Direct naar artikelinhoud
NieuwsAanslag Iran

Deze Iraanse verzetsbeweging uit Delft wordt verdacht van een aanslag

Het Iraanse regime verdenkt de in Nederland gevestigde ASMLA-beweging van een aanslag in hun thuisland. Maar de ASMLA klaagt juist zelf over bedreigingen; vorig jaar werd hun voorman nog vermoord.

De kisten van mensen die zijn overleden tijdens de aanslag op zaterdag bij een militaire parade in Ahvaz, Iran. 24 september 2018.Beeld AP

Het is 8 november 2017 als Ahmad Mola Nissi (52) op klaarlichte dag voor zijn woning in Den Haag wordt doodgeschoten. Een schutter met sjaal voor zijn gezicht stapt uit een zwarte BMW en lost vijf schoten. Mola zakt door zijn knieën en sterft vrijwel meteen.

De Iraniër, die sinds 2005 in Nederland woonde, had die middag een ontmoeting met leden van de Ahwazi, een Arabisch volk dat zich al decennia onderdrukt voelt door de Perzische grootmacht.

Mola was niet zomaar iemand. Als leider van de in 1999 opgerichte Arab Struggle Movement for the Liberation of Ahwaz (ASMLA) streed hij vanuit Iran voor een onafhankelijk Khoezestan, een olierijke provincie die zich wil afscheiden van Iran. Geregeld was dit verzet bloedig, met aanslagen op overheidsgebouwen, pijpleidingen en politieposten. Nadat meerdere leiders van de beweging door het Iraanse regime werden opgepakt en geëxecuteerd, werd het Mola te heet onder de voeten. Hij vluchtte naar Nederland.

Deze Iraanse verzetsbeweging uit Delft wordt verdacht van een aanslag

Aanslag Ahvaz

Terwijl de moord op Mola nog altijd onopgelost is, duikt de ASMLA opnieuw op. Ditmaal als de ‘terreurpartij’ die volgens Iran de aanslag van afgelopen zaterdag in Ahvaz, een stad in Khoezestan, op zijn geweten heeft. In een verklaring op zijn website ontkent de ASMLA dit. Het speelt de beschuldiging door naar een splintergroepering die zich in 2015 van de beweging afscheidde.

‘In het persbericht wordt de aanslag niet veroordeeld’, zegt Iran-deskundige Peyman Jafari, verbonden aan de UvA. ‘Dat kan ermee te maken hebben dat de ASMLA zijn achterban niet wil vervreemden. De beweging maakt deel uit van een grotere verzetscoalitie, die nauw met elkaar samenwerkt. Het is een hechte gemeenschap, doordrongen van familiebanden.’

De splinterbeweging waar de ASMLA in het persbericht op doelt is Yacoub Hor al-Tostari, een groepering die zich in Denemarken heeft gevestigd. Een woordvoerder verklaart tegenover een Iraans satellietkanaal dat de beweging zich achter de aanslag schaart, die zou zijn uitgevoerd door ‘jonge Ahwazi’ (inwoners uit Khoezestan, red.) Ook terreurgroep IS claimt de aanslag.

De vader van Mohammad Taha Eghadami, een vierjarig jongetje dat is omgekomen tijdens de aanslag, rouwt bij zijn kist. 24 september 2018.Beeld AP

Aanhangers van Mola verklaarden eerder tegenover de Volkskrant dat zich in 2015 binnen de ASMLA een schisma heeft voorgedaan. Enkele leden worden uit de beweging gezet omdat ze geld uit de Golflanden zouden hebben aangenomen om aanslagen in Khoezestan te financieren. Ook zouden ze met dit geld een televisiestation vanuit Rijswijk willen opzetten om hun doelen te propageren. Mola zou hier nadrukkelijk afstand van hebben genomen.

Hij had, volgens zijn aanhang, een politieke koers voor ogen: de verwezenlijking van de staat Khoezestan. Vanuit Maastricht, waar hij zich in 2005 met zijn gezin vestigde, organiseerde hij demonstraties, conferenties en ontving hij bezoek uit Khoezestan en de Golfstaten. Na bedreigingen verhuisde het gezin naar Rijswijk, waar Mola zijn verzet onverminderd voortzette. Opnieuw werd hij bedreigd. Mola deed meerdere keren aangifte.

Rouwende demonstraten dragen een kist van een overledene. 24 september 2018.Beeld AP

Gesloten gemeenschap

De Ahwazi vormen in Nederland een gesloten gemeenschap, bestaande uit enkele honderden leden. Hun voertaal is Arabisch en vanwege hun wantrouwen richting de Perzische ‘bezetter’, gaan ze nauwelijks om met andere Iraniërs die zich in Nederland hebben gevestigd. 

De moord op Mola heeft dit wantrouwen alleen maar vergroot. Voor de Ahwazi is het een uitgemaakte zaak: de Iraanse geheime dienst zit hierachter. Twee jaar eerder is ook al de Iraanse Ali Motamed uit Almere vermoord. In werkelijkheid, zo bleek in mei van dit jaar, gaat het om Reza Kolahi Samadi, hoofdverdachte van een bloedige bomaanslag in 1981 op het hoofdkwartier van de Islamitische Republikeinse Partij in Teheran. 

Een maand na dit nieuws werden twee Iraanse diplomaten ons land uitgezet. Buitenlandse Zaken heeft hierover nooit opheldering gegeven, maar volgens analisten is het een teken dat de AIVD vermoedt dat Iran achter de moorden zit. Een opmerkelijk gegeven, want de laatste officieel bevestigde moordpartij van Iran op Europese bodem stamt uit 1992. Drie Koerdische leiders werden in het Griekse restaurant Mykonos in Berlijn vermoord. Een jarenlange diplomatieke crisis tussen Iran en de Europese Unie was het gevolg.

De ASMLA is sinds de moord op Mola haar drijvende kracht kwijt. Waar familieleden en aanhangers van de verzetsman de maanden na de aanslag nog de straat op gingen om te demonstreren voor ‘gerechtigheid’, bleef het de laatste tijd stil. Alleen de registratie bij de Kamer van Koophandel vormt het levende bewijs van het bestaan van de ‘stichting’. De vestigingsplaats is niet langer Rijswijk, waar Mola woonde, maar Delft.