Direct naar artikelinhoud
Column

Maarten van der Weijden, de volksheld die met trage slag het Friese water openspleet

Toen ik maandagochtend ontdekte dat hij de voorpagina’s van de populaire pers sierde en zelfs verpletterde, werd ik door twijfels overmand. Kon ik hier serieus over schrijven zonder te worden beticht van eng nationalisme, van navelstaarderij, van goedkoop sentimentalisme of, nog veel erger, van populisme? 

Als je de neiging hebt met het volk op zijn deuntjes mee te schommelen, ben je dan niet ook een beetje verdacht? Met drie analfabete grootouders, een moeder die huisvrouw bleef en een vader die politieagent was, ben ik natuurlijk van oorsprong door en door volks. In de verste verte geen dichter, chirurg of musicus. Wat hield me tegen?

Op de voorpagina van De Telegraaf stond bij zijn glimlachende afbeelding dat een hele provincie hem op handen droeg. Zelf dacht ik dat dit voor het hele land gold. Het Algemeen Dagblad had een prent waar je kon zien hoe een enthousiaste menigte hem bij een brug opwachtte. De tekst aarzelde niet en diste ferm maar één woord in koeieformaat op: ‘Volksheld’. Oei! Helden worden in dit land niet echt geprezen, ze transformeerden zich meestal in wildplassers in berepak die tijdens het carnaval kopstoten uit­delen.

Ik keek naar Maarten van der Weijden. Mijn held.

Uitslover

Terwijl ik nog steeds aarzelde, viel ik midden in de column van een collega van de kwaliteitspers. Nee, hij was geen held, schreef hij. Een held dat is iemand die een kind uit een brandend huis haalt. Mijn collega vond hem meer ‘een man die vrijwillig begint aan een op het oog ongezonde uithoudingsproef in Fries water’. Geen held maar wel een ‘aandacht zoekende uitslover’. Joehoe, riep ik in mijn binnenste terwijl ik over deze laatste definitie peinsde. Is de columnist in essentie ook geen ‘aandacht zoekende uitslover’ die met zijn misères en meninkjes om de aandacht van de lezer smeekt?

Maar als ik iets meer verheffends over het water wilde schrijven, kon ik toch over die boot beginnen die langs de lieux de mémoire (plaatsen van herinneringen) van de slavernij voer in de Amsterdamse grachten? Ook acteurs waren aanwezig langs het parcours van de rondvaartboot: om de slavernijtocht op hun manier te illustreren en de opvarenden te vermaken. Zo speelde iemand op een brug een doorsnee boze Nederlander, zeg maar een Wilders in het ­kwadraat, die de verlichte mensen in de boot toebeet: “We zijn een tolerant volk. Ik snap dus niet zo goed waar we nou zo moeilijk en vervelend over doen.”

Groepsgeluk

Het moest niet gekker worden en daarom keerde ik toch terug naar nos.nl, waar ik een groot deel van het weekeinde had doorgebracht. Kijkend naar die trage slag die met zachte dwang het Friese water om de paar seconden openspleet. Naar het volksfeest langs de oevers en op de bruggen. Alweer een verpletterende uiting van groepsgeluk, van stam­identiteit, in vreedzaamheid en vrolijkheid beleefd. Ik keek naar de man die ooit van kanker genas en die zwemmend langs elf steden miljoenen ging ophalen. Ik keek naar Maarten van der Weijden. Mijn held.

Ephimenco

Drie keer per week werpt columnist Sylvain Ephimenco zijn blik op de actualiteit. Lees hier meer van zijn columns.