© Frederik Beyens

Kerstkoken met Dagný Rós Ásmundsdóttir: tv-kok blijft trouw aan IJslandse tradities

Dagný Rós Ásmundsdóttir (45) telt de dagen van december af op de adventskalender van haar dochter. Straks komen dertien kerstmannen helpen om het nakende feest aan te kondigen. Want Kerstmis, dat is de hoogdag van het jaar. “Als kind samen de kerstboom versieren, dat staat toch in ieders geheugen gegrift?” Maar het is zoveel meer dan dat. “Het is een traditie die niet mag verloren gaan”, zegt Christmas Queen Dagný.

Johan Van Baelen

Dagný Rós (betekent Nieuwe Dag en Roos, zeg maar Dagný) heeft er een helse tijd op zitten. Sinds augustus kampeerde zij met haar gezin in de woonkamer en het salon van hun woning in Deurne, een keuken was er niet meer. Terwijl die werd verbouwd, gingen ze ’s avonds eten bij haar schoonouders.

We zijn de eersten die de nieuwe keuken betreden en zelfs keukenprinses Dagný moet er haar weg nog in vinden. Het is haar niet aan te zien, ze straalt als vanouds, maar de laatste loodjes wogen zwaar. “Ja, het was laat gisteren en vanmorgen ben ik om vijf uur opgestaan om verder op te ruimen en dan ben ik beginnen te koken. Als we iets doen, dan doen we het goed”, verklaart ze de korte nacht.

“Want ik wil intrigeren, ik wil de mensen pákken, nieuwsgierigheid opwekken. Mama was ook zo. Haar perfectionisme stoorde me als kind. ‘Altijd maar opruimen’, dacht ik, want alles moest spic en span zijn. Het ergerde me, maar nu ben ik blij dat ze het zo heeft gedaan. Ik ben net hetzelfde. En het loont hoor, want wat een feest was het toen de kinderen hier vanmorgen voor het eerst sinds lang hebben kunnen ontbijten. Ze waren keiblij”, straalt ze.

Dagný leerde België kennen toen ze als laatstejaars Economie via het Europees uitwisselingsprogramma Erasmus op de Universiteit Antwerpen (toen Ufsia) terechtkwam. Omdat ‘bij de pakken blijven zitten’ niet in haar woordenboek staat, opende ze haar Fisk Boutique in de Kasteelpleinstraat.

Toen ze de winkel van de hand deed, stond ze op een keerpunt in haar leven. “Ik moest mijn hele zwangerschap platliggen, maar kort ervoor was ik enkele keren bij Piet Huysentruyt op tv geweest en van het een kwam het ander, zoals De Perfecte Keuken, MasterChef BV, Junior MasterChef met Wout Bru en De Keuken van Sofie.” Onlangs nog was Dagný te zien op kookzender Njam!, in Weg zijn wij op Eén en straks verschijnt ze in een humoristisch programma met Lieven Scheire.

“Het was nooit mijn bedoeling dat mijn leven om televisie zou draaien. Ik zoek mijn eigen weg en televisie is daarbij mooi meegenomen. Zo heb ik na mijn laatste boek Easy Nordic hetzelfde gedaan als na het eerste: events, catering en showcooking. Zo investeer ik in mezelf en moet ik niet angstvallig zitten wachten op een eventuele tv-opdracht. Ik schrijf ook geen twee boeken per jaar, maar wel een elke twee jaar. Want ik wil dat boek ook op de beste manier in de wereld zetten, door al die opdrachten achteraf. Dat is dan voor verenigingen of voor firma’s als Iittala en Ikea. Soms huur ik daarbij studenten in, zoals Liam bijvoorbeeld. Hij is me zeer dankbaar, omdat hij tijdens het werk ook zichzelf ontdekt.”

© Frederik Beyens

Speciaal voor deze reportage sleepte Dagný Rós ook een kerstboom aan. Hoewel die nog niet is versierd, bracht hij een aangename harsgeur mee. Een mens zou voor minder in de sfeer komen. “Die boom mag nog niet versierd worden”, legt ze uit. “Dat gebeurt bij ons pas enkele dagen voor Kerstmis. Dan kwam mijn vader van zee en hing hij de lichtjes in de boom. Dat was voor ons het sein om met het versieren te beginnen. Hier zal het niet anders zijn. Dat is een taak van de kinderen, waar ik alleen af en toe wat bijstuur.”

Eigenlijk zal de versiering overbodig zijn, want voor het eerst in tien jaar gaat het hele gezin de feestdagen doorbrengen in IJsland. “De voorbije kerstperiodes had ik het af en toe best moeilijk. Toen ik vorige kerstfilmpjes van vriendinnen en vrienden in IJsland zag, heb ik aan mijn man Timothy gezegd: ‘Volgend jaar gaan we ook. Ik wil dat Soley Liv (hun dochtertje van 6, red.) dat meemaakt’.”

“Ik wil ook dat onze kinderen de IJslandse traditie meekrijgen. Hier is het zo anders. Jullie vieren wel, maar meer dan een feestje thuis is het niet. Bij ons hangt er zoveel meer aan vast. Volgens mij doet Europa niks om die tradities in ere te houden. Niemand geeft erom en ze gaan verloren, terwijl ik vind dat je ze moet koesteren. Want zo’n traditie maakt mensen gelukkig. Dat is belangrijk tussen al het negatieve nieuws waarmee we dagelijks worden geconfronteerd. Dat wil niet zeggen dat je alle ellende moet vergeten, maar een mens mag toch even genieten, niet?”

Dertien kerstmannen en een trol

Terwijl Dagný even naar de keuken gaat om het gebraad te kruiden en er laurierblaadjes in te steken, valt een sliert tegen de muur op. Zelfgemaakte zakjes aan een koord geregen, eentje voor elke dag van december. “Soley Liv mag er elke dag één opendoen, de jongens Dagur Freyr (23) en Tristan Thor (17) zijn daar te groot voor. Voor haar is het een feest”, glundert Dagný. Niet voor het laatst merken we dat deze mama zelf ook hard naar Kerstmis verlangt.

“Het is een leuke manier van aftellen en jullie kennen toch ook zo’n chocoladekalender? Wij maken die dus zelf en steken er kleine cadeautjes in.” Het lijkt een beetje op het wachten en het verlangen naar de 6de december, wanneer Sinterklaas langskomt.

“Die kennen we niet in IJsland, wel een Kerstman. Maar ik heb er intussen vrede mee. Wij hebben wel dertien kerstmannen. Die komen elk om beurten de dertien dagen voor Kerstmis langs. Op die manier tellen de kinderen ook af naar de Grote Dag. Die kerstmannen hebben rare namen, zoals Stúfur (kleintje), Pottasleikir (pannenlikker) en Gluggagägir (ramengluurder) en komen vanaf 12 december ’s nachts vanuit de bergen naar de huizen. Daar zetten de kinderen hun schoenen voor het raam, in de hoop op een snoepje, een mandarijntje of een klein cadeautje in de aanloop naar Kerstmis.”

© Frederik Beyens

Is dat geen treffende gelijkenis met onze sinterklaascultuur? Daarin zit ook een vorm van bestraffing. ‘Zie ginds komt de stoomboot’, zingen we. ‘Wie zoet is, krijgt lekkers, wie stout is de roe.’ “Dat kennen wij ook. Wie niet braaf was geweest, riskeerde een rotte aardappel in de schoen. Die werd er niet door de kerstmannen ingelegd, maar door hun moeder Grýla. Net zoals haar man Leppalúdi wordt ze omschreven als half trol, half mens en ze ziet er vervaarlijk en vies uit. Ze zijn er ook op uit om kinderen mee te nemen en te garen in een grote ketel. Zulke verhalen vertel ik niet aan Soley Liv. Maar elk kind vult die trollensaga aan met de eigen fantasie. Het zijn de enige trolachtigen in de IJslandse cultuur. In Scandinavische sagen kom je er veel meer tegen.”

Is Dagný ooit zo stout geweest dat ze een rotte aardappel kreeg? “Het is me één keer overkomen. Dat was zó teleurstellend. Want je springt uit bed, stormt naar beneden, naar die schoen, en dan zie je die aardappel. Schrikken hoor. Wat ik fout had gedaan? Ik wilde niet op tijd gaan slapen.”

Kertasníkir zet het feest in

De laatste Kerstman, Kertasníkir (kaarsenpikker), wordt door de IJslanders als de meest sympathieke gezien. Hij komt dan wel kaarsen stelen, maar hij komt de 24ste, op de morgen van kerstavond. Dan zijn de voorbereidingen voor het feest in volle gang en worden er snel andere kaarsen gehaald.

“Dat is ook zo mooi aan onze traditie. De 23ste zijn alle winkels open tot 23 uur. Dan zijn alle mensen buiten. Op straat is het als een scène uit een kerstfilm: iedereen is gelukkig, begroet vrienden en kennissen, kinderen mogen lang opblijven. Dat gevoel mis ik hier, dat sociale van Kerstmis. Voor de laatkomers zijn de winkels tegenwoordig ook de 24ste nog open, tot 12 uur. En dan gaat iedereen naar huis of naar het huis waar kerst wordt gevierd, om te helpen met het feest. Dan zie je ’s avonds al die lichtjes aangaan en weet je: daar wordt ook Kerstmis gevierd. Om 18 uur worden alle kerkklokken geluid om het feest officieel op gang te trekken.”

© Frederik Beyens

Bij Kerstmis hoort geen traditionele klederdracht. “Die wordt alleen op de nationale feestdag van 17 juli bovengehaald. Het zijn dure kleren, niet iedereen koopt dat. Maar mijn mama stond er vroeger wel op dat iedereen mooi gekleed naar het feest kwam, het liefst zelfs in nieuwe kleren. Dat behoort ook tot de traditie.”

Aan de rand van hoofdstad Reykjavik leent Dagný straks het huis van een vriendin die in het buitenland gaat vieren. “Mijn mama komt met haar man, mijn jongere zus komt uit Denemarken, mijn broer, papa en mijn ex-man. Dat is wel fijn voor mijn oudste zoon. Natuurlijk zijn mijn ex en mijn papa erbij, we zijn toch volwassenen? De ruzies hebben we gehad. Kerstmis draait om samen zijn.”

“Kerst is gewoon met velen aan tafel veel eten. Natuurlijk maken we te veel klaar, maar na Kerstmis vieren we gewoon voort en eten we de restjes op. Het kersteten wordt ook dagenlang op voorhand voorbereid. De kerstvakantie begint traditioneel op 15 december en om toe te werken naar het feest, bakten we altijd koekjes samen”, herinnert Dagný zich. “Mama had wel tien verschillende recepten. Die moesten allemaal in een doos en we mochten ze pas met kerst opeten. Maar de avond zelf vergeet je die doos. Wat later vind je ze dan bij toeval terug. Ook prettig.”

“Het feest zelf starten we met een punch. Ik maak er deze keer een alcoholvrije, zodat de kinderen kunnen meedoen. Daarna beginnen we met aperitiefhapjes en bubbels. Het voorgerecht is meestal afgewerkt op voorhand. Het hoofdgerecht is niet bij iedereen hetzelfde. Sommigen maken kalkoen klaar, anderen bereiden vis of nemen een gebraad zoals wij.”

“Met kerst mag alles”

Wat wel een constante is: de IJslanders maken héél veel klaar. Er zijn talloze bijgerechten zoals gekaramelliseerde aardappelen en gekaramelliseerde spruitjes, gebakken flespompoen met dragon en een tomatensalsa, enzovoort.

Pas bij het dessert worden traditiegetrouw de pakjes geopend. Terwijl Dagný vertelt, werkt ze verder aan het menu. Op geen enkel moment laat ze de gedachte aan Kerstmis los. “Deze punch past in het recept. Die moet mooi zijn”, zegt ze, terwijl ze de rode kleur ervan aanprijst. “Dat mag, want het is maar één keer per jaar Kerstmis.”

Ook de vleesballetjes krijgen een kerstversiering. Na het bakken worden ze gekaramelliseerd in veenbessenconfituur. “Dat maakt ze extra sappig.” Dan strooit Dagný er wat groene blaadjes over. “Wat koriander, munt of basilicum. Ik doe het vooral, omdat de kleuren groen en rood bij het feest horen.”

“Je merkt dat er veel gekaramelliseerd wordt en met Kerstmis kook ik uitzonderlijk met room en verse boter. Ik ben niet zo voor dat zware eten, maar met kerst mag alles. Met mate”, voegt ze er snel aan toe. “We wandelen ook veel, dat is een mooi tegengewicht voor de suiker en het vet.”

© Frederik Beyens

Tijdens zo’n wandeling staat, op kerstavond of Kerstmis, een mis op het programma. “Dat gaat niet over de religie, maar over het gevoel. De protestantse priester spreekt mooie woorden en vraagt om aan mensen te denken die het niet zo goed hebben en om dankbaar te zijn voor wat we hebben. Ik ga niet naar de kerk voor Jezus Christus, maar voor de traditie. Door het jaar zal je mij alleen in de kerk zien voor een trouw. Hoewel, tijdens de confirmatie van mijn zoon (bevestiging als lid van de protestantse kerk, gelijklopend met het vormsel, red.) sprak de priester in de Noorse Zeemanskerk zo’n mooie woorden. Ik dacht toen wel dat ik vaker zou moeten komen luisteren naar hem. Hij steekt de boodschap in een nieuw jasje en het kost niks.”

“Ook fijn en in dezelfde traditie zijn er tijdens de feestdagen veel koren die her en der kerstliederen zingen. Bing Crosby en zijn White Christmas zijn nooit ver weg en bij ons staat, zeker op de 24ste, geen andere muziek op dan kerstmuziek.”

Het lijkt erop alsof het feest nooit eindigt, daar in IJsland. “Dat heb je goed gezien. Zo trekken we dat gegeven van die nieuwe kleren op kerstavond heel ver door. Die avond moesten we gaan slapen in vers gewassen lakens én met een nieuwe pyjama aan.”

De 25ste is dan ook een uitslaapdag, waarin je heel ontspannen in de nieuwe pyjama naar beneden komt om te lezen in de boekjes die onder de kerstboom liggen of om te relaxen, tot je om 17 uur naar het volgende feest trekt.

“Tussen Kerstmis en Nieuwjaar is er sowieso weinig te doen in IJsland. De restaurants die open zijn, zien alleen toeristen. IJslanders blijven weg, want die gaan eten bij familie en vrienden. Gerookt lam met een speciale saus en aardappelen is hét traditionele gerecht voor die tijd. Dus eet je dat meer dan eens in die dagen. Ik moet toegeven dat ik na de vorige kerstvisite bijna begon te mekkeren”, besluit Dagný lachend.