© Boumediene Belbachir
Lummenaar (19) is stem van het veldrijden: “Als klein manneke kon ik het al goed uitleggen”
Als u wel eens een veldrit bijwoont, heeft u zijn stem ongetwijfeld al door de boxen horen schallen. Lummenaar Thomas Sneyers is ondanks zijn jeugdige leeftijd - 19 jaar - een van de vaste speakers van de Superprestige veldrijden.
Als u daarentegen geen trouwe bezoeker bent van wielerwedstrijden: de speaker doet wat Michel Wuyts doet voor tv-kijkers, maar dan voor de toeschouwers naast het parcours. “Op basis van de koersradio of de tv-beelden geven wij de toeschouwers mee wat er gebeurt in de wedstrijd. Een beetje alsof ze naar de radio luisteren. En daarnaast doen we voor en na de wedstrijd wat interviews met renners, de organisator of de burgemeester. En presenteren we de podiumceremonie achteraf.”
Hoe ben je speaker geworden?
“Ik was vijftien toen de vader van een vriend op vijf minuten van onze deur een cross organiseerde. Ik heb hem gebeld en gevraagd of ik het niet eens mocht proberen als speaker. Dat mocht. Na de cross kwam de vraag van andere organisatoren om ook bij hen de wedstrijd van commentaar te voorzien. Zo is de bal aan het rollen gegaan.”
Wat zijn de hoogtepunten in je carrière tot dusver?
“Op mijn zeventiende heb ik twee UCI-profwedstrijden - zowel dames als heren - mogen presenteren van de Charm City Cyclocross in het Amerikaanse Baltimore. Op de weg was de Grote Prijs Jef Scherens in Leuven mijn eerste internationale wedstrijd. En ik ben een van de vaste speakers van de Superprestige veldrijden.”
Beginnen de renners je te kennen?
“Tijdens trainingen steken ze hun hand uit of stoppen ze voor een babbeltje. Mijn beste vriend is Loris Rouiller, een Zwitserse jeugdrenner van achttien. Naast mijn werk als speaker ben ik door de gebroeders Roodhooft gevraagd om mee de communicatie te verzorgen voor onder meer Corendon-Circus(de ploeg van Mathieu Van der Poel, nvdr.). Mijn relatie met Mathieu is voornamelijk professioneel maar we praten ook wel eens over dingen buiten de cross.”
© Elmar KRINGS
Spreken de renners je ooit aan over je commentaar? Zij horen ook wat je zegt.
“Ik ben nog nooit echt op de vingers getikt. Soms nemen ze je wel eens in vertrouwen. Daarom gebruik ik ook nooit alles wat ik weet in mijn commentaar. Maar ze luisteren echt wel naar wat we zeggen. Vooral tijdsverschillen en ontwikkelingen in de achtergrond interesseren hen.”
Wat moet een goede speaker kunnen?
“Objectief zijn. Hoewel ik dus ook voor een wielerploeg werk, denk ik dat ik dat kan. En urenlang praten. Ik kon het als klein manneke al goed uitleggen. Al heb ik nu soms wel momenten dat ik denk: en nu zeg ik een paar uur niks meer.” (lacht)
Droom je ervan om de nieuwe Michel Wuyts te worden en wielercommentaar op tv te leveren?
“Als Sporza zou bellen, zou dat natuurlijk een droom zijn. Ik zou zot zijn om het af te slaan, maar ik besef ook dat die plaatsjes heel duur zijn. Als ik Wuyts op tv hoor, denk ik ook wel eens ‘wat zegt die nu?’ Maar je mag dat niet onderschatten. Ik heb het soms al moeilijk om een uur vol te praten als Mathieu Van der Poel van start tot finish alleen op kop rijdt. En dat is nog niks in vergelijking met de Ronde van Vlaanderen becommentariëren van tien uur ’s morgens tot zes uur ’s avonds.”
Kun je als speaker je boterham verdienen in ons land?
“Ik vrees van niet. Zelfs voor de absolute top is het niet meer dan een bijberoep. De enige die het wel gekund heeft is Daniel Mangeas, de stem van de Tour de France. Mensen denken ook dat je er rijk van wordt, maar dat is niet zo. Voor een student is het een mooie zakcent, maar het is zeker niet voldoende om van te leven.”
Wie is Thomas Sneyers?
