© Luc Daelemans

“Overheden moeten 15 miljard euro zuiniger werken” Patrick Dewael & Lode Vereeck

De ene bewees onlangs met zijn harde uithaal naar twitterende Theo opnieuw dat hij qua inhoud en stijl een van de beste debaters van het land is. De andere blaakt van ambitie om vanaf 2019 opnieuw het beste parlementslid te worden in een assemblee die er toe doet. In afwachting hebben de Open Vld’ers Patrick Dewael en Lode Vereeck een duidelijk plan waar het met dit land naartoe moet. “Naast een sociale vlaktaks van 30 procent moeten onze overheden de shift maken naar duurzame investeringen. Om dit te financieren moeten ze samen 15 miljard euro zuiniger werken. Wij hebben daarvoor zes voorstellen klaar. Het sluitstuk is een grondwettelijke verankering van het overheidsbeslag onder de 50 procent. Wie die drempel passeert, zit eigenlijk bij het communisme, in een staatseconomie ”, zeggen de twee liberalen. Ter info: het overheidsbeslag bedraagt vandaag bijna 53 procent.

Dewittte&Lambrix

Een dubbelinterview, het is niet de formule waar deze krant wekelijks mee uitpakt. Toch stonden Patrick Dewael, Kamerfractieleider en de onbetwistbare leider van Open Vld in Limburg, en Lode Vereeck, senator en professor overheidsfinanciën aan de UHasselt, erop om samen hun plannen voor de volgende jaren uit de doeken te doen.

Waarom eigenlijk?

Dewael: “Op het Vrijheidscongres eind november heeft onze partij haar visie voor de komende tien jaar uitgetekend. Lode en ik zijn daarna aan de slag gegaan om die nieuwe fiscale hervorming voor alle overheden te concretiseren. Als professor en met zijn ervaring in het Vlaams Parlement is Lodes inbreng een absolute meerwaarde.”

Vereeck: “De wereld staat niet stil, onze economie evenmin. Met de tax shift hebben we al grote stappen vooruit gezet. Daardoor zal een werknemer met een gemiddeld loon 86 euro per maand meer verdienen in vergelijking met 2014, of ruim 1.000 euro per jaar. Voor de werkgevers hebben we de loonlasten en vennootschapsbelasting verlaagd. Op Vlaams niveau verlagen we de registratierechten, de erfbelasting en de Vlaamse energieheffing. We zijn dus trots op onze realisaties. Maar het werk is niet af.”

Jullie zijn toch niet naar hier gekomen om alle realisaties van Open Vld in de verf te zetten?

Dewael: “Neen. Maar als dé partij voor uw portefeuille en een sterke economie maakt Open Vld haar recepten in deze regering volledig waar. Dat zou met de socialisten onmogelijk zijn geweest, en al zeker met de PS die schrik heeft van haar eigen schaduw. De manier waarop Di Rupo van het beleid is weggevlucht en de partij onzinnige voorstellen als de vierdaagse werkweek mét loonbehoud voorstelt, bewijzen dat. Ondanks de indexsprong waarvoor de vakbonden het land hebben platgelegd, is de koopkracht van de mensen wel verbeterd. Ik zal de resultaten van mijn partij en deze regering dus blijven verdedigen.”

Vereeck: “De Nationale Bank heeft becijferd dat in deze legislatuur al 189.000 jobs zijn bijgekomen, vooral voltijds en in de private sector. Daarvan kunnen er 59.000 worden toegeschreven aan de tax shift. Die werkt dus effectief.”

Wat moet deze regering nog doen?

Dewael: “De economie draait en dat schept opportuniteiten. Het komt er nu op aan die extra jobcreatie om te zetten in een hogere werkzaamheidsgraad. Dit ligt nog altijd onder de 70 procent, terwijl dat 78-79 procent zou moeten zijn. Dat zou meteen onze budgettaire problemen oplossen en onze sociale zekerheid veiligstellen. De arbeidsmarkt is dus een eerste werf die deze regering dringend moet aanpakken. Door samenwerking met de regio’s en de activering van ouderen en langdurig werklozen moet het mogelijk zijn het grote aantal vacatures in te vullen. Het Energiepact en het Investeringspact van 60 miljard euro zijn twee andere werven die de ploeg-Michel moet afwerken.”

Genoeg werk op de plank dus. Maar jullie kijken verder?

Vereeck: “Klopt. De gunstige conjunctuur biedt een uitgelezen kans om de fiscale hervormingen na 2019 verder te zetten. Ik heb het dan in de eerste plaats over de sociale vlaktaks die de personenbelasting drastisch zal vereenvoudigen en verlagen. Ze is gestoeld op twee principes: tot een inkomen van 1.115 euro per maand - de Europese armoedegrens - betaal je geen belastingen. Op het bedrag daarboven wordt er nog één tarief geheven van 30 procent op alle inkomsten uit arbeid en roerend vermogen, dus ook op meerwaarde.”

Critici noemen dit een asociaal systeem.

Vereeck: “Onterecht! Op het eerste gezicht lijkt het alsof armen en rijken evenveel belastingen zullen betalen, namelijk 30 procent, en dat de hoogste inkomens veel minder zullen moeten afdragen dan de 50 procent vandaag - eigenlijk is dat door de vele aftrekposten in het huidige stelsel slechts 33,7 procent. Bij een sociale vlaktaks wordt op een brutoloon van 1.115 euro 0 euro afgehouden, op een brutoloon van 1.500 euro wordt dat 115 euro of 8 procent. Op een brutoloon van 3.000 euro wordt dat 565 euro of 19 procent en op een brutoloon van 50.000 euro zal dat 14.665 euro of bijna 30 procent zijn. De belastingvrije som zorgt er dus voor dat de gemiddelde belastingdruk geleidelijk stijgt van 0 procent voor wie weinig verdient tot uiteindelijk 30 procent voor wie heel veel verdient. Het progressieve karakter van de sociale vlaktaks staat dus buiten kijf waardoor het een rechtvaardige belasting is.”

Hoe gaat u deze hervorming financieren?

Dewael: “Daarvoor willen we het overheidsbeslag op termijn op 45 procent brengen. Vandaag is dat bijna 53 procent waardoor je eigenlijk de grens naar het communisme bent gepasseerd en haast in een staatseconomie functioneert.”

Kan u daar een concreet bedrag op plakken?

Vereeck: “Om de sociale vlaktaks mogelijk te maken, moeten alle overheden in dit land samen 15 miljard euro zuiniger werken. Pas op, we hebben het hier niet noodzakelijk over keiharde besparingen. Als de groei van de overheidsuitgaven onder het percentage van de economische groei blijft, daalt het overheidsbeslag vanzelf.”

Dewael: “Om dat doel te bereiken, moeten onze overheden ook anders gaan werken, zichzelf in vraag stellen. Wij hebben alvast zes voorstellen uitgewerkt.”

We luisteren.

Dewael: “Ten eerste willen we een ernstig kerntakendebat voeren, niet communautair maar in functie van efficiëntieverbeteringen: hoe kunnen we met minder middelen meer doen? Daarvoor moeten onze overheden hun werking en activiteiten in vraag stellen en meer ruimte laten voor private of gemengde initiatieven. Kijk bijvoorbeeld wat we met Proximus hebben gedaan, of de concurrentie die er voor de VRT kwam. Dat moet toch ook kunnen bij het spoor of het busvervoer?”

Vereeck: “Mijn eigen gemeente Diepenbeek doet aan ontwikkelingssamenwerking. Dat is nobel, maar eigenlijk is dit toch geen kerntaak voor een lokaal bestuur. Idem met energiemaatregelen. Moeten gemeenten daarmee bezig zijn als de federale en Vlaamse overheid dat al volop doen?”

Dat brengt ons bij voorstel twee.

Dewael: “De afslanking van ons overheidsapparaat. Er is dringend een rationalisering van de bestuursniveaus nodig waarbij niet communautaire evenwichten maar kostenefficiëntie en dienstverlening centraal staan. Een collectieve oefening in samenwerkingsfederalisme dringt zich dus op, temeer omdat de verschillende staatshervormingen steeds weer tot meer uitgaven hebben geleid, zeker bij de deelstaten. Kijk naar de regionalisering van het kindergeld, waardoor we van één naar drie kinderbijslagsystemen gaan. We moeten ook onderzoeken of het nuttig is bepaalde bevoegdheden opnieuw te herfederaliseren om de efficiëntie te verhogen. De geluidsnormen zitten vandaag bij de deelstaten, maar ik stel vast dat de zaken daar niet opschieten. Tenslotte moeten we de re-design van de overheden verderzetten.”

Vereeck: “Naast de tax shift is er ook nood aan een uitgavenshift bij de overheid van consumptie-uitgaven naar investeringen in onderwijs, infrastructuur, enzovoort. Ook Europa zegt dat we dringend meer moeten investeren. De uitgaven moeten wel duurzaam zijn, of ze nu gebeuren in wegen, tunnels, openbaar vervoer of scholen. Zo’n shift zal ten koste gaan van een aantal ambtenarenjobs, maar schept meer ruimte voor private jobs waar ambtenaren dan ongetwijfeld in terechtkomen, met name bij de uitvoering van investeringswerken. De tijd is toch voorbij dat je één studie volgt en vervolgens de rest van je leven dezelfde job uitvoert.”

Dat klinkt allemaal mooi, maar is Jan Modaal wel mee?

Dewael: “In mijn vele contacten merk ik dat de jongere generatie absoluut mee is. Ook in onze buurlanden is dat zo. Frankrijk heeft recent een grote stap richting flexibilisering van de arbeidsmarkt gezet. En het feit dat de nacht in Nederland op een ander uur start dan in ons land, maakt wel dat de e-commerce zich daar is gaan vestigen. Als we het conservatisme laten varen, leidt dat automatisch tot nieuwe kansen en jobs. Toch stel ik vast dat de vakbonden angstvallig blijven vasthouden aan de verworven rechten.”

Ondertussen betaalt de Belg nog altijd veel belastingen en krijgt hij daarvoor weinig terug.

Vereeck: “Klopt en daarom moeten we meer inzetten op kostenefficiëntie. We moeten elke euro nog meer omdraaien en doeltreffend uitgeven. Nieuwe technologieën zoals blockchain (ketenen van data-elementen, nvdr) gaan ons helpen. We pleiten ook voor een right to challenge, een systeem waarbij private bedrijven de overheid mogen uitdagen. Een voorbeeld: vandaag begeleidt de overheid gevangenen die vrijkomen. Als onderzoek zou uitwijzen dat het recidivisme 70 procent bedraagt en een private uitdager zegt dat ze dat met dezelfde middelen kan terugbrengen tot 50 procent, is dat een win-winsituatie. In het buitenland gebeurt dat al. Als de private uitdager het beloofde resultaat niet haalt, wordt hij niet uitbetaald.”

Dewael: “Dat betekent ook dat De Lijn geen 600.000 euro uitgeeft aan een straatfeest maar dat geld beter investeert in buslijnen die mensen naar hun werk brengen. Ons vijfde voorstel sluit daarbij aan. Ons land zou veel meer moeten inzetten op prestatiebegrotingen waarbij een middeleninzet wordt gekoppeld aan doelstellingen en resultaten. Concreet: als we x miljoen euro investeren in fietspaden of een spoorlijn, moet daar een resultaatsverbintenis aan vasthangen, zoals x personen extra die we van de auto op de fiets of in de trein krijgen. Dat zal tot een efficiëntere besteding van belastinggeld leiden.”

Dat brengt ons bij jullie laatste voorstel…

Dewael en Vereeck (in koor): “Grondwettelijk vastleggen dat het overheidsbeslag nooit hoger mag liggen dan 50 procent van het bruto binnenlands product. ”

Vereeck: “Dit is eigenlijk het sluitstuk dat moet volgen wanneer het overheidsbeslag effectief tot om en bij de 45 procent is gezakt. Zonder zo’n bovengrens zal elke tegenslag in de praktijk vaak leiden tot een feitelijke belastingverhoging. En we maken meteen duidelijk dat we terug willen naar de echte sociale markteconomie waarin de private sector voor de creatie van toegevoegde waarde zorgt en de overheid de nodige sociale bescherming en publieke voorzieningen garandeert.”

Wat is de grootste bedreiging voor de regering-Michel?

Dewael: “Dat ze haar cool verliest, zoals dat de drie voorbije weken met de Soedankwestie het geval was. Van een echte crisis is nooit sprake geweest. Wel is de verstandhouding tussen CD&V en N-VA eventjes serieus ontspoord. De premier is hier alleszins versterkt uitgekomen. Sommigen moeten meer beseffen dat Charles Michel met deze coalitie, die een goed beleid voert, toch een risico heeft genomen. De N-VA heeft al niet veel vrienden gemaakt, maar zorgt er best voor dat ze haar enige bondgenoot in Wallonië te vriend houdt. Of wil ze de volgende legislatuur met de PS regeren of werkloos aan de kant staan?”

Hebt u vorige week, met uw harde uithaal naar Theo Francken, uw cool niet verloren?

Dewael: “Neen hoor. Ik was buitengewoon kalm. Ik heb nooit zijn ontslag gevraagd, maar heb wel gezegd waar het voor mij op staat. En neen, niet in een tweet, wel in de arena waar je dat moet doen.”

Mijnheer Vereeck, u zit in de Senaat. Zouden we die instelling in het kader van uw slankere en efficiëntere overheid niet beter afschaffen?

Vereeck: “Open Vld is daar voorstander van.”

Dewael: “Volledig juist, al blijft een conferentie voor overleg nuttig. Maar daarvoor hebben we geen assemblee nodig met eigen budgetten en personeel. Ons land telt al parlementen genoeg.”

Wat zijn jullie ambities in 2019?

Dewael: “Eerst zijn er de gemeenteraadsverkiezingen in oktober. Dit jaar zal ik opnieuw de stadslijst Tongeren.nu trekken.”

Vereeck: “Open Vld wil ook in Diepenbeek een goed resultaat neerzetten. Maar ik geef toe dat ik in 2019 graag terug naar een parlement met meer bevoegdheden en meer maatschappelijke impact wil verhuizen, om daar de belangen van Limburg te verdedigen. De beoordelingen in de media tonen aan dat ik in de periode 2009-2014 in het Vlaams Parlement echt wel mijn draai had gevonden. De partij weet wat ze aan mij heeft. Ze weet dat ik me graag in complexe dossiers inwerk en vastbijt om die vervolgens in begrijpelijke taal uit te leggen. Als de partij me volgend jaar vraagt, zal ik daar graag op ingaan.”

De sollicitatie is binnen, mijnheer Dewael?

Dewael: “In 2014 heeft Lode als eerste opvolger op de Kamerlijst een prima campagne gevoerd. De voorbije jaren is hij nadrukkelijk dossiers blijven volgen en is hij de tax shift in Vlaanderen aan de mensen gaan uitleggen. Hij is lid van onze gemeenschappelijke Kamer- en Senaatsfractie en ook verkozen in ons nationaal partijbestuur. Dit jaar zijn er opnieuw verkiezingen, een kans voor politici om zich opnieuw te bewijzen.”

Wij vertalen: mits een goed verkiezingsresultaat dit jaar krijgt Lode Vereeck volgend jaar een prominente plaats op de Open Vld-lijst?

Dewael: “Ik begrijp die vraag maar zo werkt het niet. Al ben ik wel voor het principe van loon naar werken. Een partij zou wel gek zijn om harde werkers niet te belonen.”

We zullen u dus niet snel met pensioen zien gaan?

Dewael (lacht): “Ik ben nog ver verwijderd van de wettelijke pensioenleeftijd en ik doe mijn job bijzonder graag: Tongeren beter maken en in Brussel aan de liberale hervormingskar blijven trekken.”