© Walter Saenen

Franse ‘rotsblok’ Batubinsika is klaar voor het echte werk bij Antwerp: “Niets kan mij stoppen”

In de voorlaatste wedstrijd van vorig seizoen tegen STVV viel Dylan Batubinsika (22) geblesseerd uit bij Antwerp. Bijna drie maanden later, aan de vooravond van de topper tegen Club Brugge, lijkt de Franse rotsblok opnieuw klaar voor het echte werk. Een gesprek met de grote vriendelijke (voetbal)reus van de Great Old.

DIETER PEETERS

We treffen Dylan Batubinsika in de Diamond Bar van de Bosuil, op het gelijkvloers van tribune 1. Op wedstrijddagen kunnen de vips hier de spelers en de scheidsrechters zien toekomen. Nu doet het dienst als interviewruimte. ­Batubinsika is druk in de weer met een machine dat zijn bovenbeen inpakt met ijscompressen. “Normaal doe ik dat thuis. Maar als we dan toch even praten, doe ik het nu al. Alles om zo snel ­mogelijk te herstellen.”

© Walter Saenen

Het is niet omdat de rijzige Fransman altijd aan het lachen is, dat hij zijn job niet au sérieux neemt. “Wanneer ik terug fit zal zijn? Dit weekend wordt misschien nipt. Maar sinds vorige week doe ik weer alles mee.”

Zijn blessure aan de quadriceps duurde dan ook lang. Véél langer dan aanvankelijk gedacht. Na zijn spierscheur was er bloed vrijgekomen, dat zich verspreid had tussen zijn spieren. “De scheur heelde snel, maar dat bloed heeft de dokter er moeten uittrekken, twee keer tachtig milliliter. ­Gigantisch veel.”

Maar zelfs daarna bleven er nog bloedklonters achter in zijn rechterbovenbeen. “Toen ik drie ­weken geleden ­opnieuw begon te trainen, voelde ik in mijn bewegingen dat er iets niet klopte. Dat klontertje is dan ontploft, waardoor het bloed overal zat. Dat ­hinderde. Met veel ijs te leggen gaat dat nu beter.”

Dat alles tot frustratie van coach Laszlo Bölöni, die had gehoopt zijn centrale verdediger te ­recupereren voor de competitiestart. “Het doet me plezier dat de coach op me rekent, maar hij weet dat ik niet sneller kan en er alles aan doe. Logisch dat hij ­gefrustreerd is, want we werken er al aan sinds het begin van de voorbereiding.”

Maar zijn glimlach verliest ­Batubinsika nooit. “Ik ben ­gewoon positief ingesteld, ook al ben ik geblesseerd en gefrustreerd. Er zijn mensen die het veel slechter hebben dan ik. Mensen met een beperking, mensen in ­armoede… Dat vind ik ­verschrikkelijk. Ik mag professioneel sport beoefenen en heb wat pijn. Dat hoort erbij, hé.”

Toch is het al de tweede keer in bijna een jaar tijd dat de jonge verdediger moet terugkomen na een zware blessure. Rond Kerstmis liep hij een letsel op aan de knie, waarna hij lang moest ­zoeken naar zijn oude niveau. “Toen ik jonger was, had ik vaak blessures. Tijdens mijn groeispurt speelden mijn knieën vaak op. Maar zo leerde ik terugvechten.”

Eenzame WK-zomer

Door die blessure was het niet ­alleen een warme, maar vooral een lange zomer voor Batubinsika. De 22-jarige Fransman ging niet eens op vakantie, op één weekendje Zuid-Frankrijk na. Behalve zijn ploegmaats heeft hij geen familie of vrienden in Antwerpen, maar dat lijkt hem niet te deren. “Ik ben het gewoon om alleen te zijn en kan daar ook van genieten. In de winter onder mijn dekentje Netflix kijken. Geweldig. Of ik dan vooral naar komedies kijk? Nee, 90 procent van de tijd staat er voetbal op. Matchen, ­documentaires, ik bekijk alles.”

Van het WK miste Batubinsika bijna geen minuut. “Of ik voor België supporterde tegen Frankrijk? Sorry, nee. Eigenlijk vooral voor Brazilië. Van toen ik klein was, vond ik hun voetbal geweldig. Toen Les Blues hen uitschakelden in 2006, heb ik zelfs ­geweend.” (proest het uit).

In die Franse selectie zat ook een voormalige ploegmaat van ­Batubinsika: Presnel Kimpembe. Samen doorliepen ze de jeugdreeksen van PSG. “Of ik daar ook had kunnen staan? Misschien wel. Kimpembe is een jaar ouder, maar was in de jeugd niet per se beter. Rond zijn achttiende heeft hij een ongelooflijke progressie gemaakt.” Maar ook Batubinsika, die Congolese roots heeft, droomt nog van de nationale ploeg. “Dat is geen droom, ik ga dat halen”, stelt hij duidelijk. “Of het Congo of Frankrijk wordt, dat weet ik niet. Die keuze dringt zich nog niet op, want ik ben nog niet ­geselecteerd geweest. Desnoods vind ik wel een ander land. Australië of Peru, het maakt me niet uit. Ik zal eens uitzoeken of mijn opa geen Peruaans bloed heeft.” (lacht)

© Walter Saenen

Maar het werd dus geen WK voor Batubinsika, wel een hele zomer in de fitness met de kinesisten. Talloze uren dreef Jan Vandenhouten de verdediger tot het ­uiterste. “Niets kan mij stoppen. Vaak was ik ­langer bezig dan de jongens op het veld. Ik heb echt afgezien. Ze hebben er alles aan gedaan om ze zo snel mogelijk weer fit te ­krijgen. Hun rol wordt vaak ­onderschat. Ik heb hen soms ­vervloekt. Maar als ik straks weer op het veld sta, is dat dankzij hen.”

Premier League

Zonder zijn blessure zat Batubinsika misschien al niet meer bij Antwerp, want zijn prestaties maakten indruk bij veel clubs. Met zijn profiel lijkt hij geknipt voor de Engelse Premier League. “Maar ik heb geen voorstellen ­gekregen. Dat maakt me ook niets uit. Ik ben supergelukkig hier bij Antwerp. Natuurlijk heb ik grote ambities, maar afgelopen jaar speelde ik mijn eerste seizoen op het hoogste niveau. Eerst moet ik bevestigen. Als ik naar Engeland wil, moet ik eerst hier naam ­maken. Velen proberen het, maar vaak loopt het slecht af. De ­Premier League is de zwaarste competitie te wereld. Daarvoor moet ik nog wat stappen zetten.”

Bij de Great Old zit Batubinsika dus wel goed, want de club wil snel groeien. Daar kan de ­verdediger mee van profiteren. “Van bij PSG ben ik gewoon om altijd voor de eerste plaats te ­spelen. Elke wedstrijd wilden we winnen. Bij Antwerp vind ik ­diezelfde mentaliteit terug.”

“Ik ben ongelooflijk fier dat ik ­Antwerp mee naar de achtste plaats heb gebracht, na dertien jaar tweede klasse. Nu wil ik deel uitmaken van de ploeg die Antwerp terug naar Europa brengt, waar de club thuishoort en al veel successen heeft ­geboekt.”

De ambitie druipt ervan af bij Batubinsika. En de verdediger weet precies wat Antwerp nog mist om die volgende stap te ­zetten. “Gewoon meer constant zijn. Dat maakt het verschil ­tussen top en middenmoot. ­Vorig jaar wonnen we niet ­tegen Standard en uiteindelijk pakte het onze plek in Play-off 1 in. Tegen Club Brugge, ­Anderlecht en Charleroi pakten we maar één punt. Tegen Genk geen enkel. Alleen tegen AA Gent konden we winnen. ­Daarnaast begingen we heel wat misstappen tegen zwakkere ploegen. Dat moet nu beter.”

Roepen op Van Damme

Ook voor zijn eigen werk­punten blijft Batubinsika niet blind. Hij wil de door blessures verloren tijd snel goed maken. “Mijn eerste seizoen was al ­beter dan iedereen had ­verwacht, maar dit jaar wil ik meer doen. Ik wil uitgroeien tot een steunpilaar van de ploeg. Wat er nog beter moet? Vooral fysiek”, meent de 87 kilogram zware spierbundel zonder ­verpinken. “Tegen sterke ­spitsen heb ik het soms lastig. Ik wil mijn tegenstander verpletteren en als dat niet lukt, begin ik soms te twijfelen. Maar ook qua leiderschap. Oké, ik ben jong, maar ik moet meer mijn mond opentrekken. De coach vraagt mij dat ook.”

De lachebek wil op het veld ­opstaan op de moeilijke ­momenten. “Dat zit ook in mijn karakter. Al is het soms niet makkelijk om tegen iemand als Jelle Van Damme, die tien jaar ouder is en een geweldige ­carrière heeft gemaakt, te ­zeggen dat hij in positie moet blijven. Maar dat lukt steeds ­beter. En ik geef toe: ik oefen voor de spiegel. (slaat al lachend de handen voor de ogen) En voor ik het vergeet: ik wil meer scoren. Ik heb een dansje ingeoefend. Dus bereid je maar voor!”

MEER OVER Royal Antwerp FC