

begroting
© belga
Zelfs na de geplande sanering van de regering-De Wever blijft België een aanhoudend begrotingstekort torsen. Maar de ingrepen zouden moeten volstaan om van Europa soepeler te mogen besparen.
Afgelopen weekend bereikte de regering-De Wever een akkoord over het zogenaamde ‘nationaal budgettair plan voor de middellange termijn’. Dat is een document waarin België bij de Europese Commissie aangeeft hoe ons land het begrotingstekort wil temmen tijdens de huidige legislatuur.
Ter herinnering, als er geen maatregelen genomen worden, dreigt alleen al het tekort van de federale overheid te stijgen van 16,8 miljard in 2024 tot 43 miljard euro in 2029, omgerekend 6 procent van het bruto binnenlands product (bbp), zo becijferde het Monitoringcomité recent. Het Federaal Planbureau voorzag eerder een groei van de schuld tot 117 procent. Het meerjarenplan, dat De Standaard kon inkijken, herhaalt de ambitie om het tekort tegen 2029 naar 3 procent terug te brengen. De schuld moet beperkt blijven tot 106,7 procent van het bbp.
Die ambitie staat of valt met het succesvol implementeren van de hervormingen die de regering-De Wever plant – naast andere beloftes zoals een Vlaams begrotingsevenwicht in 2027, waarbij de kosten voor de Oosterweelverbinding buiten de begroting worden gehouden. De federale inperking van de werkloosheid in de tijd, de besparing op de pensioenen, de fiscale hervorming die meer jobs moet creëren: alles samen moeten de hervormingen 18 miljard euro opbrengen tegen 2029, inclusief de intussen al veelbesproken 8 miljard euro aan terugverdieneffecten. Het pakket moet helpen om alvast het primair tekort – dus zonder de rentelasten – zo goed als volledig weg te werken tegen 2029.
Het is vooral die korting op de primaire uitgaven waar de Europese Commissie naar zal kijken bij de beoordeling van het plan. Sinds vorig jaar zweert de Commissie bij de ‘uitgavennorm’, die in essentie bepaalt met hoeveel de uitgaven van een lidstaat mogen stijgen. Voor België werd die norm dit jaar op 3,6 procent gezet, waarna die zakt tot 2,1 procent in 2029.
Regeringsbronnen maken zich sterk dat het voorliggende plan dat traject respecteert. Uit informele contacten tussen de regering en de Commissie zou gebleken zijn dat de Europese lat gehaald wordt. Dat is niet onbelangrijk, want al tijdens de formatie is de regering-De Wever altijd vertrokken van een ‘soepeler’ saneringsritme over zeven jaar in plaats van vier jaar. Maar dat is een gunst. De Commissie heeft nu zes weken de tijd om de plannen te evalueren.
“Dit meerjarenplan verankert de ambitieuze hervormingen uit het regeerakkoord op het vlak van fiscaliteit, pensioenen en arbeidsmarkt”, zegt minister van Begroting Vincent Van Peteghem (CD&V). “We gaan voor een daling van onze overheidsschuld en waken erover dat het tekort op de middellange termijn onder 3 procent van het bbp wordt gebracht en gehouden. Met dit plan zit alles op schema om te kunnen voldoen aan de voorwaarden van Europa voor een zevenjarig aanpassingstraject.”
Opvallend, in de jaren na 2029 zouden de hervormingen het tekort verder verkleinen, tot het vanaf 2034 opnieuw begint toe te nemen (zie grafiek). Premier De Wever heeft ook altijd onderlijnd dat een volledige sanering meerdere legislaturen zou duren. Tegelijk verwacht de regering dat de overheidsschuld wel structureel gaat krimpen, tot bijna 88 procent van het bbp tegen 2041 – en dit dankzij inflatie en economische groei.
Dit zijn natuurlijk erg onzekere projecties op lange termijn. En zelfs op korte termijn is het maar de vraag hoezeer het meerjarenplan overeind blijft. Dat plan voorziet nog steeds in een stijging van de defensie-uitgaven tot 2 procent van het bbp tegen 2029, terwijl de regering bekijkt of het dat percentage al niet dit jaar kan inboeken, een bijkomende inspanning van goed 4 miljard euro.
Zelfs als de Commissie die uitgaven als ‘buiten de begroting’ catalogeert, dreigen ze het reële tekort en vooral de schuld te laten oplopen. De discussie over de compensatie van die extra uitgaven moet eigenlijk nog beginnen, zo gaf vicepremier Maxime Prévot (Les Engagés) dit weekend toe in Nieuwsblad.
En ook zonder die meeruitgaven, betekent de lange federale formatie dat er alleen voor de tweede helft van 2025 een begroting komt. Het impliceert een halvering van de beoogde structurele inspanning, zo erkent het plan. Maar ook die achterstand wordt ingehaald, zo maakt de regering zich sterk.
Maar dan moet werkelijk elke maatregel de voorziene opbrengsten halen, ook de meerwaardebelasting. Dat is een huzarenstukje. Nu al mist de begroting voor dit jaar 210 miljoen euro omdat de afschaffing van de intrestaftrek voor tweede woningen moest worden uitgesteld.
De komende weken moet duidelijk worden hoe dat wordt gecorrigeerd. In de tweede helft van april wil Van Peteghem de begroting van 2025 indienen in het parlement.