Direct naar artikelinhoud

Wat de crisis van een miljardairons kan leren over het leven ★★★☆☆

Pierre Bokma als miljardair in 'Kosmopolis', met Mandela Wee Wee aan zijn voeten en Elsie De Brauw op de achtergrond. Het stuk is een bewerking van het boek 'Cosmopolis' van 2003. Het gaat over een man in een (financiële) crisis.Beeld Ben van Duin

Don De Lillo voorspelde met zijn boek Cosmopolis in 2003 akelig precies de morele ontreddering die in 2007-2008 toesloeg door de financiële crisis. Johan Simons betoogt in zijn theaterbewerking Kosmopolis dat De Lillo’s analyses nog steeds actueel zijn.

Cosmopolis is het relaas van een tocht van speculant-miljardair Eric Packer dwars door Manhattan. Hij wil naar zijn vroegere kapper, in de arme buurt waar hij opgroeide. Maar hij kiest zijn moment wel heel slecht: de stad ligt lam door betogingen en een bezoek van de president. Packer merkt daar echter weinig van: de cocon van zijn geluidsdichte stretched limo houdt de echte wereld buiten.

Packers wereld bestaat uit beeldschermen en data. Zijn financiële analist, zijn filosofische expert en zijn kunstadviseur/seksmaatje informeren hem over de buitenwereld. Ondertussen plant hij een coup op de Japanse Yen en probeert hij seks te hebben met de steenrijke Elise Shifrin, met wie hij 22 dagen getrouwd is. Maar die houdt de boot af.

Waarschuwingen

Packers tocht wordt een hellegang. Ondanks waarschuwingen van zijn adviseurs blijft hij koppig speculeren tegen de Yen. Zijn kapitaal verdampt zo binnen één dag. Het lijkt echter alsof Packer doelbewust op die financiële en maatschappelijke zelfmoord aanstuurt. Er lijken twee zielen in zijn borst te huizen.

Aan de ene kant gelooft hij dat de mens – hijzelf alvast – het eeuwige leven zal verwerven door op te gaan in datastromen. Daarom maalt hij niet om de fysieke wereld of de anderen. Tegelijk wordt hij verteerd door verlangen naar geweld, seks en pijn. Hij krijgt die ook als een ex-werknemer hem vermoordt, als wraak omdat Packer hem zijn menselijkheid ontnam.

In 2003 leek dit boek nog een commentaar op 9/11. Bij de financiële crash van 2007 kreeg het voorspellende waarde toegedicht. David Cronenbergs claustrofobische verfilming (2011) zette dat in de verf. Het muziektheaterstuk van Johan Simons en componist Eric Sleichim trekt het gegeven echter open naar een bredere vraag: hoe tast het monsterverbond van kapitaal en digitale technologie onze lichamelijkheid en ons tijdsbesef aan?

Mandela Wee Wee, Elsie De Brauw en Bert Luppes op de scène. Achter hen een speeltuig. De acteurs gedragen zich net zo grillig als spelende kinderen.Beeld Ben van Duin

Simons deed, samen met scenograaf Bettina Pommer, alvast een geniale greep. Hij verplaatste de actie van een limo naar een abstracte replica, in koud en smetteloos aluminium, van een kinderspeeltuin. De acteurs verschijnen in die omgeving als SIM-figuurtjes: poppetjes die in een vingerknip iemand anders worden.

Elsie De Brauw speelt alle vrouwelijke personages, gewoon door een ander kleedje voor zich te houden. Mandela Wee Wee heeft zelfs dat niet nodig. Enkel Pierre Bokma, als Eric Packer, en Bert Luppes als zijn moordenaar, blijven bij een rol.

Dat beeld laat zien hoe ver de verbeeldingswereld van deze mensen afdreef van de fysieke realiteit. Hoe vervreemd ze zijn van hun verleden. Maar Simons toont ook hoe dat verleden opspeelt door zijn personages als kinderen op te voeren. Pierre Bokma, bijvoorbeeld, is als een tienjarige op zijn paasbest gekleed.

De optimistische noot in dit gitzwarte stuk: als we weer leren spelen, is er misschien hoop

De acteurs gedragen zich ook net zo grillig als spelende kinderen. Vooral Bokma en De Brauw slagen erin om zowel het kind als de volwassene tegelijk op te roepen. Het is een optimistische noot in dit gitzwarte stuk: als we weer leren spelen in plaats van steeds maar te rekenen en te tellen is er misschien nog hoop. De score van Eric Sleichim voor vier saxofonisten en een ‘electro-boy’ zet die idee kracht bij.

Overtuigen doet deze drastische bewerking van De Lillo’s boek echter niet helemaal. Simons wil alle diepzinnige poëzie van De Lillo in twee uur theater proppen. Dat leidt op de duur tot drammerigheid. De ideeën nemen het over van de concrete podiumactie. Zo ondergraaft het stuk ten dele zijn eigen premisse. Jammer.

Belgische première in Bourla, Antwerpen, 13 en 14 oktober