© Simon Mouton

Elisabeth Gyselbrecht vertelt over de fatale dag dat haar man vermoord werd: “Een bloedspoor, een bril en een kogelhuls”

Op het proces over de kasteelmoord heeft procureur Céline D’havé de start van het onderzoek geschetst. Uit enkele telefoongesprekken bleek duidelijk dat Elisabeth Gyselbrecht haar vader en haar broer onmiddellijk als mogelijke verdachten zag. Procureur Fien Maddens had het ook over de levensloop van Stijn Saelens.

adm, gjs

Bij de start van het requisitoir kwam het OM nog kort terug op het onderzoek. “Eindelijk staan we hier, maar we hadden hier al veel eerder kunnen staan. Misschien zelfs voor het hof van assisen, maar de verdediging heeft er anders over beslist.” D’havé hekelde de jarenlange ontkenning van André Gyselbrecht en de vele demarches van de verdediging, zoals meerdere wrakingsverzoeken.

“Niets of niemand werd ontzien door André Gyselbrecht en door sommige van zijn medeverdachten. We staan hier vandaag als een bijzonder fier openbaar ministerie, met een grondig en minutieus onderzoek. Fier en niet corrupt. Het incestverhaal is niet onder de mat geveegd, er is geen kinderporno gewist, er zijn geen processen-verbaal vervalst.”

Bloedspoor, een bril, een kogelhuls

Op 31 januari 2012 stelde Elisabeth Gyselbrecht zelf vast dat haar echtgenoot verdwenen was. Op de trappen van het kasteel zag ze een bloedspoor. “Op de oprit stopt het plots, ze ziet zijn bril liggen op de trap naar het kasteel. Ze vindt ook een kogelhuls.” Elisabeth Gyselbrecht belde in paniek naar de hulpdiensten. “Er moet iets gebeurd zijn, ik weet niet wat. Ik vind hem nergens, ik heb heel het huis afgezocht.”

Aan de politie vertelde ze samen met de moeder van Saelens over de spanningen tussen André Gyselbrecht en zijn schoonzoon. De verdachten worden verhoord, maar worden op dat moment nog niet aangehouden door de onderzoeksrechter. Elisabeth Gyselbrecht trok zelf naar Pierre Serry om uitleg te vragen, blijkt uit een telefoongesprek met haar broer Peter. “Waarom is Pierre Serry daarbij betrokken? Ik moet weten waar Stijn is. Waar is Stijn? Zeg het of je ziet mij nooit meer. We moeten nu Stijn vinden, voor het te laat is. Heel mijn leven en het leven van de kindjes is kapot”, schreeuwde ze bijna hysterisch.

Beroepscriminelen

“Pierre Serry blijkt een bos te hebben en valt onder de categorie van de beroepscriminelen”, aldus Céline D’havé. Bovendien waren twee Tsjetsjenen maanden eerder in verdachte omstandigheden opgepakt. Ze hadden een afspraak met Pierre Serry, maar hadden ook het adres van het kasteel op zak. “Pierre is voor André Gyselbrecht zogezegd niet meer dan een patiënt, al heeft hij wel de palliatieve zorg gedaan voor zijn vader.”

Op dat moment worden de verdachten wel aangehouden door de onderzoeksrechter. In een videoverhoor van 16 februari 2012, de dag voor de ontdekking van het lijk, noemt Gyselbrecht zichzelf de dupe van heel de zaak. Van een motief kan volgens de dokter uit Ruiselede geen sprake zijn. “Echt waar, ik zweer het. Ik had nog een beetje schrik dat ze met de kinderen naar Australië zouden vertrekken, maar niet in die mate. Ik denk dat de grootste dreiging voorbij was, hoor.” Gyselbrecht beweerde dat een psychotherapeut hem zelfs ‘wreed gerust’ had gesteld.

DNA-spoor

In het requisitoir legde D’havé uit hoe de puzzelstukjes tijdens het onderzoek stilaan op de juiste plaats vielen. “Na de huurmoord op Noud Waterschoot is van Bommel actief gebleven in het criminele milieu. Samen met zijn neefje Roy Larmit is hij nog verdacht geweest van een schietpartij op de growshop van Evert de Clercq.” Larmit trad ook af en toe op als chauffeur voor zijn oom, die aan kanker leed. “Bij zijn arrestatie in februari 2015 weigerde hij mee te werken en duurde het vier maanden voor hij verklaringen wilde afleggen.”

Ondertussen was gebleken dat het DNA van Larmit overeenstemde met het enige overgebleven DNA-spoor in het dossier. De Tilburger gaf toe dat hij van Bommel meermaals naar België voerde. “Maar zogezegd is er nooit gesproken over het doel van die ritten. Het ging in totaal nochtans om meer dan 2.200 kilometer.” D’havé merkte ook fijntjes op dat Larmit wel 14.500 euro ontving voor zijn rol in de feiten.

Bekentenissen

In zijn verklaringen zette Larmit tussenpersoon Evert de Clercq vol in de wind. “En dan maakt de Clercq een fout. Nu zegt hij dat Serry en van Bommel elkaar wel kenden. Twee jaar eerder had hij dat nog formeel ontkend.” Na die eerste vrijlating stak de Zeeuw graag de draak met zijn verdenking in de zaak. Zo serveerde hij bewust Kasteelbier in zijn café ‘Het Cachot’.

Het OM toonde beelden van de bekentenissen van Pierre Serry, ruim 4,5 jaar na de feiten. “Het was de bedoeling om hem eventueel toch te laten verdwijnen. Hij had zware problemen met zijn schoonzoon en vroeg of ik niemand kende om hem op te ruimen”, vertelde Serry aan de onderzoeksrechter. Op dat moment bleef André Gyselbrecht halsstarrig ontkennen. “Ik heb alles gezegd wat ik wou zeggen. Nogmaals, ik heb nooit opdracht gegeven om Stijn Saelens te doden, of op te ruimen of te elimineren. Nooit, nooit, nooit. Ik heb wel alles in het werk gesteld om de problematiek op te lossen”, zei hij aan de politie.

De procureur omschreef zijn verklaringen op de zitting van 2 mei 2017 dan ook hoogstens als een halve bekentenis. “Hij doet opnieuw wat hij al vijf jaar doet, hij bekent wat niet meer te ontkennen valt. Hij blijft nog steeds zijn eigen gedrag goedpraten en modder gooien naar anderen.”

Grensoverschrijdend gedrag

Procureur Fien Maddens schetste de levensloop van het slachtoffer dan weer. Het openbaar ministerie betreurt dat de verdediging vanaf dag één de pers inlichtte over het grensoverschrijdend gedrag.

“Zijn ouders Werner Saelens en Anne-Marie Dupont zijn ondernemers die een grote welstand hebben opgebouwd, maar niemand schetst hun kinderen als rijkeluiskinderen”, aldus Fien Maddens. Het OM ontkende niet dat Saelens enkele ongewone opvattingen ontwikkelde. Zo had hij absoluut geen vertrouwen in het klassieke schoolsysteem. “Hij hield van dieren en de natuur. Voor zijn kinderen was hij een aanwezige vader. Hij gaf vrijheid, maar kon ook streng zijn.”

De procureur merkte op dat André Gyselbrecht de incestverhalen bewust uitvergrootte om zijn eigen gedrag goed te praten. “Vanaf dag één hebben de incestverhalen door hem het nieuws gehaald. Het is zijn toenmalige advocaat die met goedkeuring van André de pers heeft ingelicht.” Stijn Saelens ontkende de aantijgingen trouwens niet. Het was een zeer betreurenswaardige gebeurtenis. Dit had nooit mogen gebeuren. Ik zou de klok willen terugdraaien, maar ik moet die zware misstap met me blijven meedragen”, klonk het in een fax.

Verhuizing

De belangrijkste spanningen tussen Stijn Saelens en zijn schoonvader hadden volgens het openbaar ministerie echter te maken met een mogelijke verhuizing naar Australië. “Er is iets in André gekraakt. Ik was van de ene dag op de andere gedegradeerd van afgod tot meester-duivel”, schreef Saelens in een mail. Nochtans wilde het slachtoffer volgens zijn familie gewoon verhuizen naar een dorp waar mensen wonen met dezelfde ideeën. “Stijn zou zeker nooit geopteerd hebben om in een sekte te gaan leven. Elisabeth kon er zelfs haar dokterspraktijk verderzetten, maar dat strookte niet met wat André voor ogen had voor zijn dochter. Stijn heeft nooit beseft tot hoever André het zou drijven, als er zou geraakt worden aan zijn ideaalbeeld”, verklaarde een zus van Stijn Saelens.

“Opdracht klaar als een klontje”

D’havé had het ook ove de inhoud en het tijdstip van de opdracht van André Gyselbrecht om zijn schoonzoon Stijn Saelens te doden, die volgens haar heel duidelijk was. “In tegenstelling tot wat de burgerlijke partijen dinsdag en woensdag hebben gezegd, en vooral in tegenstelling tot wat André Gyselbrecht zelf beweert, dateert de opdracht om Stijn Saelens te doden van juni/juli 2011 en was die opdracht ook heel duidelijk: Stijn om het leven brengen”, aldus D’havé.

Om hun stelling kracht bij te zetten, liet het openbaar ministerie een videoverhoor zien van Pierre Serry op 19 mei 2017, waarin die de opdracht duidelijk omschrijft. “André vertelde me dat Stijn met Elisabeth en de kleinkinderen naar Australië wilde vertrekken om daar in de brousse te gaan leven. André heeft me duidelijk gezegd dat Stijn dood moest, dat hij opgeruimd moest worden, dat hij moest verdwijnen. Dat waren de letterlijke woorden van André in juni/juli 2011.”

Volgens D’havé was het dus toen al heel duidelijk dat Stijn dood moest, “maar toch heeft André Gyselbrecht vijf jaar gelogen en volgehouden dat er enkel een lesje moest geleerd worden aan Stijn.”

“Dat het toch iets meer moest zijn dan een lesje leren, blijkt duidelijk als op 17 februari 2012 het lichaam van Saelens wordt ontdekt: Stijn is afgemaakt met een rugschot terwijl hij op de grond lag, in een dekzeil gewikkeld, overgoten met waterstofperoxide en in een put gegooid”, aldus D’havé.

Bezoeken

Dat de opdracht dateert van de periode juni/juli 2011, blijkt daarnaast ook uit de vele bezoeken van Gyselbrecht aan de vader van Serry, die op sterven ligt, en op 8 juli 2011 overlijdt. “André wist dat Pierre dat apprecieerde en hij heeft zijn positie als arts misbruikt”, zo luidde het.

Voorts is er ook de verklaring van Werner Saelens, de vader Stijn, dat André in juni al dreigde Stijn te zullen doodschieten als hij zou vertrekken naar Australië. “Door dat gesprek met Werner Saelens, waaruit bleek dat de familie Saelens geen probleem had met een vertrek naar Australië en dat ze waarschijnlijk zelfs financiële hulp zouden bieden, is André bang geworden”, zo zei D’havé nog. “Op dat moment heeft Gyselbrecht beseft dat er maar één oplossing was.”

Tijdens het requisitoir van het OM, en meer bepaald tijdens de uitleg over de timing, schudt André Gyselbrecht verschillende keren het hoofd en overlegt hij zelfs even met zijn advocaten. Hij is het duidelijk niet eens met wat het OM zegt. Gyselbrecht heeft altijd beweerd dat de eigenlijke opdracht pas in augustus is gegeven.

Alibi

Sinds zijn bekentenis houdt André Gyselbrecht vol dat de opdracht meermaals on hold werd gezet. In een eerder verhoor, toen hij nog sprak over een lesje leren, klonk dat anders. “Ik heb Pierre veel gezien toen zijn vader palliatief was, in juni 2011. Ik liep gebukt onder de situatie. Ik was kwaad en Pierre heeft dat gezien. Ik heb toen tegen Pierre van die incest gesproken. Hij kwam dan met het idee dat hij voor mannen zou zorgen die hem op andere gedachten konden brengen.”

Voor het openbaar ministerie staat het vast dat de voorbereidingen voor de moord op dat moment begonnen. “Dat is de clou van het verhaal, want het toont aan dat alle andere acties dateren van na het geven van de opdracht”, aldus D’havé. André Gyselbrecht trok onder andere naar de vrederechter en legde een klacht met burgerlijkepartijstelling neer. “Die legale acties dienen zuiver als joker, als alibi. Ze zijn in het leven geroepen als plan B. De opdracht is nooit on hold gezet.”

Ten slotte verwees de procureur ook nog naar een brief die werd gevonden in de cel van Pierre Serry. In de brief legde Serry de situatie uit aan zijn partner. “Het was al zes maanden bezig, André bleef maar zagen. Ik kon geen nee zeggen en nu is alles naar de kloten.”

Fien Maddens ging dieper in op de legale actie van André Gyselbrecht. De dokter uit Ruiselede zette bijvoorbeeld de kindermeisjes in om een oogje in het zeil te houden. “Delphine voelde zich precies de privédetective van André. We gaan ervan uit dat ze niet wist dat op dat moment het doodvonnis van Stijn al getekend was.” Gyselbrecht schakelde ook Yves Wolfcarius in om de verhuisplannen uit Stijn Saelens zijn hoofd te praten.

Ook een reeks therapeuten passeerden de revue om de problemen op te lossen. Volgens Fien Maddens zette Gyselbrecht vooral relatietherapeut Johan Maertens helemaal naar zijn hand. “Hij slaagt erin om hem te kneden en te gebruiken. André Gyselbrecht ondergaat niet. Hij leidt en hij manipuleert. Dat heeft hij met brio gedaan met zijn eigen psycholoog.” Op de zitting verklaarde Maertens onder andere dat Stijn Saelens door zijn persoonlijkheidsstoornissen toch sowieso niet vatbaar was voor therapie.

Lange tijd werd aangenomen dat een incident op 5 oktober 2011 de trigger was voor de feiten. Stijn Saelens bedreigde Gyselbrecht toen in zijn dokterskabinet. “André heeft geen doodsangsten uitgestaan. Hij wist dat Stijn ging komen, hij zat hem op te wachten. Hij had die dag namelijk zelf naar de wijkagent gebeld in verband met Stijn.” Fien Maddens hamerde erop dat de moordopdracht toen al gegeven was. “De inval van de praktijk was georkestreerd en werd door André Gyselbrecht handig gebruikt voor zijn verdediging.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER