Direct naar artikelinhoud
Gezondheid

Alle maatregelen ten spijt: Belgen gaan steeds vaker onder de CT- en MRI-scanner

Een MRI-scanner.Beeld AFP

Campagnes, protocolakkoorden, sensibiliseringsacties... De voorbije jaren werd het grof geschut ingezet om het hoge aantal medische scans in ons land te doen dalen. En toch: nieuwe cijfers van het RIZIV tonen dat de aantallen blijven stijgen. 

Vorig jaar werden in ons land ruim 2,3 miljoen CT-scans uitgevoerd. Dat zijn er ruim 25.000 meer dan het jaar daarvoor, een stijging van 1 procent. Het aantal MRI-scans steeg met 2 procent.

Trieste data als je weet hoeveel tijd, energie en geld er de voorbije jaren is geïnvesteerd om net het omgekeerde te bewerkstelligen. 

In 2012 was er al de campagne ‘Medische beelden zijn geen vakantiekiekjes’. Twee jaar later greep toenmalig minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) in door radiologen ‘een wettelijk substitutierecht’ te geven. Dat betekent dat zij zelf mogen beslissen of zij al dan niet een foto of scan nemen. Tot die tijd moesten zij gewoon verplicht de voorschriften van andere artsen uitvoeren, zelfs al besefte de radioloog dat de aanvraag niet conform de aanbevelingen is. Het idee: als radiologen beslissingsrecht krijgen, dan zullen de nutteloze scans verdwijnen.

Niet veel later kwam de eerste publicatie ‘Focus on Medical Imaging’ (FMI), een periodieke brochure die artsen moet helpen om op het juiste moment voor een MRI- of CT-scan te kiezen. Sowieso wil de overheid het aantal CT-scans naar omlaag, temeer omdat die gebruikmaken van schadelijke röntgenstralen. In 2015 kwamen er dan ook twaalf MRI-toestellen bij, net om ervoor te zorgen dat patiënten minder snel onder de CT belanden. De aantallen zijn beperkt, net omdat de overheid wil vermijden dat er een wildgroei aan scans is.

Dag en nacht

Hoe dan ook ligt het aantal  ‘medische kiekjes’ in ons land  veel te hoog. In vergelijking met andere Europese landen gebruiken wij een veelvoud aan medische beeldvorming. Niet per se omdat dat zo broodnodig is, wel omdat die overconsumptie geld in het laatje brengt, zowel voor de artsen als voor de ziekenhuizen. 

Cijfers uit 2016 toonden vervolgens nog maar eens hoe het aantal scans verder de hoogte in ging. Zowel de MRI- als de CT-scans waren in aantal gestegen, goed voor een meerkost van ruim 7 miljoen euro. De meest recente cijfers van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) tonen dat die trend zich doorzet. 

“We kunnen alleen maar concluderen dat de maatregelen niet de verhoopte resultaten opleveren”, zegt Erik Rossignol van de Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle (DGEC) van het RIZIV. “Zeker door die extra MRI-scans zou het aantal CT’s moeten dalen, maar dat is dus niet zo. Bovendien zien we grote verschillen tussen de ziekenhuizen, waarbij je inmiddels zelfs ziekenhuizen hebt die dag en nacht de scanner laten draaien.”

Een oplossing volgens hem zou kunnen zijn om het aantal verstrekkingen per toestel te beperken. “Leg wettelijk vast hoeveel scans een welbepaald MRI-toestel in een welbepaald ziekenhuis mag nemen. Dan is er geen discussie.” 

Het RIZIV eist nu ook 10 miljoen euro terug van vijftien ziekenhuizen voor MRI-scans die ze hebben uitgevoerd met niet-erkende toestellen. Twaalf ziekenhuizen hebben inmiddels 7,8 miljoen euro terugbetaald, tegen de drie andere is de inspectie van het RIZIV van plan een administratieve procedure op te starten. Om welke ziekenhuizen het precies gaat, deelt het RIZIV niet mee. Wel werd vorig jaar beslist dat er nog eens achttien MRI-toestellen mogen bijkomen.

Lage capaciteit

Arts Bart Dehaes,  lid van BELMIP (Belgian Medical Imaging Platform), erkent het probleem, maar nuanceert de stijgingen. “Akkoord, er zijn extra MRI-apparaten bijgekomen. Maar de overheid heeft op hetzelfde moment ook alle toestellen eens in kaart gebracht en toen bleek dat er zeventien niet-erkende toestellen werden gebruikt. Die mochten vervolgens niet meer gebruikt worden, waardoor je eigenlijk een daling had van het aantal MRI-apparaten.”

Geert Villeirs, voorzitter van de Belgische Vereniging voor Radiologie, treedt hem daarin bij. “Vervolgens hebben enkele ziekenhuizen hun openingsuren uitgebreid. Ik verwacht dat met de extra achttien toestellen die De Block nu toegelaten heeft, er eindelijk een echte toename van de capaciteit zal zijn.”

Villeirs geeft toe dat de shift van MRI naar CT te beperkt is, maar de MRI-capaciteit is nog steeds te laag, waardoor een arts soms toch nog voor een sneller beschikbare CT-scanner kiest. “Bovendien: de dosis röntgenstraling bij CT is enorm afgenomen, wat mee verklaart waarom artsen er nog steeds gebruik van maken. Overigens is er ook nog de vergrijzing.”

Zou een beperking per toestel soelaas kunnen bieden? “Ik weet niet of dat zal werken”, zegt Dehaes. “Maar ik begrijp waarom ze het voorstellen.”

Ontslagnemend minister De Block benadrukt dat in de ziekenhuizen die recent een MRI-toestel hebben gekregen, er wél een shift is gebeurd maar dat de globale cijfers dit maskeren. Een volumebeperking per toestel is iets waar volgens haar over nagedacht wordt.