Direct naar artikelinhoud
Kinderrechten

550 kinderen zitten elke dag 3,5 uur op schoolbus, zonder drinken of wc

Lily (l.) en Anaïs (r.) bussen elke dag ruim 3 uur over de 20 kilometer tussen school en thuis.Beeld Wouter Van Vooren

In Vlaanderen zitten elke dag 550 leerlingen meer dan drieënhalf uur op de bus van en naar hun school in het buitengewoon onderwijs. Tijdens die rit mogen ze eten noch drinken en kunnen ze niet naar het toilet. Dat stelt het jaarrapport van de kinderrechtencommissaris

Op maandag, dinsdag en donderdag gaan Lily en Anaïs met de bus naar school. In theorie hoeft dat niet lang te duren. Ze wonen in Aalbeke, slechts 20 kilometer van hun school in Deerlijk. En toch. “De bus pikt hen rond 7.10 uur op, als allereersten. Daarna worden de andere kinderen opgehaald. Rond 8.50 uur komen ze aan op school. Het duurt dus een uur en veertig minuten. Wanneer we met de auto gaan, op woensdag en vrijdag, is dat ongeveer een kwartier”, schetst mama Stephanie Delplace “Vroeger werden ze tenminste nog als eersten thuis afgezet, maar dat is veranderd. Op de terugweg zijn ze nu de allerlaatsten. Ze zitten dus elke dag bijna drieënhalf uur op die bus.”

‘Lily en Anaïs zitten 1 uur en 40 minuten op de bus naar school, enkele reis. Met de auto duurt dat ongeveer een kwartier’
Stephanie, mama van Lily en Anaïs

Lily en Anaïs, een tweeling, zijn 11 jaar oud. Drie keer per week ondergaan ze een dubbele calvarietocht, heen en terug naar school. Dat betekent een langgerekte rit naar De Kim & De Sam in het West-Vlaamse Deerlijk, een school voor buitengewoon basisonderwijs. Daar krijgen ze onderwijs op maat. Dat betekent met extra zorg voor hun beperkingen: dysfasie – een ontwikkelingsstoornis waardoor een kind meer begrijpt dan het zelf verbaal kan uitdrukken – en milde vormen van dyslexie en dyscalculie. Lily en Anaïs voelen zich er thuis. “Ze zijn er helemaal opengebloeid", glimlacht fiere mama Stephanie. Jammer genoeg verloopt de weg van en naar school dus veel minder vlot.

Geen nieuw probleem 

Een dagelijkse pendeltocht van meer dan drie uur. Het klinkt als iets dat weggelegd is voor de forens die van West-Vlaanderen naar Brussel bolt, om daar mee aan te schuiven op de Grote Ring. Toch is het ook Lily en Anaïs’ deel. En ze zijn lang niet alleen. In Vlaanderen maken dagelijks liefst 550 kinderen uit het buitengewoon onderwijs zo’n tocht. Dat stelt de kinderrechtencommissaris in zijn jaarrapport, dat woensdag werd voorgesteld. Op die bussen, ingericht door De Lijn, zitten soms tot 40 à 50 kinderen met verschillende beperkingen. Tijdens die ritten mogen ze eten noch drinken en kunnen ze niet naar het toilet. Bovendien moeten ze er vaak extra vroeg voor opstaan. Na die lange en soms stresserende reis, zijn ze vaak al moe bij aankomst op school. Als ze ’s avonds thuiskomen, blijft er nog weinig tijd over voor ontspanning. Lastige omstandigheden voor kinderen die het vaak al niet makkelijk hebben.

Tijdens de ritten van en naar school, ingericht door De Lijn, mogen de kinderen eten noch drinken en kunnen ze niet naar het toilet.

Nochtans is het geen nieuw probleem. De kinderrechtencommissaris trok vijf jaar geleden al eens aan de alarmbel in het jaarrapport. “De Vlaamse regering startte daarna twee pilootprojecten op, waaruit we veel hebben geleerd”, zegt kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen. “Binnenkort begint er een nieuwe legislatuur. Ik wil hier nu, vijf jaar later, nog eens op hameren. Dit is een belangrijk punt voor de volgende regering.”

Verplicht maximum

Die nieuwe regering kan daarvoor dus voortbouwen op de bestaande projecten. Momenteel loopt er eentje in Leuven en eentje in de ruime omgeving van Roeselare, waar tien scholen de krachten bundelen. Daar werden twee belangrijke veranderingen doorgevoerd. “Vroeger werden alle leerlingen aan hun deur opgehaald, nu werken we ook met gemeenschappelijke opstapplaatsen. De kinderen verzamelen dus op een centraal punt, dat wel altijd op maximaal 500 meter van hun huis ligt”, vertelt Hanne Galle van het Buitengewoon Secundair Onderwijs Sint-Idesbald in Roeselare. “Daarnaast organiseren we nu ook voor- en naschoolse opvang, waar we de kinderen kunnen bezighouden, tot hun ouders hen kunnen ophalen. Dat scheelt al veel, al is het probleem nog niet helemaal opgelost. We zoeken nog oplossingen voor enkele leerlingen voor wie de situatie niet is verbeterd.” 

‘Binnenkort begint er een nieuwe legislatuur. Ik wil hier nu nog eens op hameren. Dit is een belangrijk punt voor de volgende regering’
Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen

Beide proefprojecten lopen nu op hun einde. Volgens Vanobbergen geven die de juiste richting aan en mogen ze worden uitgerold over heel Vlaanderen. Ook formuleert het jaarrapport nog enkele aanbevelingen: de volledige pendelrit, heen en terug, zou maximaal twee uur mogen duren. De kinderrechtencommissaris wil dat zelfs decretaal laten vastleggen. Ook pleit hij voor meer mobiliteitscoaches, die fiets- of wandelpools van en naar school kunnen begeleiden.