Direct naar artikelinhoud
Theaterrecensie

Toon Tellegens ‘Ik wou’: fragiel, grappig en buitenissig

Toon Tellegen (midden) geeft je het gevoel dat hij er alleen voor jou is.Beeld rv / Keke Keukelaar

Het is een match made in heaven: Toon Tellegen, Ingrid Goddon en Corrie van Binsbergen brengen met Ik wou een fragiele, grappige en buitenissige voorstelling.

Je hoeft hem maar één keer te horen voorlezen om het daarna nooit meer te vergeten. Zelf was ik acht toen ik ergens in een knusse leeshoek onder de betovering raakte van zijn vertelkunsten. Omringd door een bende wiebelende neuspeuteraars was ik ervan overtuigd dat hij daar speciaal voor mij was. Dat die reusachtige man met zijn bedachtzame handen, zijn zachte stem en schuchtere ogen enkel en alleen voor mij over de mier en de eekhoorn kwam vertellen. Over de olifant die een pirouette draait in het topje van de es, alvorens met donderend geraas naar beneden te storten. Voor mij en voor niemand anders.

Hetzelfde doet hij in de voorstelling Ik wou. Weggedoken in het rode pluche ben je er zeker van: hij is hier vanavond voor jou, enkel en alleen voor jou.

Ik wou is het vervolg van de samenwerking tussen Tellegen en de Belgische kunstenares Ingrid Goddon. In 2011 maakten ze samen het gelijknamige en wondermooie boek, waarin Tellegen zich door de illustraties van Goddon liet inspireren tot korte, poëtische mijmeringen. De tekeningen van Goddon herken je uit de duizend: haar portretten van kinderen en volwassenen baden in een ondoorgrondelijke, lichtjes onheilspellende sfeer. Grote, ronde hoofden met daarin kleine, ver uit elkaar staande ogen en een toegeknepen pruilmondje. Ze kijken ietwat stuurs voor zich uit en houden hun geheimen voor zich.

Het zijn de zoekende, intieme, vaak bizarre hersenspinsels van kinderen die er niet helemaal bij horen

Tellegen geeft de geportretteerde kinderen een stem. Zijn teksten zijn secuur gepolijste miniaturen, voorzichtig opgloeiende mijmeringen. ‘Ik wou dat ik muziek was, een liedje dat door iedereen geneuried werd… helemaal voorbij was ik nooit, nooit voorgoed.’ Het zijn de zoekende, intieme, vaak bizarre hersenspinsels van kinderen die er niet helemaal bij horen. Einzelgängers die het gewend zijn tegen zichzelf te praten maar stiekem verlangen naar iemand die luistert. Eenzaten die ‘wel goed ja kunnen schrijven maar het niet kunnen zeggen’, die wachten op ‘iemand die altijd iets van me weten wil’.

Sluipen en buitelen

Tellegen zit voorovergebogen aan een klein tafeltje in het midden van de scène terwijl de tekeningen om hem heen worden geprojecteerd. Maar het zijn vooral de oude getrouwen van het Wisselend Toonkwartet die de voorstelling leven in blazen. Componiste Corrie Van Binsbergen schreef een sfeervolle, impressionistische soundtrack, laverend tussen jazz, filmmuziek en oosterse invloeden. Van Binsbergen weet de intimiteit en grilligheid van Tellegens teksten perfect te vatten in een reeks muzikale thema’s die nu eens ingetogen voorbijsluipen en dan weer dartel over elkaar heen buitelen.

Sluipen en buitelen
Beeld rv / ingrid godon

Tellegen en kompanen hebben een integere voorstelling gemaakt, breekbaar en toch grappig, eerlijk en intiem. In die mate dat je je met hen alleen in de zaal waant, als de bevoorrechte bezoeker van een fragiel en buitenissig universum. 

Op tournee tot eind januari. begeerte.be