Foto ARCHIEF © Marieke D'Haene

De kronkelpaden van het ‘M-decreet’: “Mijn dochter heeft vier jaar van haar schoolloopbaan verloren”

Mijn dochter is 17, ze heeft een meervoudige beperking en ze is deze week op haar zesde school gestart. Na vier jaar ‘proberen’ in het gewoon onderwijs, opnieuw in het buitengewoon onderwijs. Ze is de dupe van het niet-functioneren van het M-decreet. Ik nodig minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) uit voor een openhartig gesprek. Ik ervaar al vier jaar dat er niet naar ouders wordt geluisterd, en dat ben ik beu. Als het ­M-decreet in het belang van het kind handelt, dan zou ik wel eens willen weten over welke belangen het gaat?”

Karin Vanheusden

Het M-decreet stelt inclusief onderwijs als eerste optie. Ieder kind moet de kans krijgen les te volgen in een reguliere school. Maar A. R. uit Edegem en haar dochter Lina willen getuigen over hoe het M-decreet hen heeft ontgoocheld en gedemotiveerd. Vanwege hun privacy staan ze erop hun verhaal anoniem te doen, waardoor hun echte namen zijn veranderd.

Toen Lina drie was, merkte de kleuterjuf (in het gewoon onderwijs) op dat het meisje moeite had met knutselen en balspelletjes. Na enkele testen bleek dat ze ontwikkelingsachterstand had, de diagnose dyspraxie of DCD werd gesteld. Development Coordination Disorder of coördinatieontwikkelingsstoornis is een aandoening waardoor er een achterstand is in de ontwikkeling van de motorische vaardigheden. De coördinatie van bewegingen verloopt moeizaam waardoor alledaagse handelingen niet evident zijn.

“Vanaf het tweede kleuterklasje tot het zesde leerjaar heeft Lina schoolgelopen in het buitengewoon onderwijs, type 4 (voor kinderen met een motorische en of meervoudige beperking, red.)”, zegt mama A. “Na de lagere school was Lina goed gevorderd en na overleg met het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB), de school en onze arts is beslist dat Lina de overstap zou maken naar een middelbare school in het gewoon onderwijs. Dat was in de aanloopperiode naar het M-decreet, Lina was een van de eerste leerlingen die de stap zou kunnen zetten. Het was Lina’s grote droom om kok te worden en PIVA in Antwerpen wilde haar een kans geven. Eerlijk? Vanwege haar dyspraxie en grove motoriek heb ik nooit geloofd dat het zou lukken. Daarom ben ik beginnen mailen naar de minister van Onderwijs, toen nog Pascal Smet (sp.a). Ik moest me geen zorgen maken, werd me op het hart gedrukt. Er was voldoende studie gedaan, er zou genoeg ondersteuning zijn…”

Nul op het rapport

Al na een paar maanden bleek PIVA geen goede keuze. “Ik kon het wel, maar het ging allemaal te snel”, zegt Lina. “Daarna ben ik naar het Sint-Norbertusinstituut in Duffel (zie kader blz. 22, red.) gegaan. Tot voor de krokusvakantie. Nu ben ik er weg. En dat vind ik niet leuk. Ik ga mijn vriendinnen zó hard missen...”

In het schooljaar 2015-2016, het M-decreet was net in werking, is Lina aan Sint-Norbertus met de opleiding voeding en verzorging gestart. “Met toen nog GON-begeleiding (Geïntegreerd Onderwijs, red.) voor haar motorische problematiek lukte dat de eerste jaren goed”, zegt mama A. “Maar intussen was ook de diagnose autismespectrumstoornis (ASS) gevallen, waardoor ze recht had op extra ondersteuning. Zowel in de klas als individueel werd Lina begeleid, vooral met studeren en plannen. Ik verwijt de school niets, ik ga ervan uit dat ze hun uiterste best hebben gedaan. Toch is die extra zorg nooit echt voldoende geweest. Vooral met het omgaan met haar motorische problematiek had men niet de juiste expertise.”

“Sinds dit schooljaar is de GON-begeleiding weggevallen en vervangen door de zogenaamde ondersteuningsnetwerken, waarvan ik het gevoel heb dat ze nog niet op punt staan”, vervolgt mama A. “Het werd alsmaar moeilijker voor Lina. Van een meisje dat met plezier naar school ging, veranderde ze in een meisje dat níét méér naar school wilde.”

Lina: “Ik kon niet volgen met het inschrijven van mijn agenda. Dat ging veel te snel. Ook notities nemen lukte niet goed. Vroeger hielp Mieke (GON-begeleidster, niet haar echte naam red.) mij daarmee. Of ze zei aan de leerkracht dat ze wat trager moest praten. Anderen zijn altijd sneller dan mij. Dat is ook zo met strijken, koken of leren nagels knippen bijvoorbeeld. Ik vind het wel niet eerlijk dat ik de afwas moest doen omdat ik niet zo snel ben als de rest.”

Verwarrend antwoord

Vanuit het ondersteuningsnetwerk kreeg Lina een aantal hulpmiddelen aangereikt om beter mee te kunnen in de klas, maar die bleken niet voldoende. “Er werd bijvoorbeeld de afspraak gemaakt om voor Lina met fotokopieën van de lessen te werken, om overhoringen via Smartschool aan te kondigen. Er is ook over digitale voorleespakketten gesproken. Veel heeft Lina er niet van gezien. Als ik er op school naar vroeg, kreeg ik een verwarrend antwoord.”

“Ik neem aan – en dat heb ik altijd gedaan – dat de school heeft gedaan wat ze kon, maar dat de snelheid waarmee het M-decreet is ingevoerd totaal niet realistisch was. In ieder geval heeft de directie mij rond kerst meegedeeld dat het zeer moeilijk zou zijn om Lina te laten overgaan naar het vijfde jaar. Op basis van haar verworven competenties zouden de stages in het vijfde jaar moeilijk worden. Ze zou de komende jaren te intensief moeten worden begeleid, en dat kan de school op dit moment niet bieden.”

In gezamenlijk overleg met de school en CLB is recent beslist dat Lina na de krokusvakantie zou overstappen naar het buitengewoon onderwijs. “Een heel moeilijke, verscheurende keuze”, zegt mama A. “Verscheurd tussen mijn hart en mijn verstand. Mijn hart zegt: laat haar bij haar vriendinnen, met wie ze zo’n fijne band heeft en op de school waar ze zich goed voelt. Uiteindelijk lukken de theoretische vakken redelijk goed, en voor de praktijkvakken zouden wij haar thuis nog extra kunnen stimuleren. Mijn verstand zegt: niet doen, want dan eindigt ze zonder diploma.”

School voor dommeriken

Mama A. heeft intussentijd nog verschillende keren contact opgenomen met het kabinet van minister Crevits. “En telkens kreeg ik hetzelfde antwoord. Dat ze vanuit het ministerie voldoende middelen voorzien om kinderen met een beperking in een reguliere school les te laten volgen. Terwijl je van scholen hoort dat dat niet het geval is. Ik weet niet wie gelijk heeft, het enige waarover ik mij zorgen maak, is Lina. Zij is uiteindelijk de dupe van het niet-functioneren van het M-decreet.”

“Ik denk dat mijn nieuwe school wel een toffe school is”, zegt Lina, “maar ik zou toch liever in die andere school zijn gebleven. In die nieuwe school leer je niks, dat is een school voor dommeriken.”

Mama A. wil een gesprek met minister Crevits. Om haar uit te leggen hoe moeilijk het is voor kinderen met een beperking om mee te draaien in het reguliere onderwijs. “Ik heb voor Lina het onderste uit de kan gehaald om haar te doen slagen in het reguliere onderwijs. Vanuit het ministerie en CLB hebben ze me ten onrechte gerustgesteld. Ze hadden moeten weten dat kinderen met deze problematiek niet kunnen aarden in het reguliere onderwijs. Ze vonden dat mijn dochter er paste, maar na vier jaar gesukkel moet ze terug naar het buitengewoon onderwijs. Even hebben ze haar laten proeven van niet helemaal anders te zijn dan de anderen. Terug gaan naar het buitengewoon onderwijs voelt aan als een straf. Wij denken in het belang van de kinderen, hoor ik de minister zeggen. Welke belangen bedoelt ze dan? Ook ik ben er voor dat kinderen met een beperking alle kansen moeten krijgen om te studeren, maar zorg dan dat het systeem werkt.”