Direct naar artikelinhoud
AnalyseRegeringsrapport

Drie beloftes stierven een stille dood, maar op vlak van mobiliteit veranderde er wel wat: het rapport van onze regeringen

Drie beloftes stierven een stille dood, maar op vlak van mobiliteit veranderde er wel wat: het rapport van onze regeringen
Beeld Wouter Van Vooren

Groener, veiliger, sneller: als we de Vlaamse en federale regeringen mochten geloven, zouden we ons in 2024 helemaal anders verplaatsen dan voorheen. Maar wat is er van deze beloften in huis gekomen?

Hogere pakkans

‘We verhogen de pakkans: een op de drie bestuurders wordt jaarlijks gecontroleerd op snelheid, het gebruik van alcohol of drugs, gordeldracht en gsm achter het stuur.’ (federaal regeerakkoord)

Deze belofte klonk mooi, maar de regering maakte nooit werk van een deftige opvolging. “Er bestaat geen definitie van het begrip ‘controle’”, zegt de woordvoerder van bevoegd minister Annelies Verlinden (cd&v). “Als ik van Gent naar Brussel rij, passeer ik drie roodlichtcamera’s, één flitspaal en drie trajectcontroles. Daarnaast zijn er patrouilles door lokale en federale politie, die constant aandachtig zijn voor verkeersonveilig gedrag zoals gsm-gebruik. Zijn dat controles? En hoeveel zijn er dat dan?”

Die filosofische benadering neemt niet weg dat een aantal indicatoren nogal mager oogt. In de Nationale Verkeersonveiligheidsenquête van Vias, die eind vorig jaar bij 6.000 bestuurders werd afgenomen, gaf 14,3 procent aan dat ze dat jaar waren tegengehouden voor een alcoholcontrole. Dat is een tikje lager dan de 14,9 procent in 2019, het laatste coronavrije jaar voor de federale regering aantrad. Voor drugs zei vorig jaar 2,9 procent tegengehouden te zijn, tegenover 2,5 bij het begin van de legislatuur. Niet bepaald de grote ommezwaai.

Rijbewijs met punten

‘De regering maakt werk van een structurele aanpak van hardnekkige recidive. De wet betreffende het rijbewijs met punten vormt hiervoor de basis.’ (federaal regeerakkoord)

België is een van de laatste landen in Europa zonder rijbewijs met punten. De invoering wordt al dertig jaar aangekondigd, maar botst telkens op een of meerdere veto’s van politieke partijen. De angst voor een afstraffing door de kiezer is te groot.

Bij haar aantreden leek Vivaldi eindelijk de moed te tonen om het systeem door te duwen, zodat er een einde zou komen aan de straffeloosheid van hardnekkige wegpiraten. Eind 2022 hadden de drie bevoegde ministers - Georges Gilkinet (Ecolo), Vincent Van Quickenborne (Open Vld) en Annelies Verlinden - zelfs een ontwerp klaar. Ze spraken af dat iedere overtreding naargelang de ernst een bepaald aantal strafpunten zou opleveren, van één tot vier. Vanaf twaalf strafpunten zouden bestuurders hun rijbewijs moeten afstaan. Dit kregen ze terug nadat ze een cursus hadden gevolgd. Zo zouden veelplegers hun overtredingen niet langer kunnen ‘afkopen’ door onmiddellijke inningen te betalen.

Maar helaas. Ook nu weer trokken PS en MR in extremis hun staart in.

Minder autoverplaatsingen

‘Het aandeel duurzame modi moet voor Vlaanderen toenemen tot minstens 40 procent. In de Vlaamse Rand, Antwerpen en Gent streven we zelfs naar minstens 50 procent.’ (Vlaams regeerakkoord)

Dit is het alfa en omega van de Vlaamse mobiliteitsbeloften. Van de hervormde buslijnen tot de investeringen in fietspaden en nieuwe park-and-rides: allemaal waren het pogingen om bestuurders uit hun auto te sleuren. Maar of het ook gelukt is?

De recentste update van de Vlaamse overheid dateert van april 2023 en analyseert onze verplaatsingen in de coronaperiode 2021-2022. Op een gemiddelde werkdag legden we toen 41 procent van onze verplaatsingen af met de fiets, de trein, te voet, een step of een taxi. Als we ‘meerijden als autopassagier’ als duurzaam beschouwen, komen we op 48 procent. Hiermee lijkt het eerste deel van de doelstelling gehaald. Al blijft de vraag natuurlijk of recente cijfers geen ander beeld zouden schetsen. Tijdens corona werd er uitzonderlijk veel gefietst en thuis gewerkt.

Het tweede deel van de belofte, de verhoogde ambitie rond de grote steden, werd duidelijk niet gehaald. In de Antwerpse vervoerregio pendelde in 2022 nog altijd 58 procent van de werknemers met de auto naar het werk. Rond Gent wordt het percentage op 57 procent geschat. In de Vlaamse Rand gaat men uit van een kleine 59 procent.

Minder verkeersdoden

‘We houden vast aan Vision 0 tegen 2050 als ultieme doel. Intussen blijven we al het mogelijke doen om zo dicht mogelijk te eindigen bij maximaal 200 verkeersdoden in 2020.’ (Vlaams regeerakkoord)

Een wereld zonder verkeersdoden, dat was de droom van de Vlaamse regering. Tot het aankwam op onpopulaire maatregelen, zoals een algemene zone 30 binnen de bebouwde kom. Die waren plots een brug te ver. Vooral in de eerste jaren van de legislatuur bleven we hierdoor aanmodderen. In 2021 vielen er 310 verkeersdoden, waarmee we terugvielen tot op het niveau van 2017. In de tweede helft van de legislatuur ging het weer de juiste kant op, met in 2022 ‘slechts’ 282 doden. Afgaande op de statistieken van de politie verwachten we voor 2023 opnieuw een lichte daling.

Het grootste pijnpunt? De ongevallen met fietsers. Hoewel er minder verkeersdoden vallen, zien we de jongste jaren een stijging van het aantal fietsdoden. Die stijging is vrijwel geheel toe te schrijven aan de opmars van de elektrische fiets.

Qua investeringen heeft Vlaanderen nochtans zijn best gedaan. In deze legislatuur investeerde het 1,4 miljard euro in veilige fietspaden en -bruggen, een verdubbeling tegenover de vorige regering. Hiermee kon 1.600 kilometer aan nieuwe en vernieuwde fietspaden worden aangelegd.

Waterstoftrein

‘Het potentieel van waterstoftreinen wordt onderzocht.’ (federaal regeerakkoord)

De belofte die het meest tot de verbeelding spreekt, is tegelijk ook de minst belichte: het onderzoek naar de waterstoftrein. Vandaag telt België nog een aantal spoorlijnen zonder bovenleiding, zoals tussen De Pinte en Ronse. De NMBS moet er oude, vervuilende dieseltreinen inzetten. Het gaat om 5 procent van het totale spoornet.

De NMBS organiseerde wel degelijk een marktbevraging over de vervanging van de locomotieven op diesel door modellen op waterstof. Daarbij kwam ze echter tot de vaststelling dat het goedkoper zou zijn om batterijen op locomotieven te installeren. De elektriciteit van de bovenleiding wordt dan opgeslagen en gebruikt om stukken zonder bovenleiding te overbruggen. Op dit moment rijden er nog geen batterijtreinen rond in België, maar dat gaat veranderen. “De bestelling loopt”, meldt de NMBS.

Veilige kruispunten

‘We maken kruispunten waar mogelijk conflictvrij, onder andere door ‘vierkant groen’ uit te rollen. We werken zwarte punten voor fietsers versneld weg.’ (Vlaams regeerakkoord)

Al in 2002 maakte toenmalig mobiliteitsminister Steve Stevaert (sp.a) een lijst op van 809 zwarte punten, waar veel verkeersongevallen gebeurden. De kruispunten zouden allemaal veiliger worden gemaakt. In de jaren nadien hing er weliswaar een steeds dikkere mist rond de lijst. Bovendien ontstond er nog een tweede lijst, die dan ook nog eens jaarlijks werd aangepast op basis van de ongevallenstatistieken.

Van de lijst-Stevaert stonden bij het begin van deze legislatuur nog 38 punten open. Hiervan werden er 31 volledig weggewerkt. Van de resterende zeven zijn er volgens het kabinet van mobiliteitsminister Lydia Peeters (Open Vld) vijf in uitvoering. De laatste twee werden aanbesteed “met opstart van de werken in zicht”. Ruim twintig jaar na datum is de oude lijst dus nog steeds niet helemaal weggewerkt.

De nieuwe lijst werd in 2023 voor het laatst aangepast en bevatte toen 258 locaties. Op 114 punten (44 procent) werden verbeteringen doorgevoerd, op 31 punten (12 procent) zijn de werken in uitvoering, en op 47 punten (18 procent) worden de werken voorbereid. Voor een kwart van de onveilige verkeerspunten werd nog niets ondernomen.

Het tweede deel van deze belofte omvat het aanpassen van de verkeerslichten op kruispunten, zodat fietsers en vrachtwagens elkaar niet kruisen. Deze legislatuur maakte Vlaanderen 519 kruispunten maximaal conflictvrij. De term ‘maximaal’ is daarbij cruciaal, want soms gaat het over kleine verbeteringen. Denk aan een voorstart voor voetgangers en fietsers, of oranje-gele knipperlichten die aanmanen tot voorzichtigheid. Als we dit soort oplapwerk meerekenen, dan is nu 93 procent van de kruispunten in Vlaanderen geheel of gedeeltelijk conflictvrij, tegenover 85 procent bij het begin van de legislatuur.

Toegankelijke stations

‘Elk station met meer dan 5.000 reizigers per dag is toegankelijk tegen 2024.’ (federaal regeerakkoord)

Drie verschillende perronhoogtes, defecte liften, onbruikbare ticketautomaten: de trein nemen in België is een mission impossible voor wie slecht te been of bijziend is. Bij haar aantreden beloofde Vivaldi om alle stations met meer dan 5.000 reizigers per dag autonoom toegankelijk te maken. Dat omvat het ophogen van de perrons tot de standaardhoogte van 76 centimeter, het aanleggen van hellingen of liften om die te bereiken, en het voorzien van blindegeleidelijnen en ticketautomaten met geluidsbijstand.

Ondanks deze belofte kan de NMBS noch het bevoegde kabinet van Georges Gilkinet (Ecolo) vandaag een lijst geven van de stations die aan de 5.000 reizigers-norm voldoen. Als we ons baseren op het aantal opstappende reizigers per werkdag, dan gaat het om 33 stations. Daarvan zijn er 12 autonoom toegankelijk, zo laat de NMBS weten. De belofte werd dus niet waargemaakt.

Het zal nog heel lang duren voordat alle kwetsbare reizigers in België zelfstandig de trein kunnen nemen. Vandaag zijn nog maar 103 stations toegankelijk. Tegen 2032 zouden er dat 176 moeten zijn, goed voor driekwart van de dagelijkse reizigers.

Openbaar vervoer in laagjes

‘We operationaliseren het decreet betreffende de basisbereikbaarheid. Hierbij wordt ingezet op elke vervoerslaag en de overstapmogelijkheden tussen deze lagen.’ (Vlaams regeerakkoord)

Het liep niet van een leien dakje, maar de Vlaamse regering duwde door met de grootste hervorming van het openbaar vervoer in jaren. Door meer dan 3.000 bushaltes te schrappen en landelijke gebieden zonder vaste busverbinding te zetten, maakte de regering zich niet populair. Al was het maar omdat ook de beloofde overstappunten (of ‘Hoppinpunten’) en de geïntegreerde routeplanner en ticketprijs achterbleven. Het resultaat was een halfslachtige hervorming waarbij vele reizigers in de kou bleven staan.

Voogdijminister Lydia Peeters verdedigt nog steeds de omslag van een aanbodgestuurd naar een vraaggestuurd systeem. Er kronkelen nu geen lege bussen meer door het Vlaamse landschap. Bovendien: “In de eerste helft van maart werd de Flexbus (de nieuwe Belbus, ADB) door 22 procent meer reizigers gebruikt dan in dezelfde periode vorig jaar.”

Stiptere treinen

‘Het verbeteren van de dienstverlening aan de reiziger - snelheid, stiptheid, comfort, aanbod, toegankelijkheid - is topprioriteit.’ (federaal regeerakkoord)

De stiptheid op het spoor blijft zorgwekkend. In 2023 kwam 87,5 procent van de treinen met maximaal zes minuten vertraging aan, waardoor ze onder de noemer ‘stipt’ vielen, terwijl dit in 2019 nog 90,4 procent was. Het gebrek aan personeel en de verouderde staat van de sporen en de treinen blijven de reiziger parten spelen.

Het treinaanbod ging er wel op vooruit. In het nieuwe vervoersplan kwamen er 2.000 treinen per week bij, met opvallend meer vroegere en latere treinen. Deze verhoging wordt stelselmatig uitgerold tussen dit en 2026, en werd dus nog niet voltooid.

Hoewel het huidige plaatje somber oogt, investeerde Vivaldi wel beduidend meer in het spoor dan de vorige regeringen. De komende jaren zal blijken of het cliché van de traag kerende tanker van toepassing is.

Deze beloftes stierven een stille dood

Hogesnelheidstrein naar de luchthaven van Zaventem

De hst moest het aantal korteafstandsvluchten helpen verminderen, maar voogdijminister Georges Gilkinet was van in het begin een koele minnaar. Hij liet de onderhandelingen met de spoorbedrijven op hun beloop.

Privatisering van het openbaar vervoer

Op aandringen van de liberalen zou in één regio een privaat bedrijf worden aangeduid dat bussen en trams laat rijden. Het voorbereidende werk, onder andere door de FOD Mobiliteit, raakte bij gebrek aan politiek draagvlak nooit klaar.

Propere stadsbussen

Vlaanderen beloofde plechtig om tegen 2025 enkel nog met emissievrije bussen door stadskernen te rijden. Met welgeteld drie elektrische bussen van De Lijn bleek dat compleet onhaalbaar, zeker toen de leveringstijden van nieuwe bussen explodeerden.