© Frederik Beyens

Binnenkijken in een modernistische stadswoning: “Zowat elke kamer is van grootte en plaats veranderd”

Modernisme en Antwerpen, ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat danken we aan onder anderen Renaat Braem, Léon Stynen en Eduard Van Steenbergen. Weinigen weten dat hier in het interbellum ook een Joodse architect actief was. Tussen 1930 en 1940 reeg Nachman Kaplansky pareltjes van architectuur aan elkaar, vooral voor Joodse families. Daarna moest hij op de vlucht voor de nazi’s. Allebei fan van het modernisme, moesten Werner en Birgit niet lang nadenken om van een woning van Kaplansky hun nieuwe thuis te maken.

Suzanne Antonis

WONINGSFICHE

  • Bouwjaar: 1936
  • Architect: Nachman Kaplansky
  • Gekocht in 2013 en gerenoveerd
  • Stijl: modernisme/Nieuwe Zakelijkheid
  • Bewoonbare oppervlakte: 242 m²
  • Tuin en terras: 880 m²
  • Bijzonder: opgenomen in de Inventaris Bouwkundig Erfgoed

In de residentiële wijk tussen het Augustinus-ziekenhuis en het Middelheimpark valt het huis van Werner en Birgit meteen op. De strakke baksteenstructuur, bandramen en platte daken zijn typerend voor het modernisme. “We zijn verslaafd aan alles wat uit deze architectuurstroming komt”, zegt Werner als hij ons binnenlaat. “Onze vorige woning was van Eduard Van Steenbergen, waar we ook graag hebben gewoond. Maar dit pand van Kaplansky stond bovenaan op ons verlanglijstje voor als we toch nog eens zouden verhuizen. Toen het te koop kwam, hebben we geen seconde getwijfeld. We ervaren hier nog meer ruimtelijkheid en dit huis is functioneler voor een gezin. De zuidoriëntatie is de bonus.”

Voor de renovatie gingen Werner en Birgit grondig te werk. Werner: “Anderhalf jaar hebben we gepuzzeld aan een nieuwe indeling en zowat elke kamer is van grootte en plaats veranderd. Die bestaande lay-out doorbreken is niet evident, maar met een huis uit het modernisme kan dat. Omdat door zijn eenvoud alles gewoon blijft kloppen. De nutsvoorzieningen zijn allemaal heraangelegd met het oog op modern comfort. Ook energie was een belangrijke factor want een huis dat in de jaren dertig is gebouwd, is hoe dan ook een thermische zeef. Er kwamen nieuwe ramen met een goede K-waarde, zonnepanelen, een warmtepomp en extra isolatie, tot en met de kruipkelder.”

© Frederik Beyens

Huis van toen en nu

De ziel die Kaplansky er had ingelegd, ging niet verloren. Werner: “Dat is net de kracht van deze architectuur. Kaplansky ontwierp het in 1936 en ongetwijfeld heeft het toen prima gefunctioneerd. Dat doet het nu nog, na al onze ingrepen en toevoegingen om er een eigentijdse woning van te maken. Een mooi voorbeeld is het raam in de keuken. Een vorige eigenaar had die veranderd in witte aluminium profielen en vier gelijke vlakken. Na een intense studie kozen we voor zwarte stalen profielen en een asymmetrische indeling. Nadien zagen we op de originele plannen dat Kaplansky precies hetzelfde had gedaan.

Het is echt een huis van toen en nu, en we kunnen ons perfect voorstellen dat we hier oud gaan worden. Nadat de kinderen zijn uitgevlogen, zal het niet leeg aanvoelen. Eigenlijk vinden we maar één ding spijtig. Dat Nachman Kaplansky zijn fantastische carrière niet in ons land heeft kunnen voltooien. Hij zou in Palestina waar hij naartoe was gevlucht, verongelukt zijn op een stelling. Doodjammer dat een talent op zo’n manier verloren gaat.”

Interieur op maat

Eenmaal het huis zijn definitieve lay-out had, gingen Werner en Birgit bij enkele topdesigners langs om de kamers te vullen. Werner: “We zijn fan van het Brusselse designerduo van PJMares. Zij kunnen zowel meubels als keuken- en badkamer-inrichtingen aan en hebben echt hun stempel gedrukt op ons interieur.” Tom Mares en PJ Scherpereel combineren Scandinavische functionaliteit met Italiaanse charme. Dat werkt perfect in deze modernistische woning. “Ze creëren designobjecten die gebruikt mogen worden”, zegt Werner. “Daarom waren we niet bang om ook de twee badkamers door hen te laten ontwerpen. Nu is alles nieuw, maar door het gebruik van natuurlijke materialen zoals hout en staal zullen de objecten met de tijd een bijzondere patine krijgen.” Maar evengoed behielden Werner en Birgit in de keuken en de badkamer de Winckelmans-tegeltjes die Kaplansky bijna een eeuw geleden al gebruikte.

Voor de verlichting gingen ze niet over één nacht ijs. “We hebben een studie laten uitvoeren door een lichtarchitect en kwamen uit bij zowel lampen met een industriële look van Sylvain Willenz uit Brussel als de moderne uitvoeringen van de Griekse designer Michael Anastassiades. In de zitruimte zouden we de indirecte verlichting graag veranderen. We vinden ze wat te sterk in contrast met de warmte van het parket en het haardvuur.”

ANDERE BEWONERS, ANDERE KAMERS

© Frederik Beyens

De vorige eigenaar had in deze woning een tandartspraktijk. “Die hebben we eruit gewerkt”, zegt Werner. “De wachtkamer en het aangrenzende bureautje zijn een polyvalente ruimte geworden waar alles nog in kan gebeuren. De praktijk die een niveau hoger lag, is nu onze keuken.” De masterbedroom kreeg eveneens een metamorfose, met een inloop tussen twee schuin geplaatste wanden waarachter de dressings schuilgaan.

HET ZWARTE GOUD

© Frederik Beyens

Niet elke bewoner behandelt een oorspronkelijk interieur met respect. Werner: “De schoorsteenmantel is een combinatie van travertin en noir de Mazy, een Belgische marmersoort die terecht ‘het zwarte goud’ wordt genoemd. Toen we het huis kochten, waren deze prachtige natuurstenen ontsierd door pilastertjes, een beetje de stijl van de Griekse tempels, maar dan lelijker.”

KOKEN MET EEN HART

© Frederik Beyens

Dat Werner een fervente kok is, kunnen we afleiden uit de inrichting van de keuken. Ruim en centraal in de leefkamer waar de familie verzamelt. Het kookfornuis werkt zowel op inductie als gas en is van het Italiaanse merk Marone, de Lamborghini van de huishoudtoestellen. Werner: “Niet dat ik elk weekend voor een uitgebreide gastentafel sta te koken of me bezondig aan show-cooking. Ik doe het gewoon graag.”

EEN NIEUW PROJECT

© Frederik Beyens

Nu de renovatie zo goed als afgerond is, hebben Werner en Birgit alweer nieuwe plannen. “Nee, verhuizen doen we niet meer. Maar we gaan nog wel de tuin aanpakken. En we willen graag een poolhouse installeren. We denken aan een oranjerie met een gezellige zithoek en een open haard. Een sauna mag natuurlijk niet ontbreken en we voorzien zeker in een gastenkamer waar bezoekers kunnen overnachten.”