© Jdw

Ledershop Cavents zet ateliers open om stielwerk te demonstreren

Wie een lederen portefeuille in zijn achterzak steekt of een handtas om haar schouder hangt, staat er niet bij stil dat die kwaliteitsvolle producten veel vakmanschap en handwerk vergen. Walter Cavents wil dat gat in onze kennis dichten.

Hans Otten

Walter Cavents en zijn vrouw Christine maken in hun ateliers van Ledershop Cavents in Merksplas duurzame en authentieke lederwaren, waarvoor ze zelf het ontwerp, productie en afwerking leveren. De 56-jarige Walter oefent deze stiel al meer dan dertig jaar uit, maar in feite rolde hij als kind al in de stiel. “En toch wilde ik eigenlijk zelfstandig schrijnwerker worden”, lacht hij.

“Mijn vader werkte bij Drukkerij Proost in Turnhout en was daar de expert in het bewerken van boeken met lederen kaft, zoals Bijbels voor het Vaticaan. Maar thuis zat hij ook continu met leer te werken. Als bengel van tien jaar leerde ik zo na schooltijd stilaan lederen lappen lijmen tot een portefeuille. Van mijn eerste portefeuille zijn er nog heel wat exemplaren verkocht. Maar toen ik als achttienjarige naar het leger moest, is mijn vader op enkele maanden tijd gestorven. Hij is maar 52 jaar geworden. Mijn broer nam toen zijn atelier over, maar omdat hij minder van leer afwist dan ik, ben ik hem gaan helpen.”

Zoveel decennia later gebruikt Cavents nog altijd machines die afkomstig zijn van zijn vader. “Spijt dat ik voor leder in plaats van hout heb gekozen, heb ik niet. Al maak je je soms wel de bedenking dat de verloning niet in overeenstemming is met de uren die je bezig bent. Niet dat ik niet rond kan komen, maar de verkoopprijs staat gewoon niet in verhouding tot de gepresteerde uren. Als je die in rekening moet brengen, wordt een stuk onbetaalbaar. Maar dat is het stukje passie dat in je werk schuilt. Ik ga fluitend naar mijn werk en keer fluitend terug naar huis. Ik denk dat dit meer waard is dan geld.”

In een lederproduct kruipen dan ook erg veel uren werk. Zelfs in een eenvoudige doorsnee portefeuille zitten 36 verschillende stukjes leder verwerkt. “Een meer ingewikkeld ontwerp heb je als stielman vijftig keer in je handen gehad. Mensen hebben daar geen benul van en dat wil ik precies zondag op de Dag van de Ambachten demonstreren: hoe ik van een berg lederen lapjes een geldbuidel in elkaar knutsel. Dat is met alles zo, of het nu een handtas of een lederen kledingstuk is. Je begint van een vel en pas een dag later heb je een artikel. Maar vergis je niet, klagen doe ik niet, ik doe dit werk nog altijd met enorm veel liefde en passie.”

Cowboys en indianen

Walter en Christine verkopen in hun atelier artikelen zoals handtassen, portefeuilles en riemen onder de eigen merknaam Caven. Daarvoor maken ze zelf de ontwerpen en manuele productie. Maar veel werk gebeurt op speciaal verzoek. Dat gaat van herstellingen of verstelwerk van oudere lederwaren tot aanvragen om heel specifieke stukken te vervaardigen. In die laatste categorie vindt Ledershop Cavents vooral klanten in kringen van jagers, motorliefhebbers en cowboys en indianen. Pardon?

“Ja, die bestaan inderdaad nog”, lacht Walter Cavents. “Dat zijn mensen die verzot zijn op de westernstijl en zo authentiek mogelijke kledij en accessoires willen dragen. Ze komen hier dan vaak met een eigen schetsje aanzetten dat ik moet maken. Die aanpak heb je trouwens ook bij die motormannen. Dan hebben ze zelf een motor in elkaar geknutseld en komen ze hier binnen met een houten plank. ‘Walter, kan je daar eens een zadel van maken?’ Je voelt dat ze niet weten wat ze vragen, maar dat zijn natuurlijk net de uitdagingen die je job zo leuk maken.”

Ook bedrijven weten de weg naar Ledershop Cavents te vinden. “Ik heb zo altijd voor Aurora (bedrijf in papierproducten in Beerse, red.) gewerkt, maar vroeger ook voor de grafische industrie in Turnhout, zoals Brepols en Splichal. Als je je kost moet verdienen met enkel je ambacht zit ik ten eerste al op de verkeerde plek. In een grootstad zou ik gerust nog meer aanvragen krijgen en meer kunnen vragen dan in ons dorpje buitenaf. Maar dat wil niet zeggen dat je méér kan doen. Ten slotte heb je maar twee handen. “