De keuze die geen keuze is: Egyptenaren moeten stemmen voor nieuwe (en oude) president

© EPA-EFE

Maandag vraagt de zittende Egyptische president Abdel Fattah al-Sisi (63) zijn onderdanen om een tweede ambtstermijn. Met slechts één (onbeduidende) tegenstander, is het erg waarschijnlijk dat hij die ook zal krijgen.

De bijna 60 miljoen Egyptische kiezers kunnen vanaf maandag tot en met woensdag hun stem uitbrengen. In theorie komt er eind april een tweede ronde indien niemand meer dan 50 procent van de stemmen haalt, maar met slechts twee kandidaten is die kans bijna onbestaande.

Het zijn de derde presidentsverkiezingen sinds de Egyptische revolutie in 2011, die leidde tot de afzetting van president Hosni Moebarak. De eerste van 2012 brachten Mohamed Morsi aan de macht. Hij werd een jaar later afgezet door het leger onder leiding van al-Sisi. Eind mei 2014 werd al-Sisi voor het eerst president met een stalinistische score van 96.91 procent.

© AFP

Onbeduidende tegenstander

Net als in 2014 is er deze keer maar een tegenstander, Moussa Mostafa Moussa. De leider van de liberale al-Ghad-partij registreerde zich eind januari op het laatste nippertje als kandidaat. Daarvoor had hij nog campagne gevoerd voor de herverkiezing van al-Sisi. Hij wordt daardoor gezien als een marionet van het regime, maar zelf ontkent hij enkel deel te nemen om een schijn van open verkiezingen te wekken.

Alle andere kandidaten zijn uit de presidentsrace gestapt onder invloed van media-aanvallen, intimidaties en arrestaties. Legerofficier Ahmad Konsowa werd in december veroordeeld tot zes jaar cel, omdat het voor militairen in dienst verboden is aan verkiezingen deel te nemen. De ex-legerbaas Sami Anan werd gearresteerd in januari, omdat hij geen toestemming aan het leger had gevraagd voor zijn deelname.

Murtada Mansour, parlementslid en voorzitter van voetbalclub Al-Zamalek zag af van een verkiezingsdeelname. De voormalig premier Ahmed Shafik, de bekende mensenrechtenadvocaat Khaled Ali en Mohammed Anwar al-Sadat, de neef van ex-staatshoofd Anwar al-Sadat, deden hetzelfde.

© REUTERS

Eerste ambtstermijn

Al-Sisi maakte van economische stabiliteit een prioriteit tijdens zijn eerste ambtstermijn. In ruil voor een lening van het Internationaal Muntfonds van 12 miljard dollar in 2016 liet hij de vaste wisselkoers met de dollar los, en werden de staatssubsidies voor elektriciteit en brandstoffen, drastisch verminderd. Dit leidde tot dramatische prijsstijgingen, waardoor veel Egyptenaren met moeite de eindjes aan elkaar knopen. Al-Sisi verdedigde de maatregelen als de enige remedie voor de noodlijdende economie, maar zijn populariteit kreeg hierdoor een flinke knauw.

Daarnaast zette hij ook fors in op veiligheid, en voerde hij de strijd tegen terreurgroepen in het Sinaï-gebied op. Hoewel zij nog niet verslagen zijn, doodde het leger meer dan 1.800 jihadisten in het gebied sinds eind 2014. Maar ook politieke tegenstanders, ngo’s en onafhankelijke media moesten er onder al-Sisi aan geloven. Volgens Human Rights Watch (HRW) worden minstens 60.000 mensen vastgehouden om politieke redenen, en kregen zo’n 15.000 burgers sinds oktober 2014 een militair proces. HRW-onderzoeker Amr Magdi noemt de repressie zelfs erger dan die onder de autocratische president Moebarak. “Er is een ongeziene mensenrechten- en politieke crisis bezig in het land”, zei hij deze week nog.

Zeven jaar na de Egyptische revolutie lijkt een ware democratie dus verder weg dan ooit. Desondanks zal al-Sisi waarschijnlijk opnieuw verkozen raken, al kan de legitimiteit van die herverkiezing wel in twijfel getrokken worden als de opkomst laag uitvalt. Het is immers niet ondenkbeeldig dat vele Egyptenaren hun stem niet zullen gaan uitbrengen, in een verkiezing waarvan het resultaat zo goed als vastligt.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen