Direct naar artikelinhoud

'Als de Kuip het Rijksmuseum is, is Van Persie de Nachtwacht.' Maar hoe lang nog?

Sinds zijn rentree in de winterstop speelde hij gemiddeld 34 minuten per wedstrijd. Hij lijkt fit voor de bekerfinale tegen AZ aanstaande zondag. Maar wat kunnen we nou eigenlijk van Van Persie verwachten? Een reportage over topvoetballers en ouder worden.

Rotterdam - 2018-02-08. Feyenoord speler Robin van Persie scoort de 3-0 in de wedstrijd tegen FC Groningen.Beeld ANP

Feyenoord heeft Robin van Persie zorgvuldig klaargestoomd voor de bekerfinale, zondag ­tegen AZ. Alle hoop is gevestigd op de kwetsbare routinier. Hij dient het belabberde seizoen van de Rotterdammers te redden. Met zijn schijnbaar achteloze trappen moet hij scoren of medespelers aan goals helpen.

Maar is Van Persie fit genoeg? Dit seizoen speelde hij gemiddeld 34 minuten per wedstrijd. Hoe lang kan Feyenoord zondag profiteren van de geniale ingevingen van de 34-jarige Rotterdammer, over wiens oogstrelende balcontacten commentator Frank Snoeks zondag in de Kuip zei: ‘Als dit stadion het Rijks­museum is, dan is Van Persie de ­Nachtwacht.’

In januari keerde Van Persie terug in Rotterdam na wat hij ‘een lange en mooie reis’ noemde. Indrukwekkend was vooral zijn periode in Engeland, bij Arsenal en Manchester United, in totaal elf seizoenen. Het avontuur bij zijn laatste buitenlandse club, Fenerbahçe, was minder succesvol: vanwege een blessure en gebrek aan ritme kwam hij het laatste half jaar amper aan spelen toe.

Wat kan hij nog?

Op de drukbezochte persconferentie bij zijn rentree in De Kuip volgde al snel de vraag die elke terugkerende vedette voor de voeten krijgt geworpen: wat kan hij nog?

Vier maanden later is er nog geen eenduidig antwoord. Van de zestien wedstrijden die Feyenoord sinds zijn komst speelde, deed hij er elf mee. Slechts vier keer maakte hij een helft vol. Zijn kortste optreden: 8 minuten (twee maal). Zijn langste: 81 minuten. Vier keer bleef hij op de bank, een keer zat hij op de tribune: tegen zijn oude club Excelsior. Van Persie had toen last van een kuitblessure.

Wedstrijdritme

Hij voert een bij tijd en wijle ­frustrerend gevecht met het tanende lijf in een almaar versnellende voetbalwereld. ­Zoveel trainen, zoveel kennis over het eigen lijf, zoveel expertise om zich heen en toch niet fit genoeg voor de volle 90 minuten.

Hoe kan dat? Leo Echteld werkt als fysiotherapeut van SMC Fysiomed al meer dan 25 jaar samen met topvoetballers, die regelmatig bij hem op de behandeltafel in Amsterdam liggen. Ook Robin van Persie, die niet graag spreekt over zijn kwetsbare lichaam, kwam geregeld bij hem over de vloer.

Echteld: ‘Als je niet wekelijks aan het spelen van wedstrijden toe komt, dan mis je de intensiteit van de fysieke prikkel die je nodig hebt om ritme te krijgen. Op de training valt deze intensiteit van een wedstrijd niet na te bootsen. Iedereen heeft wel eens griep gehad en weet hoe zijn of haar lichaam daarna aanvoelt, je zakt fysiek in één keer snel ver weg. Zo werkt het ook voor een topvoetballer die geblesseerd is geweest of wedstrijdritme mist. Dat maakt het zo lastig om op het oude niveau terug te keren.’

Boksen

Van Persie, liefhebber pur sang, spaarde zijn lijf als jeugdspeler niet. Hij sleurde met autobanden om sterker te worden. Hij sleutelde met een atletiekcoach aan zijn looptechniek, volgde extra techniektrainingen en bleef ook lang op straat voetballen. In de zomer van 2001, kort na het winnen van de Uefa Cup met ­Feyenoord, liep hij met een korset rond vanwege overbelasting van zijn ruggenwervels.

Later liet hij zijn persoonlijke fysio’s overvliegen naar de buitenlandse clubs die hij diende, hij voegde yoga-oefeningen toe aan zijn warming-up en bande rood vlees en suiker uit zijn maaltijden. Nog steeds is hij druk met de optimale preparatie. Tegenwoordig behoren bokstrainingen tot het repertoire.

Salvador, Brazilië - 2014-06-13. De 'Nachtwacht" juicht met bondscoach Louis van Gaal tijdens de wedstrijd Spanje-Nederland op het WK voetbal.Beeld ANP

Generatiegenoten

Veel van zijn generatiegenoten doen ook extra inspanningen om maar zo lang mogelijk in topvorm te blijven. Dirk Kuijt trok zich op de ochtend na een wedstrijd eerst een paar uur terug in het wellnesscentrum dat hij thuis had laten aanleggen, compleet met warmte- en koudebaden, een infraroodsauna en fysioruimte.

Mark van Bommel boekte in zijn laatste jaar bij PSV de avond voor een wedstrijd steevast een hotel, omdat de rit terug naar huis in Limburg stramme spieren opleverde. Khalid Boulahrouz liet zijn verstandskiezen trekken in de hoop op minder spierblessures. Rafael van der Vaart voltooide vloekend sessies in zijn tuin met een personal coach.

Wesley Sneijder ging kickboksen. Ron Vlaar bezoekt al jaren een osteopaat en een externe krachttrainer en dronk tussen het EK 2012 en het WK 2014 geen druppel alcohol. Nigel de Jong zweert bij yoga en Arjen Robben start een half uur voor de warming-up van zijn ploeggenoten met persoonlijke rek- en spieractivatie-oefeningen.

Minder trainen om het oude lijf rust te gunnen, is niet altijd een optie. Klaas-Jan Huntelaar (34) zegt: ‘Ieder lijf is anders. Zelf heb ik mijn ritme nooit aangepast. Tegenwoordig wil men alles meten en testen, maar wat het beste is, weet je niet. Dat is een gevoel. Pas als je die wedstrijd speelt, weet je of je preparatie goed was. En dan nog… misschien zijn die zware benen gewoon de vorm van de dag.’

Verloren vacht

Ron Vlaar (33), zondag namens AZ in de bekerfinale, neemt ook geen gas terug: ‘Je kunt wel zeggen als oudere speler: ik train wat minder vaak. Maar dan kom je in de wedstrijd lucht en kracht te kort. Je zoekt toch de grens op van wat je kan.’

Vlaar, 32-voudig international en de laatste jaren geregeld geplaagd door spierblessures, leest veel over hoe een sporter het maximale uit zichzelf kan halen. ‘Er zijn allemaal theorieën over. Bijvoorbeeld dat je elke zeven jaar een vachtje uitdoet. Tussen 21 en 28, tussen 28 en 35 en tussen 35 en 42. Ik zit in de vijfde fase: 28 en 35 jaar. ­Telkens word je iets strammer, iets minder elastisch.’

Alkmaar - 2018-04-07. AZ-speler Ron Vlaar in duel met PSV-speler Hirving LozanoBeeld ANP

Ajax-spits Huntelaar, 76 interlands, merkt het vooral als hij een tik op zijn kuit heeft gekregen. ‘Vroeger voelde je dat niet eens. Of je schudde een keer met je been en was het weg. Nu duurt het langer. Soms zelfs een week of twee weken. Dat is een gekke gewaarwording. Je wordt tegengehouden door je lijf. ‘Kom op, lijf, ik wil aan de gang’, denk ik soms. Het breekt je ritme.’

Slijtage

Logisch, zegt Echteld: ‘Het is net als bij een auto. De motor kan vele kilometers draaien, maar er komt een keer een kilometer die net even teveel is. Er ontstaan kleine schades als gevolg van slijtage. Die repareer je, maar helemaal als nieuw wordt het niet meer. Dat worden optelsommen.’

Zou Van Persie een auto zijn, dan is hij volgens Echteld te vergelijken met een zeer exclusief model, maar wel eentje dat ook warm moet draaien en afgesteld dient te worden omdat hij langere tijd niet regelmatig gebruikt is. ‘Maar dat er nog steeds geweldige potentie onder de motorkap ligt is evident.’

Hoe lang een voetballer op topniveau mee kan is volgens Echteld van zoveel factoren afhankelijk dat er nauwelijks iets zinnigs over te zeggen is. ‘Het hangt af van hoe je in je carrière bent getraind, hebt geleefd, je positie op het veld, je dna, je motivatie; bijna teveel om op te noemen. Er is één wetmatigheid: je wordt ouder en je herstelvermogen neemt af. Iedereen weet: als je 20 jaar bent, dan kun je een nachtje doorhalen en de volgende dag vol energie weer aan het werk gaan. Dat lukt als je ouder wordt steeds minder makkelijk. Voor topsporters geldt hetzelfde, maar dan in extreme mate omdat ze fysiek top moeten zijn.’

Rotterdam - 08-02-2018. Feyenoord speler Robin van Persie viert zijn doelpunt tegen FC GroningenBeeld ANP

Beuken tegen beulen

Voor spelers die jarenlang in een topcompetitie hebben gespeeld, zoals Huntelaar en Van Persie, is de aanslag op het lichaam nog groter. Huntelaar: ‘Zeker in de voorbereiding wordt er knoerthard getraind. Je moet wel, elke tegenstander is echt fit. En dan heb je nog het vele reizen dat belastend is.’

Vlaar, die van 2012 tot 2015 bij Aston Villa onder contract stond: ‘In Engeland is het tweewekelijks beuken tegen beulen. Je moet luchtduels ­aangaan met de allersterksten.’

De Engelse competitie is zwaar, bevestigt Echteld. ‘Met Kerst en Oud en Nieuw draait het hele circus gewoon door. Eens krijg je daar de rekening voor betaald, al hangt dat ook weer af van welke periode in je carrière je daar hebt gespeeld. Een speler die net komt kijken, moet zich nog eerst fysiek ontwikkelen naar dat niveau. Maar een speler die in zijn piek zit en het echt naar zijn zin heeft, het ‘mannetje’ is, zoals Van Persie bij Manchester United, die kan veel meer aan.’

In de eredivisie is een ervaren (ex-)topspeler goud waard. Ze wijzen de jeugd de weg, geven het goede voorbeeld. Huntelaar: ‘Je spiermassa neemt misschien af na een bepaalde leeftijd, maar je hormonale huishouding verandert ook. Als tiener stond je bij een relletje klaar met gebalde vuisten, als dertiger ga je daar veel rustiger mee om. Voor topwedstrijden weet je precies wat er gevraagd wordt, dan moet je juist gecontroleerd agressief zijn.’

Positief

Vlaar: ‘Je wordt slimmer in het veld, in je keuzes, stabieler in je emoties. Het is mentaal wel zwaar om het vol te houden als je telkens een terugslag krijgt. Tegelijkertijd waardeer je het meer als je op het veld staat. Als je fit bent, je voetbalt weer lekker, dan ben je zó blij en dankbaar.’

Precies in die staat lijkt Van Persie zich te bevinden. Als een soort positiviteitsgoeroe beweegt hij zich tussen zijn ploeggenoten en voor de camera. Zelfs de discussie of Feyenoord nog een jaar met hem verder moet, doet hij af met een glimlach: ‘We kijken over een paar weekjes wel.’

Dat hij weinig verdedigende arbeid verricht en weinig minuten speelt, wordt hem niet kwalijk genomen. Daarvoor is zijn meerwaarde als hij wel speelt te ­duidelijk. Volgens ­statistiekbureau Opta scoorde geen Feyenoorder vaker in de tweede seizoens­helft van de eredivisie en was niemand ­tref­zekerder met zijn schoten: 5 doelpunten uit 6 pogingen. Zoals commentator Snoeks afgelopen zondag zei na een doelpunt van de smaakmaker: ‘Er zijn veel spelers, maar er is maar één Van Persie.’