Direct naar artikelinhoud
Getuigenissen

Directeurs in ademnood: "We runnen een groot bedrijf maar krijgen de middelen van een kruidenier"

Tamara Sinia, schooldirecteur Sint-Salvador in Gent.Beeld Wouter Van Vooren

De schooldirecteurs zijn het beu. Ze verzuipen in het werk, eisen meer steun en schrijven daarom massaal brieven naar de regering. Minister Hilde Crevits (CD&V) antwoordt dat de directeurs voor haar ‘een prioriteit zijn’, maar doet geen concrete beloftes. Vier getuigenissen vanop de speelplaats. 

en

Tamara Sinia, Sint-Salvator, Gent

Tamara Sinia (49) runt een basisschool met 450 leerlingen in het Gentse. “Omdat ik op een grote school sta, kan ik vrij veel taken delegeren, maar het blijft een hondenjob. Met mijn anciënniteit verdien ik maar 400 euro netto meer dan een leerkracht met mijn ouderdom. Dat staat niet in verhouding tot het werk dat ik lever. Ik zie rondom mij collega-directeurs uitvallen als bladeren van de bomen. Eigenlijk staan wij aan het hoofd van een groot bedrijf, maar krijgen we de omkadering van een kruidenier. Welke bedrijfsleider stelt immers, zoals ik, vijftig mensen tewerk zonder personeelsdirecteur?” 

'Eigenlijk staan wij aan het hoofd van een groot bedrijf, maar krijgen we de omkadering van een kruidenier'

Deze directrice kan twee halve dagen per week rekenen op een ICT-medewerker en een voltijdse zorgcoördinator. Meer dan 95 procent van de leerlingen op haar school heeft echter extra aandacht nodig. Omdat hun thuistaal geen Nederlands is, omdat de ­moeder laag geschoold is of de kinderen een studiebeurs ­krijgen.

“Mijn zorgcoördinator is dus ook overbevraagd”, zegt Sinia. “Ik kan onmogelijk de volledige leerlingenbegeleiding naar haar delegeren. Eigenlijk zou een directeur vooral met het pedagogisch beleid moeten bezig zijn, maar dat lukt totaal niet. Stoppen komt niet in me op, maar ik weet wel niet of ik deze ­intensiteit nog vijftien jaar, tot aan mijn pensioen, volhoud.”

Lieven Verkest Driespan, Wingene

Lieven Verkest (58) heeft als coördinerend directeur van scholengroep Driespan liefst 2.000 leerlingen en tien scholen onder zijn hoede in Wingene, Zwevezele en Ruiselede. Al 28 jaar is hij ‘mijnheer directeur’. “Vrije tijd bestaat niet meer,” schetst hij. “Ik werk van acht uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds. Hoeveel ik per uur verdien, mag ik echt niet uitrekenen. Elders zou ik veel meer kunnen opstrijken, maar dit is een erg dankbare en enthousiaste wereld.” Hij merkt dat jongere collega’s minder happig zijn op een directeursfunctie. “Als er vacatures vrijkomen in onze scholengroep krijgen we die moeilijk ingevuld. ‘Wij willen zo’n leven niet’, zeggen jongere leerkrachten. Mijn generatie was minder bezig met de balans tussen werk en privé.”

Lieven Verkest, coördinerend directeur van scholengroep Driespan.Beeld Wouter Van Vooren
'Ik werk van acht uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds. Hoeveel ik per uur verdien, mag ik echt niet uitrekenen'

Naast een zorgcoördinator en ICT-verantwoordelijke pleit hij voor mensen die de directeur kunnen bijstaan. Zoals een mentor of coach, die jonge leerkrachten begeleidt. En een preventieadviseur, die de veiligheid en het welzijn op de school garandeert. “In het secundair onderwijs krijgt een directeur drie tot vier keer meer ondersteuning. Hoe lang moeten wij nog bedelen om meer middelen? Wij komen echt niet meer op adem.”

Lotte De Wagter De Kleurdoos, Brussel

Lotte De Wagter (37) is een jonge directeur. Ze is nu bezig aan haar derde jaar als directeur van De Kleurdoos. Dat is een school met een “gezonde sociale mix”, vlakbij de Dansaertstraat in Brussel. “Is dit het me wel waard? Die vraag heb ik me zelf ook al gesteld, maar uiteindelijk trekken de kinderen en de ouders me er altijd weer door”, zegt ze. “Al vijftien jaar zit ik in het onderwijs en ik heb al veel mensen zien uitvallen. Ik heb de voorbije drie jaar ook al gedacht aan stoppen. Je moet er veel voor opgeven: mijn ­kinderen zitten van ’s ochtends tot ’s avonds in de opvang. Het is meer dan zomaar een job, maar je krijgt er ook heel veel voor terug”, zegt De Wagter. Daarom slaat De Wagter zich dus door praktische besognes, zoals verstopte toiletten en gebroken ramen of – erger nog, een kind dat valt en moet worden afgevoerd met de ambulance.

Lotte De Wagter, directeur van De Kleurdoos.Beeld thomas legreve
'Een hoger loon? Graag, maar belangrijker is de praktische ondersteuning'

Daardoor komt het pedagogische werk soms in het gedrang. “Een hoger loon? Graag, maar belangrijker is de praktische ondersteuning. Ik voel me gesteund door collega’s en de scholenkoepel, maar zij kunnen niet toveren met de beschikbare middelen. We hebben nood aan een middenkader, mensen die ons kunnen helpen met bepaalde taken, zodat er meer tijd vrijkomt voor het pedagogische.”

Eddy Palmers, Via Louiza

Eddy Palmers (50) is al negen jaar schooldirecteur, waarvan de laatste twee bij Via Louiza, een schooltje van het Antwerpse Stedelijk Onder­wijs met 186 leerlingen. “Ik neem elke week een dag ouderschapsverlof”, vertelt hij. “Zo heb ik de luxe en het comfort om thuis, ongestoord, nog wat extra te werken. Dat is natuurlijk niet de bedoeling van ouderschapsverlof, maar zo is het nu eenmaal. Iedereen in het onderwijs moet thuis nog veel werken.”

Eddy Palmers.Beeld Wouter Van Vooren

Ook hij voelt de druk die als rode draad door het directeursbestaan loopt. “Het cliché klopt: een directeur moet alles doen: ouders hebben vragen, kinderen worden ziek, er komen leveranciers langs… Ik start elke dag met een to do-lijstje. Om halfvier staat dat meestal nog voller dan wanneer de dag begint. Er gaat veel aandacht naar de dagelijkse beslommeringen, maar na­tuurlijk is het pedagogische de essentie. Ik moet er op letten dat ik daar genoeg tijd voor maak.”

Volgens Palmers is die hoge werklast niet nieuw in het basisonderwijs. “Maar het vermindert alleszins niet.” Voelt hij zich verwaarloosd door onderwijsminister Hilde Cre­vits en haar voorgangers? Dat gaat wat ver. “Maar als ik de omkadering en middelen van secundaire scholen zie… Dan zijn die blijkbaar toch belangrijker dan wij.”

'Ik start elke dag met een to do-lijstje. Om halfvier staat dat meestal nog voller dan wanneer de dag begint'