Vlaamse regering beslist over lagere erfenistarieven: wat betaalt u binnenkort nog aan de overheid?

Het opzet is duidelijk: de Vlaamse regering wil de erfbelasting versoepelen en vereenvoudigen, en meer laten aansluiten op nieuwe samenlevingsvormen. Ze koppelt er een verlaging van de tarieven aan, nu ook het federale erfrecht is hervormd (vandaag zijn de tarieven 3 tot 27 procent in rechte lijn, 30 tot 65 procent tussen broers en zussen, en 45 tot 65 procent voor anderen, red.).

Aan ideeën is er geen gebrek. Elke meerderheidspartij heeft de afgelopen week haar verlanglijstje samengesteld. Open VLD wil het hoogste tarief van 65 procent omlaag naar maximum 50 procent. De N-VA wil erfbelastingen voor jongeren afschaffen en laat singles een ‘beste vriend’ aanwijzen die voordeliger kan erven. CD&V wil stiefkleinkinderen gelijkstellen met natuurlijke kleinkinderen en wil het mogelijk maken een deel van de erfenis van de ouders door te schuiven naar de kinderen.

Meer ideeën dan geld

De meeste ideeën hebben met elkaar gemeen dat ze – zeker in combinatie – een te grote budgettaire impact hebben. Zo zijn de N-VA en Open VLD er voorstander van dat een langstlevende partner helemaal geen erfbelasting meer moet betalen. Maar dat zou een slordige 160 miljoen euro kosten.

Andere voorstellen, zoals erfenissen doorschuiven naar de kinderen om te vermijden dat die later nog eens erfbelastingen moeten betalen, hebben een onbekend prijskaartje – wat eveneens argwaan opwekt.

Dat valt niet te rijmen met de 110 tot 120 miljoen euro die de Vlaamse regering veil heeft voor de hervorming, op een budget van 1,4 miljard euro. De Vlaamse regeringspartijen zullen water in de wijn moeten doen om het financiële plaatje te doen kloppen. De kans op grote ingrepen wordt er niet groter op. In het beste geval komt er een belastingverlaging die in fasen wordt doorgevoerd, bijvoorbeeld om de langstlevende partner te ontzien. Het hoeft dus niet te verwonderen dat de discussie al even aansleept.

Veel tijd rest er niet. Het is de bedoeling dat de nieuwe regeling op 1 september, vlak voor de verkiezingen, ingaat. Met alle adviezen en parlementaire procedures die nog gevolgd moeten worden, moet de beslissing nu vallen.