Direct naar artikelinhoud
Pukkelpop

Róisín Murphy: "Mijn grootste angst is op mijn sterfbed te denken: ik heb te weinig uit dit leven gehaald'

Róisín Murphy: "Mijn grootste angst is op mijn sterfbed te denken: ik heb te weinig uit dit leven gehaald'
Beeld ANP Kippa

Na haar concert op Pukkelpop kun je veel beweren over Róisín Murphy, maar niet dat ze saai of kleurloos is. Daar zweert de Ierse artpopqueen dan ook al levenslang bij. “Ik wil alles eens proberen. Dat geef ik mijn dochter ook altijd mee: toon leeuwenmoed, wees authentiek en neem de teugels in handen.”

Op het podium lijkt ze soms het Mardi Gracieuze achternichtje van Grace Jones. Of een kruising tussen Marlène Dietrich, Siouxsie Sioux en een flikkerende kerstboom. 

Die vergelijkingen wuift Murphy vrolijk weg. “Ik ben dolverliefd op Grace en Marlène, maar ik probeer niemand meer te imiteren. Ik schoor mijn hoofd eens kaal toen ik 14 was. Wie me ertoe aanzette? Grace Jones, natuurlijk. Weg blonde lokken! Toen mijn vader die crew cut zag, begon hij onbedaarlijk te huilen (lacht). Toen is het besef binnengedruppeld dat ik gewoon moest leren mezelf te zijn. En, om even onelegant zelfverzekerd te klinken: ik denk dat ik er elke dag voortreffelijker in word.”

Artwork

Vijftien jaar is het geleden dat Moloko uit elkaar spatte, maar dat stond Murphy niet in de weg om solo haar eigen niche uit te kerven. Zo heeft ze net twee opwindende 12-inches uit, en dit najaar volgen er nog eens twee. 

“Ik had wel zin om een album te maken, maar de songs verschillen onderling zo erg dat het een kunstgreep zou lijken. Bovendien denk ik niet dat de meeste stervelingen een overdosis Róisín in een enkele luisterbeurt aankunnen (lacht). Daarnaast geeft het me de mogelijkheid om acht prachtige stukjes artwork te presenteren. De Portugese New Yorker Braulio Amado maakte er een funky meesterwerkje van, waarin hij zijn licht laat schijnen over de kracht van muziek. Eerlijk gezegd ben ik nog nooit zo gelukkig geweest met een hoes.”

De songs werden geproducet door house-pionier Maurice Fulton. En het resultaat is, welja, zo excentriek als je zou verwachten. Murphy lacht: “Je kunt hem inderdaad nooit opdragen iets  te doen. Als hij merkte dat iets werkte in de club, kon ik geen verhaal meer bij hem halen. Dan was het: end of story. Eindelijk werkte ik met iemand die nog koppiger is dan ik. I loved it.”

Zelf gaat ze veel te weinig clubben, bekent Murphy. “Ik mis het nachtleven eerlijk gezegd wel. Maar ik heb een gezin, en ben nu deels huismus, deels paradijsvogel (lacht). Ik ga meestal naar feestjes waar mensen van mijn leeftijd komen dansen op oude discosongs. Dat verklaart mee waarom mijn nieuwe songs misschien een beetje nostalgisch klinken. 

"Maar wat ook meespeelde: we namen de muziek op in Sheffield, waar ik lang heb gewoond. Mijn muzikale voorgeschiedenis is wellicht onbewust doorgesijpeld in de songs. Daarnaast wil ik de hele tijd kunnen dansen op mijn eigen liedjes, en dat lukt beter met vintage sounds dan die atonale, hippe brol die je vandaag weleens hoort. Ik probeer mijn dochtertje ook te bekeren. Met een minimum aan succes, helaas.”

Ze lijkt voor de bühne geboren, maar eigenlijk kende Róisín Murphy pas laat haar roeping. “Vroeger wou ik niet eens zangeres zijn. Ik wou Cindy Sherman zijn, een kunstenares. Zingen kwam niet eens in me op. Ik haatte mijn stem zelfs als kind. Dat kwam door mijn moeder: er kon geen verjaardag, huwelijk of begrafenis voorbijgaan of ik moest 'Don't Cry for Me Argentina' zingen voor familie en vrienden. Ik ril nog steeds bij de gedachte dat ze me vergeleek met de schattige Elaine Paige. Oh, de horror!”

'Er kon geen verjaardag voorbijgaan of ik moest van mijn moeder 'Don't Cry for Me Argentina' zingen voor familie en vrienden. Ik ril nog steeds bij de gedachte'
Róisín Murphy

Ook vandaag kijkt ze liever verder dan haar neus lang is, zegt ze. “Ik wil niet eeuwig als zangeres bestempeld worden. Ik zou dolgraag een film maken over mijn jeugd. En een film over Ierland. Ik wil nog zo veel doen als kunstenaar.

"Soms lijkt het alsof ik mijn tijd te veel verkwist aan onbenulligheden. Alsof ik me niet aandachtig genoeg richt op een echte nalatenschap. Mijn grootste angst is op mijn sterfbed te denken: ik heb te weinig uit dit leven gehaald. Ik wil alles eens proberen. Dat geef ik mijn dochter ook altijd mee: toon leeuwenmoed, wees authentiek en neem de teugels in handen. 

"Controle is heel belangrijk. Mensen noemen me soms een losbol en een ongeleid projectiel, maar eigenlijk ben ik heel gefocust. Zeker in vergelijking met mijn periode bij Moloko. Toen sliep ik de helft van de tijd in de studio.”

Reünie

Fans van het eerste uur polsen weleens of Moloko – hitleveranciers van de jaren 90 – ooit nog samen op de planken zal staan. Dat doen wij dus ook. “Ik zou niet weten hoe dat nog kan werken”, schokschoudert Murphy. 

"Mark (Brydon, haar ex-vriend en medeoprichter, GVA) bel ik soms om iets te vragen. Maar dan neemt hij meestal de telefoon op met de zucht: 'Oh nee, ben jij het weer?' (lacht) Nee, ik denk niet dat we ooit nog samen in een studio opgesloten kunnen worden.”   

Róisín Murphy speelt zaterdag in de Marquee op Pukkelpop.