Ingezonden brief: Betrek juist geen dierbaren bij een euthanasieverzoek
Aart van Wolfswinkel pleit ervoor dierbaren bij een euthanasieverzoek te betrekken (Nederlands Dagblad 22 mei). Met interesse heb ik zijn artikel gelezen. Ik werk als coördinator in een hospice. Daar komt een paar keer per jaar euthanasie aan de orde.
Het citaat ‘hoe het sterfproces van een dierbare verloopt, is in het geheugen van de nabestaanden gegrift’, onderschrijf ik van harte. Maar daarom zou ik het juist niet goed vinden als een dierbare een ‘stem’ krijgt bij een euthanasieverzoek. Verder leven met het idee dat je meegewerkt hebt aan het versnelde eind van het leven van je dierbare, lijkt mij juist heel zwaar. Dat de SCEN-arts alleen de betrokkene wil spreken en niet de naasten van de betrokkene, maakt het proces zuiverder. Familie kan daardoor geen druk uitoefenen.
Juist de dierbaren die het lijden zien, zeggen vaak: ‘Laat er toch een einde aan komen’; ‘Doe iets’, terwijl de zieke dit lang niet altijd zo uit. Het is vaak emotioneel zwaarder bij een stervensproces te zitten, af te wachten en het aan te zien. En ik begrijp dat iemand uit liefde die ander het sterven gunt. Maar dan ook nog de ‘last’ hebben daarover mee te moeten beslissen, lijkt me veel zwaarder.
Eens vroeg ik een vrouw waarom ze euthanasie wilde. Haar antwoord was: ‘Dan kunnen de kinderen weer verder met hun leven.’ Ze voelde zich bezwaard dat zij zo veel tijd en aandacht van hen vroeg.
Helaas hebben we in ons drukke leven vaak geen tijd en rust om het proces van sterven te verduren. Daar maak ik me meer zorgen over. Ook omdat ik vaak van familie achteraf hoor, dat het sterfproces hun zo veel goede ervaringen en intimiteit heeft opgeleverd. En die ervaring gaat een ‘leven lang’ mee. <