Direct naar artikelinhoud
Veldrijden

“Er is maar één reden waarom Van Aert en Van der Poel in hun hart altijd crossers zullen blijven”

Hans Vandeweghe.Beeld Bob Van Mol

Hans Vandeweghe is sportjournalist bij De Morgen.

Ik stel voor om Club Brugge en dit seizoen ook Genk naar een andere competitie te sturen. Om de basketballers van Oostende ergens anders hun kunsten te laten vertonen. De volleyballers van Maaseik en Roeselare idem. Nina Derwael mag niet meer meedoen aan het BK gymnastiek, Luca Brecel niet meer in snooker, Koen Naert laten we ook niet meer lopen in dit land. Ze zijn te goed voor de rest en ze maken de competitie saai. Daarom doen we ze weg.

Ik probeer mij te verplaatsen in de logica à la Mario De Clercq, maar dat lukt niet te best. Dit weekend liet hij zijn licht schijnen op de cross. Daar kent hij alles van en zijn conclusie was even simpel als simplistisch: Wout van Aert en Mathieu van der Poel moeten naar de weg want ze verzieken de boel in de cross. Van Aert en Van der Poel zijn te sterk en dus nefast voor het spektakel. Dus moeten Wout en Mathieu weg, naar de weg. Of naar het mountainbiken desnoods. Maar pakweg niet naar Ronse, waar zijn eigen grote prijs wordt gereden. 

De Clercqs conclusie was even simpel als simplistisch: Van Aert en Van der Poel moeten naar de weg want ze verzieken de boel in de cross

Even terzijde: stel u voor dat we een Grote Prijs Johan Bruyneel zouden organiseren in en rond Roeselare. Het schandaal! Niet te overzien. Is het geen godgeklaagde schande dat wie heeft bekend met pek en veren wordt verjaagd, en wie nooit heeft bekend (maar wel is veroordeeld) nog vrolijk blijft rondhuppelen in zijn biotoop, om de haverklap wordt opgevoerd en zelfs ploegleider mag spelen?

Wout van Aert springt weer op de fiets na een hindernis in de Superprestige.Beeld Photo News

‘Super Mario’ was wellicht gisteren in Ruddervoorde en hij zal daar in zijn kortzichtigheid zijn bevestigd, al deed Van der Poel het anders dan anders. In plaats van te wachten tot de tweede of derde of vierde ronde, of nog langer, reed hij gewoon weg na drie minuten wedstrijd. Van Aert werd tweede op een halve minuut en kort daarop finishte Toon Aerts. Van der Poel en Van Aert, in die volgorde, zijn veel te sterk voor de rest.

Beter dan Nys

Klaas Vantornout stond ook in een weekendkrant. Hij was dikker – deed aan krachttraining voor zijn bovenlijf, dat vroeger weliswaar niks voorstelde – en milder, hij heeft dan ook ooit sterretjes gezien tegen die twee. Wout heeft misschien nog iets meer power dan Mathieu, zei Klaas, maar is minder explosief door zijn training als wegwielrenner en is technisch minder sterk. Zijn belangrijkste quote was deze: het zijn de beste veldrijders die we ooit hebben gezien, zelfs de allerbeste Sven Nys had geen kans gemaakt.

Het zou een interessante oefening zijn: de beste veldrijders ooit de start verbieden en kijken hoe de rest reageert. Zou Toon Aerts dan de helft van de wedstrijden winnen en Laurens Sweeck de andere helft? Of wint Kevin Pauwels misschien nog eens, wie weet? Die is altijd goed voor een non-interview dat zo in het eindejaarsoverzicht kan.

Mathieu van der Poel soleert naar de zege in Ruddervoorde.Beeld BELGA

Zou de discipline veldrijden het overleven? Vreemd genoeg is die discipline er economisch beter aan toe dan de sport wielrennen zelf. Dat heeft drie oorzaken. Ten eerste zijn de kosten minimaal: een weide, wat bosjes en een gracht of twee en een beetje parcoursbouwer tekent een mooie omloop. Ten tweede: in Vlaanderen is altijd een publiek te vinden als twee of meer mannen in lycra om ter snelst door een wei rijden. Elke toeschouwer in het veldrijden betaalt. Zelfs de televisie betaalt. En Michel komt eloquent kond doen.

Wout van Aert en Mathieu van der Poel zijn misschien nefast voor het spektakel, maar dominantie heeft ook haar charme. Zo’n Van der Poel die op zaterdag zijn voet breekt ergens in een Belgische wei en op zondag in een Hollandse wei iedereen naar huis rijdt, is dat dan geen spektakel? En die een heel seizoen alles en iedereen in de prak rijdt en op het WK door de mand valt, waarna Van Aert wint, spektakel toch?

Boterham verdienen

Wat Van der Poel en Van Aert bezielt om in het goorste bijnummer van een sport – vergelijk het met modderworstelen en Grieks-Romeins – hun boterham te verdienen, is niet duidelijk. Lange tijd leek die boterham centraal te staan. Een uurtje per week volle bak tegen een stelletje halve zolen, altijd winnen van Ardooie tot Zolder, onderhand een half miljoentje of wat bij elkaar rijden, zelden heeft een bijnummer beter betaald. Dat argument is inmiddels achterhaald. Die twee hebben zoveel talent dat ze ook op de weg bovengemiddeld zouden verdienen.

Ze willen hun best doen, hun ziel uit hun sterke lijf sporten, zolang het maar leuk is

Er is maar één reden waarom Van Aert en Van der Poel in hun hart altijd crossers zullen blijven: zij maken deel uit van de generatie die sport als een spel ziet. Ze willen hun best doen, hun ziel uit hun sterke lijf sporten, zolang het maar leuk is. Zij zijn de postmoderne homo ludens, de spelende mens, en die zijn altijd te verkiezen boven de homo fraudans, die we vooral in het voetbal vinden.