Direct naar artikelinhoud
WK HockeyNederland - Pakistan (5-1)

Nederlandse hockeyers spelen de bibbers weg en winnen met ruime cijfers van Pakistan

De Nederlandse hockeyers zijn de eerste schrik van het WK in India te boven, zo bleek gisteren uit de 5-1-zege op Pakistan. Maar het kan en het moet nog beter. ‘We moeten die bal opeisen.’

Verdediger Mink van der Weerden (r) duelleert met Rashid Mehmood van Pakistan. De strafcornerspecialist van Nederland heeft pas twee keer raak geknald.Beeld Charles McQuillan/Getty Images

Vuurwerkpotten schieten vuurballen de lucht in na het doelpunt van Mink van der Weerden. Het Kalinga Stadion in het Indiase Bhubaneswar licht oranje op. Als de kruitdampen wegtrekken wordt de eindstand leesbaar op het scorebord: 5 voor Nederland, 1 voor Pakistan. Daarmee eindigt Nederland op het WK hockey tweede in de poule en speelt het dinsdag de kruisfinale tegen Canada voor een plek in de kwartfinale.

Nederland is niet van de wijs gebracht door het pijnlijke 4-1 verlies tegen Duitsland, van vorige week woensdag. Bondscoach Max Caldas beloofde: deze ploeg is mentaal weerbaarder dan ooit. Verliezen van Duitsland? Ach, drie goals vielen in het laatste kwart, relativeerde hij. Kan gebeuren. Niks aan de hand.

Zo ziet middenvelder Seve van Ass het ook. Hij is niettemin opgelucht dat Nederland tegen Pakistan met ruime cijfers heeft gewonnen. Hij is zondag verkozen tot man van de wedstrijd. Wat was de belangrijkste les na de nederlaag tegen Duitsland? Van Ass denkt niet lang na: ‘Het werd tegen Duitsland wat slap. We waren misschien ook vermoeid. We moeten dan toch een extra stap proberen te doen. We gunden elkaar de bal niet. Dan wordt het voorspelbaar. Als je vrij staat, moet je kenbaar maken dat je de bal wil. We moeten die bal opeisen.’

Tienduizend Indiase supporters

Dat gebeurt zondag veelvuldig. De ruim tienduizend Indiase supporters hebben een hoorbare voorkeur voor de Nederlanders. Toch zijn de geopolitieke spanningen tussen Pakistan en India amper voelbaar op de tribunes. Op wat gejoel na is het keurige hockeypubliek dit toernooi niet te betrappen op onsportief gedrag. Er wordt vooral wat extra geschreeuwd voor de Nederlanders als ze weer optrekken richting het doel van Pakistan.

De belangrijkste spelers zijn deze keer niet de spitsen, zoals tijdens de 7-0 in de openingswedstrijd tegen Maleisië. Het gevaar komt van de technische middenvelders Van Ass, Billy Bakker en Valentin Verga. In de 27ste minuut valt de 2-1 na een combinatie tussen Van Ass en Verga. Een één-tweetje. Of, zoals het in hockey heet: give-and-go.

‘Inspelen en er dan vol overheen knallen. Ik ben altijd al erg snel geweest. Ook in de jeugd. Daarom train ik veel op dat give-and-go’, legt hij uit. Precies zo heeft hij de combinatie met Verga gezocht, die haast achteloos de bal terugbrengt bij Van Ass. Na een knappe draaibeweging belandt de bal weer bij Verga, die hem subtiel onder de keeper plaatst.

Het is een van de vele aanvallen door het midden. Ze gaan vaker goed tegen Pakistan. Ook een les uit de wedstrijd tegen Duitsland, zegt Van Ass: ‘Tegen de Duitsers was het expliciet ons plan om veel buitenom de aanval te zoeken. Daar hebben we ons toen in stukgebeten.’

Voldoende afleiding

Veel tegenstand biedt Pakistan vanaf de 2-1 niet meer. Pakistan is al lang niet meer de hockeygrootmacht van weleer. Het staat dertiende op de wereldranglijst, Nederland vierde. De wedstrijd tegen Nederland is een hockeyklassieker uit de vorige eeuw, toen de twee landen drie keer tegenover elkaar stonden in een WK-finale (1978, 1990, 1994).

Hoe had het Nederlands team de vier dagen ingevuld voorafgaand aan de laatste poulewedstrijd? Valentin Verga had ‘in elk geval niet naar het plafond gestaard’. De opgewekte speler somt op: ‘Er waren genoeg trainingen, besprekingen met videoanalyses en sessies in de sportschool voor de afleiding. Ruim voldoende afleiding.’

Gevraagd of het toernooi nu pas echt gaat beginnen voor het Nederlands elftal, een van de titelfavorieten, zegt hij wat getergd: ‘Nee! Het is bijna respectloos om te denken dat een WK pas na de poulefase begint. We willen dit toernooi elke wedstrijd gas geven. Dat deden we ook tegen Duitsland en tegen Maleisië. Alleen tegen Duitsland ging het even niet.’ Verga houdt van trucjes, lobjes, snelle combinaties. ‘Maar dat lukt vaker niet dan wel. Dat is de realiteit van een groot toernooi. Men verwacht van het Braziliaanse voetbalelftal ook altijd sambavoetbal. Maar ook zij spelen op WK’s tegen goede tegenstanders. Van dat sambavoetbal is meestal niets te zien.’

‘It's shit’

Terwijl Verga het over het trucjes en Braziliaans sambavoetbal heeft, laat Mink van der Weerden, de strafcornerspecialist bij Nederland, er geen misverstand over bestaan: het moet beter, zeker bij hem. Hij maakt in de slotfase de 5-1 met een sleeppush in de kruising. Maar als hij door een Indiase journalist wordt gevraagd naar zijn gevoel na de wedstrijd, is de boodschap helder. ‘Shit.’

De Indiase journalist doet een stap terug als Van der Weerden in harde bewoordingen zijn verhaal doet over zijn magere gemiddelde: pas twee strafcorners werden raak gepusht door de man met de beste sleeppush van Nederland. ‘It’s shit’, zegt hij opnieuw.

Van der Weerden zal nog kansen krijgen. Dinsdag bijvoorbeeld, dan is Canada de tegenstander in kruisfinale. En anders donderdag: bij winst treft Nederland het gastland India in de kwartfinale.