Fotograaf Chris Jordan verbleef, over een periode van vier jaar, zo’n 94 dagen op de Midway-eilanden. Die liggen in de Stille Oceaan, tussen Tokio en Hawaii, ver weg van de bewoonde wereld. Oorspronkelijk wou Jordan een fotoreeks maken over de verlaten Amerikaanse legerbasis uit de Tweede Wereldoorlog, maar toen hij tienduizenden dode albatroskuikens aantrof, gooide hij zijn plannen om.

Iconische beelden

De Midway-eilanden zijn een populaire broedplaats voor de albatros, een grote zeevogel. Maar Midway ligt ook middenin een “plastic soep”: oneindig veel plastic afval, afkomstig van de mens, drijft er op het wateroppervlak. De albatrossen, die de zee continue afsporen naar voedsel, verwarren het afval met eten. Op die manier zou blijkt bijna 5 ton plastic in de magen van de albatrossen te belanden. Vooral bij de jonge kuikens, die gevoederd worden door hun ouders en zowat alles naar binnenspelen dat ze aangevoerd krijgen.

Jordan maakte tussen 2009 en 2013 foto’s van de resten van de dode albatrosvogels die hij aantrof, en die beelden laten niemand onberoerd. Op de foto’s is duidelijk te zien hoe het plastic afval hun buik vult. Ze werden een symbool voor het wereldwijde probleem rond de vervuiling van de oceanen.

Bewustwordingscampagne

De Amerikaanse fotograaf keerde later terug naar de eilanden. De situatie was er niet beter op geworden, wel integendeel. Nu heeft Jordan, zo’n 8 jaar later, een documentaire klaar over de albatros op Midway. Hoewel de albatros gewoon is om duizenden kilometers per dag af te leggen, kon hij de vogels van heel dichtbij filmen eens ze landden.

Jordan wil niet dat de film vertoond wordt in het commerciële circuit, hij wil voorkomen dat er iemand verdient aan de ellende van de grootse zeevogels. Bij een proefvoorstelling in Den Haag, vroeg hij de aanwezigen om niet te applaudisseren na afloop. Dat vond hij ongepast. Wel wil hij de film van anderhalfuur inkorten, om de beelden te vertonen op scholen en in bewustwordingscampagnes.

De trailer kan je hieronder bekijken.