Direct naar artikelinhoud
Belgische kunstenaars

Belgische kunstenaars stellen toeren in buitenland steeds vaker in vraag

Sarah Vanhee aan het werk tijdens haar voorstelling 'Oblivion'. Veel reizen als kunstenaar, zo zegt ze, klinkt goed, 'maar op sommige plekken vraag ik me af: wat is hier de meerwaarde?'Beeld Phile Deprez

Belgische podiumgezelschappen spelen steeds meer in het buitenland. Fijn, dat onze kunstenaars wereldwijd zo populair zijn. Maar is het sop de kool waard? 'Soms vraag ik me af: wat is hier de meerwaarde?'

Voor Sarah Vanhee is het eigenlijk simpel: voor de werken die zij maakt - van performance over film tot beeldende kunst - is ons land te klein. "Mijn werk is vrij radicaal, niet meteen iets voor de culturele centra. Dan heb je een weidser gebied nodig, een internationaal netwerk van plekken die je werk willen laten zien en er ook het publiek voor hebben."

En zo is ze vaak op pad met voorstellingen, of naar conferenties en seminaries. "Dan is mijn werk het beste zichtbaar." Maar, zo geeft Vanhee ook wat schoorvoetend toe: "Het klinkt goed, veel reizen. Maar na tien jaar is het niet altijd je dat meer." Ze is niet de enige die er zo over denkt.

Op papier oogt het verhaal nochtans erg mooi. De laatste jaren steken Vlaamse podiumkunstenaars steeds vaker de grens over, zo weet Kunstenpunt. In het seizoen 2000-2001 telde de organisatie 1.561 opvoeringen in het buitenland, in 2015-2016 ging het al om 2.652 voorstellingen. Ook het aantal coproducties met een internationale partner zit in de lift.

'Op alles wordt beknibbeld, waardoor je plots een hotelkamer deelt met anderen'
Sarah Vanhee

Dat zegt iets over het aanzien van en de interesse in onze kunstenaars, maar achter die cijfers schuilt ook een andere realiteit. "De limiet is bereikt", zegt Simon Leenknegt van Kunstenpunt. Want wat ze daar vaak horen, is een besparingsverhaal. "Sinds de economische crisis staan de culturele budgetten overal zwaar onder druk. Gezelschappen moeten op zoek naar partners om hun financiering rond te krijgen."

Dat geld zoeken ze bijvoorbeeld op buitenlandse kunstenfestivals, die dan een voorstelling mee financieren. Maar dat betekent ook: meer compromissen en afhankelijkheid. Leenknegt: "De vraag is: in welke omstandigheden moeten die gezelschappen werken en is dat duurzaam?"

Drie voor de prijs van twee

Vanhee vindt alvast van niet. Ze zegt dat sinds de jaren tachtig, de tijd waarin Jan Fabre en Anne Teresa De Keersmaeker internationaal furore maakten, toeren in het buitenland geldt als de te volgen weg. "Maar wat met de menselijke kant van de zaak?"

Zelf heeft ze bijvoorbeeld een jong kind, dat ze vaak moet achterlaten, haar vrienden sms'en haar regelmatig met de vraag of ze in het land is en dan is er ook ook de ecologische impact van al dat rondreizen. "Maar je voelt vooral dat de sector onder druk staat."

De verzuchtingen die Kunstenpunt verzamelde, kent zij ook: overal wordt meer gevraagd van de kunstenaars. Drie voorstellingen voor de prijs van twee, eventueel? Of randactiviteiten zoals artist talks, waarvoor ze gratis moeten opdraven. "Op alles wordt beknibbeld, waardoor je plots een hotelkamer deelt met anderen. Er is veel goodwill, maar waar trek je de grens?"

Bij BRONKS, het jeugdtheatergezelschap uit Brussel, diepen ze vlotjes gelijkaardige verhalen op. "We spelen zowat overal: van Nieuw-Zeeland over Canada tot in Zuid-Afrika", vertelt artistiek leidster Veerle Kerckhoven. "Vroeger gingen we op bijna elke vraag in, ook al kostte dat ons veel geld. Buitenlandse tournees zijn goed voor je imago, klonk het. We zagen het als een investering. Maar de kosten worden vreselijk onderschat."

Vandaag is het gezelschap veel selectiever, maar lopen de onderhandelingen met de buitenlandse partners moeizamer dan ooit. "Soms willen ze zelfs de acteurs niet betalen. Het is veel erger dan vroeger." Maar ondertussen, zegt Kerckhoven, zijn ook pakweg de subsidies voor de transportkosten geschrapt. Een struikelblok, zegt ze.

Voor Sarah Vanhee is het eigenlijk simpel: voor de werken die zij maakt - van performance over film tot beeldende kunst - is ons land te klein

Voor de duidelijkheid: natuurlijk zijn er voordelen aan die buitenlandse expansie: van netwerken tot internationale prestige. "Onze kunstenaars zijn toonaangevend", weet Vanhee. De subsidiërende overheid houdt er ook van. "Buitenlandse steun en persaandacht staan goed in een subsidie-aanvraag", zegt Vanhee. Een catch-22, noemt Kerckhoven het. "Doe je het of doe je het niet?"

Vindt ze buitenlandse tournees en de daarbij horende zichtbaarheid overschat? "Soms wel. Het is even waardevol om in Brussel voor volle zalen te spelen als in Zuid-Afrika. Op sommige plekken vraag ik me af: wat is hier de meerwaarde?"

Net omdat ze niet meer zoveel wil rondtrekken, werkt Vanhee hier nu aan een doctoraat. En ligt hier, bijvoorbeeld op het Vlaamse platteland, geen interessanter publiek om aan te boren, vraagt ze zich nu af. BRONKS gaat enkel nog in op uitnodigingen als het financieel past. "Of als we echt het verschil kunnen maken." Binnenkort trekken ze zo naar Chicago met het stuk Wij/zij, over de terroristische gijzeling in een school in het Russische Beslan. "Dat wordt zeker de moeite. Zo'n theaterstuk zijn ze daar absoluut niet gewoon."