Direct naar artikelinhoud
Concertverslag

Parquet Courts in de Botanique: nukkige punks met peperkoeken hart

Andrew Savage van Parquet Courts in de Botanique.Beeld Alex Vanhee

De stugge punks van Parquet Courts schreeuwden in de Botanique hun woede en angst niet alleen uit, ze dansten die ook weg met dub, funk en een scheidsrechtersfluitje. 

Wil je weten hoe het voelt om anno 2018 een progressieve witte Amerikaan te zijn? Luister naar Wide Awake!, de jongste plaat van Parquet Courts, en naar de opener ‘Total Football’, waarmee de band ook zijn show in de Botanique aftrapte. Zo complex als de tekst klonk, zo hard ramde de muziek: withete schreeuwpunk die na een half essay – ‘de spanning tussen het individu en het collectief aan de hand van het concept totaalvoetbal’ – afsloot met de uitgespuwde sneer “and fuck Tom Brady!”

Die Brady is alles wat Parquet Courts niet zijn: quarterback, alfamannetje eerste klas en supporter van Trump. De vier punks uit Brooklyn-via-Texas namen het in Brussel juist op voor de weirdo’s en outsiders, en waren daarbij niet bang om hun tere plekken te tonen. Na ‘Total Football’ volgde meteen ‘Dust’, een rammelrocker à la Jonathan Richman die beschrijft hoe een depressie langs alle kieren en gaten komt binnengeslopen en je leven overneemt.

Andrew Savage en Sean Yeaton van Parquet Courts in de Botanique.Beeld Alex Vanhee

Flipperkast

Zo stuiterde je een heel concert lang in een flipperkast van emoties, stijlen en onderwerpen. ‘Almost Had to Start a Fight/In and Out of Patience’ was weer een showcase van woede. Over stotterende riffs balde gitarist en songschrijver Andrew Savage zijn vuisten in zijn zakken, en vroeg zich af of je met geweld mag reageren op agressieve autoriteiten. Terwijl je nog over dat dilemma stond te tobben, zat Savage al midden in de meerstemmige sixtiespop van ‘Freebird II’ zijn jeugd in een disfunctioneel gezin te beschrijven.

Savage zong over een lief dat hij kwijt was én over zijn hang naar vettige snacks

Parquet Courts maakten zeven platen in vijf jaar tijd en plukten daaruit precies wat je wilde horen: de Velvet Underground-rock van ‘Bodies Made Of’, onze favoriet op Sunbathing Animal (2014) en ‘Berlin Got Blurry’, het hoogtepunt van Human Performance (2016) en wellicht hun beste song. Savage klonk als Costello met een country-twang, en zong over jezelf proberen te ontlopen in een vreemde stad, vluchtige gesprekken met vreemden, een lief dat hij kwijt was én zijn hang naar vettige snacks.

Naast de nukkige zenuwpees Savage telt Parquet Courts een tweede songschrijver-gitarist: Austin Brown, een lange zwiep die eruitzag als een faceswap van Thurston Moore en Bobby Gillespie. Brown trad in de Botanique naar voren met songs die midden jaren tachtig niet hadden misstaan op een plaat van Meat Puppets, zoals ‘Dear Ramona’ en ‘Mardi Gras Beads’, wankele ballads over relaties met de status ‘het is ingewikkeld’.

Austin Brown van Parquet Courts in de Botanique.Beeld Alex Vanhee

Meer fun(k) in de punk

Brown bleek live ook de voortrekker van het verruimde geluid dat op Wide Awake! te horen is: meer fun(k) in de punk. Met zijn synths liet hij in Brussel dubby belletjes borrelen door ‘Before the Water Gets Too High’ – opgelet: Apocalyps in aantocht. En met een scheidsrechtersfluitje pookte hij de groove van ‘Wide Awake’ op – more cowbell! 

Yep, de stugge punks van Parquet Courts wilden je niet meer alleen aan het pogoën krijgen, maar je ook doen dansen – volgens hen de beste manier om mentaal stabiel te blijven. Goed gelukt, alleen was de door Brown in gang gezette jam tijdens ‘One Man No City’ – met dub, psychrock én korzelige Tom Verlaine-gitaren – te lang uitgesponnen.

Andrew Savage Parquet Courts in de Botanique © Alex VanheeBeeld Alex Vanhee

Browns mooiste nummer was ‘Back to Earth’, scheve soul met dubecho’s waarin Brown tot de kern kwam: “Get love where you find it / It’s the only fist we have to fight with.” Maatje Savage kwam tot dezelfde conclusie in ‘Tenderness’, een song met een huppelende piano waarvan hij graag een karaokeversie zou willen: “I need the fix of a little tenderness.” Terecht, zo’n oproep tot zachtheid in deze krankzinnige tijden. Maar hij was wellicht krachtiger geweest als de tedere punks Savage en Brown er eens een glimlach of een andere blijk van enthousiasme bij hadden geplaatst

Terecht, zo’n oproep tot zachtheid in deze krankzinnige tijden

Minutemen meets Method Man

Nu ja, punks gonna punk. Als vanouds raasden ze dan ook door de songs van hun debuut Light Up Gold (2013), toen het er nog even op leek dat ze rock konden revitaliseren (bedenk hier even dat je die hoop ook ooit koesterde over The Strokes). ‘Donuts Only’ was The Fall dat lacht met grunge, ‘Borrowed Time’ zette je drie keer op het verkeerde been met start-stop-momentjes en ‘Master of My Craft’ mixte Method Man met Minutemen: een woordenvloed vol hiphopsnoeverij over hardcoregitaren.

Ook de laatste song in Brussel, ‘Light up Gold II’ kwam uit Parquet Courts’ eerste plaat. “Light up gold was the colour of something I was lookin for”, zongen ze. Ze kwamen in de Botanique dicht bij dat goud, maar haalden het net niet.