Na de uitgemergelde, stervende ijsbeer: verdwijnt het dier echt van onze aardbol?

© AFP

Telkens wanneer fotografen een uitgehongerde ijsbeer op de gevoelige plaat vastleggen, schreeuwen de sociale media hun klimaatonmacht uit. De uitgemergelde dieren blijken achteraf gewoon oud en versleten te zijn. Al betekent dat niet dat het goed gaat met de ijsbeer.

svg

Moord! Brand! De beelden die de cameraploeg van National Geographic schoot van een uitgemergelde ijsbeer die op sterven na dood was, gingen in een mum van tijd de wereld rond. ‘Dit is hoe klimaatopwarming eruitziet’, klonk het. ‘We stonden te huilen terwijl we filmden.’

© National Geographic

Niet zo snel, riep onder meerDe Volkskrant-journalist Maarten Keuleman, die uitlegde waarom het over een bijzonder oude ijsbeer ging. Omdat ijsberen geen natuurlijke vijanden hebben, is het immers normaal dat ze uiteindelijk zeer oud worden en sterven van totale verzwakking en uithongering. Dat de video gemaakt werd in samenwerking met natuurorganisatie Sea Legacy vond de vertegenwoordiger van de Inuit, Terry Audla dan weer verdacht. ‘Deze stervende beer wordt misbruikt om fondsen te werven voor Sea Legacy, schandalig!’

Geen iconisch slachtoffer van de klimaatopwarming, dus, deze stervende ijsbeer. Ook in 2015 lieten de sociale media zich al verleiden tot een klaagzang over het klimaat door een magere en futloze ijsbeer. En ook dit dier was oud, uitgeput en gewond.

Foutieve hoera-berichten

Gaat het dan goed met de ijsbeer? In 2017 doken verschillende berichten op dat de ijsberenpopulatie zich in een razend tempo aan het aanpassen was aan zijn leefomgeving en zelfs zonder één blokje poolijs zou kunnen overleven dankzij een aangepast dieet en de evolutie van hun jachttechnieken.

Enerzijds waren die berichten gebaseerd op het werk van blogs die zich op hun beurt nagenoeg allemaal baseerden op één bron: Susan Crockford, zoöloge aan de universiteit van Victoria. Zij schrijft echter enkel in wetenschappelijke tijdschriften waar geen peer review aan te pas komt. Dat wil zeggen dat haar artikels gepubliceerd werden zonder dat ze eerst werden nagelezen door specialisten in het vak. Bovendien is Crockford ook bekend voor haar thriller (fictie) die ze schreef over ijsberen die Newfoundland terroriseren.

Een andere reeks hoera-berichten, die in dezelfde periode verscheen, was gebaseerd op een studie in het vakbladPlos One, die zich specifiek richtte op de ijsberenpopulatie in Western Hudson Bay in Noord-Amerika. Die leeft al tienduizenden jaren in een gebied waar de zomers volledig ijsvrij zijn. De dieren hebben dus een bijzonder lange periode gehad om zich aan te passen aan deze zeldzame levensomstandigheden. Nergens anders ter wereld zijn gebieden gekend waar ijsberen volledig ijsvrije zomers doorstaan. En stellen dat ze dat binnen de 30 à 50 wel zullen kunnen, is een illusie, aldus de wetenschappers.

Het ziet er niet zo goed uit

Dat de ijsbeer zonder de aanwezigheid van poolijs effectief uitsterft, is volgens wetenschappers aan de universiteit van Washington dan weer een reden om aan te nemen dat het deze eeuw sowieso volledig afgelopen is voor het dier. Al lijkt dat dan weer net is té negatief, reageerden Canadese wetenschappers.

Hoe zit het dan echt? Met nog zo'n 25.000 tot 31.000 exemplaren die op deze aardbol rondlopen (tellingen zijn onnauwkeurig) heeft de ijsbeer het officiële label 'kwetsbaar' gekregen. Dat betekent dat de populatie (nog) niet met uitsterven is bedreigd. Ook het jachtverbod deed een aardige duit in het zakje om de populatie niet op korte termijn te doen kelderen.

Al betekent dat allerminst dat het gevaar op uitsterven op lange termijn voor de ijsbeer geweken is. De meeste voorspellingen stellen dat de globale ijsberenpopulatie met 25 tot 35 procent zal afnemen tegen 2050. Dat komt omdat het poolijs steeds vroeger begint te smelten waardoor de ijsbeer te weinig vetreserves aanlegt en omdat het aantal prooien van de ijsbeer, die verzot is op zeehonden, sterk afneemt. De klimaatopwarming en de commerciële visserij zijn twee belangrijke boosdoeners op dit ogenblik en in de nabije toekomst.

Het lot van het dier, dat wellicht al sinds het Pleistoceen ronddwaalt op deze planeet, ligt met andere woorden nog steeds in de handen van u en ik.