Chaos is de nieuwe wereldorde
Eind dertiende eeuw trok de Italiaanse ontdekkingsreiziger Marco Polo naar China. Hij bracht de cultuur en wetenschap uit dat enorme land mee naar Europa. Zo waren beide kanten van het Euraziatische continent een tijdlang met elkaar verbonden.
Die tijd van Eurazië als geopolitieke eenheid komt weer terug, schreef de Amerikaanse wetenschapper, beleidsadviseur en journalist Robert D. Kaplan (65) eind maart in The Wall Street Journal. Hij doet een aantal observaties vanuit de politieke veranderingen die de laatste dertig jaar plaatsvonden.
paars
In de jaren negentig leek het paradijs op aarde aangebroken: de Koude Oorlog was voorbij, de democratie als bestuursvorm leek overal te worden omarmd en de economie floreerde. De Europese Unie kreeg vorm en munt; wereldwijd vielen tariefmuren weg.
Politicoloog Francis Fukuyama kondigde ‘het einde van de geschiedenis’ aan, met de liberale democratie als eeuwige staat van heilzaam welzijn. In Nederland kleurde die gedachte paars.
Hoe anders is het nu, merkt Kaplan op. Europa is bezig te verworden tot ‘niet meer dan een perifeer gebied van de grote landmassa die Eurazië heet’.
Het concept ‘westerse beschaving’ moet ruimtelijk en inhoudelijk een grote stap terugdoen. Niet Fukuyama kreeg gelijk, maar de verguisde Samuel Huntington, die in 1993 een ‘botsing van beschavingen’ voorspelde.
stippellijnen
De ideologische strijd die de twintigste eeuw kenmerkte (fascisme, nationaalsocialisme, communisme), is in de 21e eeuw verworden tot een geopolitieke, gewapende strijd, die mondiaal vooral chaos betekent.
De combinatie van wereldwijde terreur en de politieke islam breekt het concept van natiestaten en in zichzelf geordende werelddelen af. De scheiding tussen de continenten is bezig te verdwijnen.
De Middellandse Zee is van onneembare barrière tussen Afrika en Europa, tot een dodelijk binnenmeer geworden.
De culturele, religieuze en geopolitieke tweedeling tussen West en Oost is aan het wegebben. De nationale grenzen zijn ook buiten Europa vage stippellijnen geworden. De opmars van technologie en de digitale revolutie betekenden ook dat crises overal ter wereld met elkaar verbonden zijn.
verbrokkeling
Chaos is de nieuwe wereldorde, niet de democratische consensus die in de jaren negentig als zodanig werd gezien.
Ook binnen landen is die verbrokkeling te zien. Rusland mag dan onder president Vladimir Putin intimideren en militair imponeren, er is heerschappij en geen bestuur. Groeiende middengroepen en mondige jongeren hebben geen instituten om in te wortelen.
Rusland is volgens Kaplan een kaartenhuis, dat net zoals de Sovjet-Unie ineen zal storten, niet in staat het buitenland te bedreigen.
Voor China ligt dat anders. Daar waren rijke middengroepen wel opgenomen in een – alleen formeel nog ideologisch – collegiaal, technocratisch bestuur. Verlicht autoritair was de formule waarin velen zich konden vinden.
Maar de alleenheerschappij van en de persoonscultus rond president Xi Jinping heeft dat fragiele evenwicht verstoord. Juist de combinatie van dat machtsmonopolie en de herleving van de ideologie maakt China instabiel.
Hoe moet je daar nu mee omgaan? Kaplan werkt het uit in een aantal essays, die de laatste vijftien jaar verschenen in gerenommeerde tijdschriften en nu gebundeld zijn in De terugkeer van Marco Polo. Hij trekt twee conclusies.
Ten eerste: ondanks de schijnbare zwakheid blijft democratie de best beschikbare bestuursvorm. En de Verenigde Staten hebben de taak die hoog te houden, ook in de tijd waarin Trump afglijdt naar een ‘caesaristisch autoritair’ regeren. De democratie is het enige systeem dat zichzelf kan corrigeren, dat hervormd kan worden.
Daarnaast pleit hij voor een ‘realisme-plus’. Hard zijn, afschrikking, georganiseerd wantrouwen zijn niet genoeg.
ideologie
Kaplan plaatst twee kanttekeningen. Ook een politiek realist moet bedenken dat hij of zij gebruik maakt van morele criteria, normen en waarden. Die zijn onontkoombaar, maar moeten gedoseerd worden toegepast. De omelet van de democratie vereist vele gebroken eieren; de moraal van een overheid kan niet die van een individu zijn.
En, de tweede kanttekening, de realist moet beseffen dat ideologie er is en blijft. Dat betekent dat niet alles verloopt volgens de wetten van de ratio. Fanatici zijn overal en ze zijn van alle tijden. Realisme noch democratie garanderen veiligheid.
Kaplan verdient kritiek. Hij ziet ‘het Oosten’ toch vooral negatief; Marco Polo kon er meer mee.
Daarnaast weet Kaplan eigenlijk niet wat hij met de zachte kanten van zijn realisme aanmoet.
Hij erkent wel dat de protestantse denker Reinhold Niebuhr grote invloed had op de anglicaan Huntington. In The Irony of History relativeerde Niebuhr de morele superioriteit van het Westen.
Als machtigste land ter wereld zou Amerika arrogant worden, zich overal mee bemoeien en het beleid versnipperen. Of het zou zich ongenaakbaar isolationistisch terugtrekken. Bij Trump zien we beide trekken.
morele antennes
In de jaren tachtig bestond een andere school, die van het christelijk realisme, met als beleidsambitie een ‘balans tussen ideaal en werkelijkheid’.
Misschien is het tijd die impuls – getoetst aan het heden – te hernieuwen.
Dat vereist meer morele antennes dan Kaplan heeft. <