Politie

“Ik weet niet of Ibrahima is gestorven omdat hij zwart was, maar een witte jongen had dit niet meegemaakt”

Na de dood van Ibrahima Barrie brak protest uit.© afp

Vier agenten moesten zich vrijdag in de rechtbank verantwoorden na de dood van Ibrahima Barrie in het commissariaat van Brussel Noord. “Ze hebben zelfs beelden die Barrie maakte – bewijsmateriaal dus – gewist”, zegt de advocaat van de familie. Het openbaar ministerie vraagt de vrijspraak.

Heleen Debeuckelaere

De tijd tikt traag weg in het justitiepaleis in Brussel. Op een computerscherm vooraan in de zaal worden de laatste minuten van Ibrahima Barrie (23) afgespeeld. Hij ligt in foetushouding op de grond in een kleine kamer. Er gaan zes minuten en 25 seconden voorbij. Aan de ene kantzit politieagent J.V. achter een computer, zijn collega L.S. stopt de spullen van Barriein verzegelde zakken. Een meter verder ligt Barrie met zijn hoofd tegen de muur en zijn rug tegen een stoel.

Barrie stierf op 9 januari 2021 aan hartfalen. Een paar dagen later trokken 500 mensen door het noorden van Brussel. Die betoging ontaardde in rellen. Meteen deden enkele verhalen de ronde. Barrie zou zijn opgepakt, omdat hij de avondklok had geschonden. Of hij zou aan een overdosis drugs zijn gestorven. Geen van beide verhalen bleek waar.

Barrie was op de bewuste avond aan het Noordstation, toen de politie een groep verderop controleerde. Hij besloot de scène te filmen. Een halfjaar eerder liet George Floyd in de VS door politiegeweld het leven, en ook de dood van Adil Charrot zette de hoofdstad even in brand. Dat filmen was niet naar de zin van de agenten, die Barries kant opkwamen. Hij zette het op een lopen, maar werd opgepakt en overgebracht naar het politiecommissariaat Brussel-Noord, waar hij werd gefouilleerd.

Vanaf dat moment is alles te volgen op het scherm in de rechtbank. Drie agenten omcirkelen een geboeide Barrie. Die lijkt eerst bij zinnen, maar zakt niet veel later ineen. Twee agenten trekken hem recht en duwen hem tot twee keer toe tegen de muur. Wanneer hij een tweede keer ineenzakt, zetten de agenten hem op een stoel. Zijn hoofd knikt. Wanneer de rechter aan een van de agenten vraagt waarom ze toen niet ingrepen, luidt het antwoord: “Dit gebeurt wel vaker, arrestanten durven komedie te verkopen.”

Terwijl de agenten bezig zijn met de gsm van Barrie, gaat die zienderogen achteruit. Hij glijdt van de stoel en komt in een onnatuurlijke positie op de grond te liggen. Pas zesenhalve minuut later gaat L.S.kijken. Dan gaan alle alarmsignalen af. De agenten beginnen een hartmassage en bellen de spoeddiensten. Ook de defibrillator wordt uit de kast gehaald. Het mag niet baten. Barrie sterft aan hartfalen. Later wordt een kleine hoeveelheid MDMA in zijn bloed gevonden, onvoldoende om zijn dood te verklaren.

Omdat L.S. en J.V. de hele tijd in dezelfde kamer als Barrie waren, moeten ze zich voor de correctionele rechtbank verantwoorden voor schuldig verzuim. De advocaten van de burgerlijke partijen hebben ook de twee agenten die alleen tijdens de fouillering aanwezig waren, rechtstreeks gedagvaard, omdat die volgens hen ook een verantwoordelijkheid dragen voor Barries­ dood. De advocaten vragen een veroordeling voor onopzettelijke doding door gebrek aan voorzichtigheid, met racisme als verzwarende omstandigheid.

Ongelukkige samenloop

“Het is niet verboden om politieagenten te filmen. Toch hadden de agenten meer aandacht voor de beelden op zijn gsm dan voor de toestand van Barrie”, pleitte Alexis Deswaef, advocaat van de familie. “Ze hebben zelfs beelden – bewijsmateriaal dus – gewist.” Volgens hem hadden de agenten eerder moeten ingrijpen. “Als ze meteen de dokter hadden gebeld, waren er nog 25 minuten geweest om hem te redden.” Aan de verzwarende grond racisme wijdde ze niet veel woorden: “Ik weet niet of Ibrahima is gestorven omdat hij zwart was,” zei De Swaef. “Maar ik weet zeker dat mijn witte zoon nooit hetzelfde had meegemaakt.”

Het Brusselse openbare ministerie is een andere mening toegedaan. Het vroeg de vrijspraak voor J.V. en L.S. en noemde de rechtstreekse dagvaarding van de twee andere collega’s onontvankelijk. Een opmerkelijke positie, want het parket had eerder de doorsturing gevraagd van J.V. en L.S. naar de correctionele rechtbank. “Dat klopt, volgens ons verdiende deze zaak een openbaar debat over de bewijzen”, zei de procureur daarover. “Maar het gaat hier om een ongelukkige samenloop van omstandigheden.”

Volgende week vrijdag komen de advocaten van de beklaagden aan het woord.