Direct naar artikelinhoud
InterviewEls Van Hoof

‘Toen ik mijn bezorgdheden uitsprak over de Chinese houding tegenover Taiwan, kreeg ik een boodschap’

Voorzitter van de commissie Buitenlandse Zaken Els Van Hoof.Beeld BELGA

Een afstand van 8.000 kilometer, maar toch kan iemand je digitale doen en laten op de voet volgen. Het overkwam Els Van Hoof, commissievoorzitter Buitenlandse Zaken. Chinese spionnen hackten haar laptop via een e-mail. ‘Chinese inmenging bij onze verkiezingen vormt een terechte vrees.’

Wanneer had u door dat bepaalde e-mails niet onschuldig waren?

“Ik werd in september 2021 gecontacteerd door de Staatsveiligheid omdat er vermoedens waren over Chinese spionage. Ik moest mijn laptop en smartphone afgeven, maar toen is eigenlijk niets gevonden. Nu ja, ze wisten natuurlijk ook niet naar wat ze precies op zoek waren. Dat is toen dus onopgemerkt gebleven.

“Eind maart ongeveer kregen ik en de 400 andere leden van IPAC, de Inter-Parliamentary Alliance on China, te horen dat een FBI-rapport waarschuwde dat ook wij hackingmails hadden ontvangen. Ik moest opnieuw al mijn materiaal afgeven. Het bleek uiteindelijk om drie e-mails te gaan. Die mails leken afkomstig van een internationaal nieuwsagentschap, dus stelde ik me er geen vragen bij. Bovendien zit ik in de commissie Buitenlandse Zaken; ik krijg nu eenmaal veel mails van over de hele wereld.”

U liet verstaan dat China al meerdere pogingen ondernam om u te intimideren. Op welke manieren gebeurde dat?

“De intimidatie is al bezig sinds ik voorzitter van de commissie Buitenlandse Zaken werd. Ik kreeg verschillende brieven waarin ze mij probeerden te intimideren. Toen ik mijn bezorgdheden uitsprak over de Chinese houding tegenover Taiwan, kreeg ik een brief met de boodschap ‘you’re playing with fire’. En toen we een zitting hielden over de onderdrukking van de Oeigoeren, viel plots ons hele systeem plat. Het was duidelijk dat China niet opgezet was met het gespreksonderwerp.”

Wat heeft China gewonnen bij het hacken van uw laptop, denkt u?

“Ik denk dat hun doel vooral is ons bang te maken. China wil dat we ons werk stopzetten. Bijvoorbeeld het werk dat we met IPAC verrichten. IPAC is een internationaal netwerk van parlementsleden die zich bezighouden met China. De Chinese overheid wil ons monddood maken. Door het hacken komen ze natuurlijk in het bezit van allerlei persoonlijke gegevens, het is pure intimidatie.”

Hoe voelt u zich, wetende dat China al die tijd kon meekijken? Heeft u nu meer schrik om u uit te spreken over de Chinese politiek?

“Het is zeer oncomfortabel. Maar ik ben niet de enige die hiermee te maken krijgt, natuurlijk. Mijn Waalse collega Samuel Cogolati (Ecolo) werd ook gehackt.

“We mogen ons niet bang laten maken, want dat is net wat China wil, en we mogen er niet aan toegeven. Begrijp mij niet verkeerd, dit gaat voor mij te ver en ik vind het heel erg wat er gebeurd is. Maar mijn engagement voor mensenrechten zal niet stoppen.”

U pleit voor een veiligheidsbureau dat parlementsleden beschermt tegen digitale hacking. Hoe ziet u dat precies?

“Ik heb inderdaad aan de parlementsvoorzitter gevraagd om een veiligheidsbureau op te richten in samenwerking met Staatsveiligheid. Ik denk dan aan veiligheidsbriefings over hoe parlementsleden zich digitaal beter kunnen beschermen.

“Ik merk dat mijn Europese collega’s veel beter beschermd worden. Zij krijgen bijvoorbeeld een bepaald type telefoon waarmee ze tijdens buitenlandse reizen kunnen bellen, achteraf wordt die ingeleverd. Ik doe alles met mijn privétoestellen. Parlementairen die rond delicate buitenlandse thema’s werken moeten echt beter beschermd worden. Ik heb dat in 2021 al gevraagd en ik vraag het nu opnieuw.”

Tot slot, vreest u voor Chinese inmenging bij de aankomende verkiezingen?

“Het is alvast een geoorloofde vraag. Ik vrees van wel. Het maakt deel uit van een nieuwe wereldorde waarin intimidatie en spionage centraal staan. Ik denk dat China zal proberen om invloed uit te oefenen op onze verkiezingen, maar ik kan dat helaas niet hard maken.”