet je soms iets verrassends doen. In één klap werd die dienst onvergetelijk.
Tegelijk zit hem daar de kneep van het kerkelijke jaar: het is nogal voorspelbaar, dat precies vieren, bijhouden en doorleven van al die christelijke feestdagen en vastenperiodes in de voorgeschreven volgorde.
Die voorspelbaarheid zorgt voor sleetse patronen, en dat in een tijd dat de verwachtingen ‘gemanaged’ moeten worden. Zou het daardoor komen dat ik me geen kerstpreek of paasmeditatie kan herinneren: je wist toch al wat er zo ongeveer kwam.
Wat ik mij dan weer wel scherp herinner, en ook dat zegt iets, is de sobere avondmaalsviering op de avond van Goede Vrijdag, wanneer de ‘eredienst’ van alle feestelijkheden is ontdaan en stilte een róde draad in de liturgie is geworden, tot het verlaten van de kerk aan toe.
Tijd voor een experiment. Dominees, grijp je kerst- of paaspreek nog eens van de plank en dis hem in de zomer nog eens gloedvol op. Grote kans dat hij meer indruk maakt. (En ach, die ene kritische brief die naar de kerkenraad gaat is op voorhand kansloos.)